Orgels in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Romantische galerijorgel (Loret, avant 1877)

Sint-Barbarakerk

Speeltafel  / Romantische galerijorgel (Loret, avant 1877) - Sint-Barbarakerk
Architectuur, plaats, inplanting  / Romantische galerijorgel (Loret, avant 1877) - Sint-Barbarakerk
 Klik op een foto om te vergroten
HET INSTRUMENT
Orgelkast - plaats Op de galerij
Orgelkast - stijl  Neogotisch
Gebruikte materialen Eik en zink of witte ijzer voor de pijpen
Opstelling van de pijpen Vers le centre de la tribune, 4 plates-faces de 5 tuyaux chacune et ce, pour les deux meubles. En façade de chaquie côté, une tourelle de 5 tuyaux puis une plate-face inclinée vers les côtés comportant 13 tuyaux.
Beschrijving van de orgelkast Deze orgelkas in neogotische stijl telt 2 delen aan weerszijden van het westelijke vensterwerk. Het is gebouwd in massief donker eik, en georganiseerd in velden. Celles qui font face au centre de la tribune on la particularité d'être constituées d'un cadre comportant les tuyaux, cadre qui est fixé sur des charnière et s'ouvre comme de grandes portes vers l'intérieur de l'orgue, notamment, pour accorder les anches. Le corps de gauche abrite le côté C de la Pédale et le Récit expressif tandis que le meuble de droite abrite le Grand-Orgue et la côté C# de la Pédale. Le soubassement comporte de nombreux panneaux escamotable et il y a même une petite armoire à partitions dans le meuble de gauche, à l'avant. La décoration néogothique est particulièrement visible au sommet où l'on voit des pinacles, des fleurs de lys.
Speeltafel - stijl Romantisch; past bij de hoofdkas
Speeltafel - beschrijving Vrijstaande speeltafel, opgesteld in het midden van de galerij, tussen de twee orgelkassen. Panneaux escamotables sur les quatre faces (de même type qu'au Loret du Couvent Saint-Antoine). Couvercle à lames de chêne coulissant en arrondi. Décoration néogothique dans les panneaux.
Speeltafel - plaats Omgekeerd in de voorkant centrum van de galerij
Speeltafel - materialen Eik
Stemming Diapason 431.7 Hz
Temperatuur Gelijkzwevend
Akoestiek Ongeveer 2,5 seconden
Orgelbouwer(s) Camille Loret
HET INSTRUMENT
Orgelkast - stijl  Neogotisch
Speeltafel - stijl Romantisch; past bij de hoofdkas
Orgelbouwer(s) Camille Loret
HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT
WERKEN
Begindatum 1975
Einddatum 1980
Type werkzaamheden Restauratie
Naam van de orgelbouwer Draps
Type werkzaamheden A la console, on croit que la Voix Céleste fait partie du concept original de l'orgue. C'est lorsque l'on voit le sommier et son élargissement vers le fond de même que la tuyauterie plus récente que le reste que l'on comprend que ce jeu a été ajouté à une date ultérieure. Serait-ce encore Loret puisque le registre s'intègre parfaitement avec les autres ou à une date ultérieure qu'on a placé ce jeu ? Il y a donc une chape supplémentaire avec un registre mais ce sont des petits postages coudés placés au bout de chaque gravures qui alimentent chaque note de la Voix Céleste.
Naam van de orgelbouwer Camille Loret
HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT
Werken
Begindatum 1975
Einddatum 1980
Naam van de orgelbouwer Draps
Naam van de orgelbouwer Camille Loret
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT
Speeltafel
Structuur speeltafel en muziekstaander 
Pupitre monté sur deux lames en fer qui s'insèrent dans des guides sur la face supérieure du meuble. L'intérieur est composé des deux claviers qu'entourent des gradins en chêne dans lesquels ont pris place les registres sur trois rangées.
Aantal klavieren 
2
Omvang van de klavieren 
56 toetsen, C - g'''
Beschrijving van de toetsen 
Kunststof bekleding
Beschrijving van de boventoetsen 
Ebbenhout
Beschrijving van de bakstukken of kader 
Hout van de granaatboom of vergelijkbaar
Omvang van het voetklavier 
30 toetsen, C - f'
Materialen van het voetklavier 
Chêne, touches parallèles et feintes en arc de cercle
Registers 
Registres avec tirant et pommeau en chêne muni d'un médaillon en porcelaine sur lequel est inscrit le nom du jeu. Le fond des médaillons est blanc pour le Grand-Orgue, rose pour le Récit et verdâtre pour la Pédale.
Koppelingen 
Pedalen in ijzer
Voetsteun 
Op de bank et het pedaal
Met de voet bediende organen 
Cuillers en fer pour appeler (sans dénomination inscrite) :
Tirasse Grand-Orgue, Tirasse Récit, Accouplement des claviers.
Bascule en bois pour l'expression du Récit puis cuiller en fer pour le Tremolo du Récit.
Toebehoren 
Interrupteur noir sous la table des claviers pour alumer le moteur et l'éclairage du pédalier. Nombreuses lampes en applique sur le buffet pour éclairer le meuble ou la tribune.
Adresplaat 
Médaillon ovale en porcelaine placé à plat sur le gradin supérieur à gauche des claviers. Il était anciennement placé verticalement au-dessus du clavier de Récit. Il y est écrit noir sur blanc :
Manufacture de Grandes Orgues d'Eglise
François Loret (gotische letters)
à Malines
 
Klavieren en voetklavieren
  • Naam 
    Hoofdwerk
    Omvang 
    56 toetsen, C - g'''
    Registers 
    Viole 8
    Bourdon 8
    Bourdon 16
    Montre 8
    Flûte 4
    Prestant 4
    Fourniture 3r. (2')
    Trompette 8
    Koppelingen 
    (Reciet aan Hauptwerk)
    Bijzonderheden 
    Fourniture de 3 rangs avec une reprise à c'' où la Tierce apparaît
  • Naam 
    Reciet
    Omvang 
    56 toetsen, C - g'''
    Registers 
    Flûte harm 8
    Flûte 4
    Eoline 4
    Basson Hautbois 8
    Salicional 8
    Voix Céleste 8
    Tremulant 
    Tremulant
    Bijzonderheden 
    Zwelwerk
  • Naam 
    Pedaal
    Omvang 
    30 toetsen, C - f'
    Registers 
    Sousbasse 16
    Flûte ouverte 8
    Koppelingen 
    (Tirasse Hauptwerk)
    (Tirasse Reciet)
 
Tractuur
  • Naam 
    Hoofdwerk, Reciet en Pedaal
    Noten 
    Mechanisch
    Toetsen 
    Balanstrede
    Zwelkast 
    Mechanisch
    Wellenbord 
    Wellenbord onder de manualen met ijzere wellen en armen samengevoegd op een tafel in eikenhout
 
Windladen
  • Naam van het klavier 
    Reciet
    Type 
    Mechanisch met registers
    Inplanting 
    In het linkse meubel, loodrecht mete de balustrade
    Opstelling van de pijpen 
    Chromatisch van achteraan de galerij naar voor
    Beschrijving van de pijpstok 
    Van achter de windlade naar de kleppenkast :
    Voix Céleste 8' (meer recente toevoegsel)
    Eoline 4'
    Flûte 4'
    Flûte harmonique 8'
    Salicional 8'
    Basson-Hautbois 8'
  • Naam van het klavier 
    Hoofdwerk
    Type 
    Mechanisch met registers
    Inplanting 
    Loodrecht aan de balustrade in het rechtse meubel
    Opstelling van de pijpen 
    Chromatische dispositie van achteraan de galerij naar voor
    Beschrijving van de pijpstok 
    Van achter de windlade naar de kleppenkast :
    Flûte 4'
    Prestant 4'
    Bourdon 8'
    Bourdon 16'
    Montre 8'
    Viole 8'
    Fourniture III
    Trompette 8'
  • Naam van het klavier 
    Pedaal
    Type 
    Mechanisch met registers
    Inplanting 
    Twee windlade loodrecht aan de balustrade, een in elk meubel achter de windladen van de manualen en op de grond
    Aard 
    Windlade van dezelfde type dan aan het Hoofdwerk
    Opstelling van de pijpen 
    Diatonische met C links en C# rechts, van achteraan naar voor het orgel
    Beschrijving van de pijpstok 
    Soubasse tegen de muren en Flûte ouverte voor
 
Pijpwerk
  • Beschrijving 
    Zichtbare pijpen in het front in zink; ook nagebootste pijpen
  • Naam 
    Hauptwerk
    Bijzonderheden 
    Tuyauterie homogène, soigneusement réalisée et à la sonorité généreuse comme les autres jeux
    Beschrijving 
    Quelques remarques sur la tuyauterie :
    BASSES. Soit en zinc ou fer blanc, soit en chêne, le reste en étain.
    MONTRE 8'. Basse en zinc ou fer blanc peint au minium. Il y a une lame de fer horizontale en guise de frein.
    FLÛTE 4'. Bouchée, mais le dessus est ouvert et conique.
    BOURDONS. Basses intégralement en chêne.
    FOURNITURE 3 rangs. Etain, avec 2', 2'2/3 et 1' à C. Reprise à c'' où nous avons 2'2/3, 2' et 1'3/5, c'est-à-dire, avec les fonds, un Cornet principalisant.
    TROMPETTE 8'. Pavillons en étain sur tout le jeu mais, pour les 13 premiers, soudés à un cône en fer lui-même planté dans un autre cône en fer soudé ou planté dans le noyau, puis sept pavillons soudés à un cône en fer planté dans le noyau, puis pavillons soudés aux noyaux. Les pieds sont en étain.
  • Naam 
    Reciet
    Beschrijving 
    Quelques remarques sur les tuyaux :
    Dents fines et régulières, utilisation de freins harmoniques.
    BASSES. Soit en zinc ou fer blanc, soit en chêne. Quelques tuyaux neufs.
    FLÛTE HARMONIQUE 8'. Dessus rallongés et trou harmonique.
    BASSON-HAUTBOIS 8'. Même principe de pavillons qu'à la Trompette du Grand-Orgue. Pavillons évasés, de type Basson, pour tout le jeu.
    VOIX CELESTE 8'. Tuyaux plus récents.
  • Naam 
    Pedaal
    Beschrijving 
    SOUBASSE de bonne taille en chêne.
    FLÛTE ouverte 8'. De bonne taille, en chêne puis en étain. L'un ou l'autre tuyau en étain neuf.
 
Windvoorziening
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Voornaamste magazijnbalg
    Lengte 
    230 cm
    Breedte 
    115 cm
    Aantal en type gewichten 
    Grosses pierres
    Aantal en type gewichten 
    Dikke stenen
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Schokbalg
    Beschrijving 
    Onder de windlade van het Hoofdwerk, een schokbreker mat een parallel plooi
    Lengte 
    Environ / ongeveer 85 cm
    Breedte 
    60 cm
    Aantal en type gewichten 
    Ressorts à boudin
    Aantal en type gewichten 
    Spiraalveren
 
Tremolos
  • Naam 
    Reciet
    Type 
    Mete ventiel
    Plaats 
    Onder de windlade
 
Windkanalen
  • Beschrijving 
    Il y a un premier porte-vent qui sort du grand réservoir, traverse le mur perforé arrive dans un collecteur situé dans le soubassement du Grand-Orgue et de là part un porte-vent pour chaque sommier.
    Materialen 
    Hout
 
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT
Speeltafel Klavier(en) en voetklavier(en) : 3
Klavier(en) en voetklavier(en) Hoofdwerk, Reciet, Pedaal
Tractuur
Hoofdwerk, Reciet en Pedaal Mechanisch
Het gebouw
Sint-Barbarakerk

Sint-Barbarakerk

Adres : Hertogin van Brabantplein
1080 Molenbeek-Saint-Jean
Bouwstijl : Neogotiek
Bouw : 1869
Bouwperiode : 19de
Bouwstijl : Neogotiek