Orgels in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Romantischorgel op de galerij (Schyven, 1894)

Institut de la Sainte Famille

Speeltafel  / Romantischorgel op de galerij (Schyven, 1894) - Institut de la Sainte Famille
Orgelkast  / Romantischorgel op de galerij (Schyven, 1894) - Institut de la Sainte Famille
 Klik op een foto om te vergroten
HET INSTRUMENT
Orgelkast - bouwdatum 1894
Orgelkast - plaats Op de galerij
Gebruikte materialen Grenen
Opstelling van de pijpen Geen zichtbaar pijpwerk
Beschrijving van de orgelkast Grote, roomkleurig wit geschilderde zwelkast
Speeltafel - beschrijving Twee klavieren ingebouwd in de orgelkast, daarboven 2 rijen registertrekkers
Speeltafel - plaats Op de linkerkant van de orgelkast
Speeltafel - materialen Eik en fineer van exotisch hout
Ventilator - beschrijving De elektrische ventilator zit ingesloten in een vastgespijkerde kist, rechts van het orgel. Vroeger stond hij in een ruimte naast de galerij. Het externe windkanaal is omwikkeld met een isolerend materiaal zoals gebruikt wordt bij de woningbouw.
Stemming Diapason 443 Hz
Stemming - bijzonderheden Bij 24°C
Temperatuur Gelijkzwevend
Akoestiek ± 2 secondes
Orgelbouwer(s) Pierre Schyven
HET INSTRUMENT
Orgelbouwer(s) Pierre Schyven
HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT
Historiek Het orgel van de schitterende neogotische kapel van het Institut de la Sainte-Famille (Chaumontelstraat) in de Schaarbeekse wijk Helmet, werd oorspronkelijk niet voor deze plaats ontworpen.

In 1884 had Pierre SCHYVEN een orgel aangeboden voor de Expo in Antwerpen. Het was een orgel zonder orgelkas en volledig expressief met twee klavieren en pedaalwerk, en 23 registers (volgens zijn systeem van ontdubbeling en met transformatieve registers).

De samenstelling was als volgt:

Hoofdwerk (56 noten): 4 reële registers

Montre 16' (zonder eerste octaaf)
Montre 8' (ontdubbeld van de Prestant 16')
Prestant 4' (ontdubbeld van de Prestant 8')

Bourdon 16'
Bourdon 8' (ontdubbeld van de Bourdon 16')
Flûte (ontdubbeld van Bourdon 8')

Viola di gamba 16' (zonder eerste octaaf)
Viola di gamba 8' (ontdubbeld van de Viola di gamba 16')

Trompette harmonique 8'
Clairon 4 (ontdubbeld van Overblazende Trompet 8')
Recit (56 noten): 5 reële registers


Flûte traversière 8'
Flûte douce 4' (ontdubbeld van Dwarsfluit 8')
Flageolet 2 (ontdubbeld van de Doesfluit 4')

Dulciana 8'
Fugara 4' (ontdubbeld van Dulciana 8')

Vox céleste 8'
Basson-Hautbois 8'
Vox humanaine 8'

Pédale (27 noten) 2 reële registers


Soubasse 16'
Laag octaaf 8' (ontdubbeld van Sub-bas 16')
Flûte 4' (ontdubbeld van laag octaaf 8')

Bombarde 16'
Trompet 8' (ontdubbeld van Bombarde 16')

Combinatiepedalen (kelen met remgroef')
Grand-Orgue à la pédale
Récit au Grand-Orgue
Trémolo
Expression Récit

Na afloop van de Expo werd het orgel aangekocht door de katholieke privé-vereniging "Koninklijke Burgerkring" en geïnstalleerd in hun concertzaal in de Koningstraat 10 in Antwerpen.
Het inwijdingsconcert op maandag 29 september 1884 werd verzorgd door Alphonse MAILLY en Joseph CALLAERTS.

Émile-Henri KERKHOFF (1887-1956), die het instrument had overgenomen, stelde in juni 1922 voor het te installeren in het Institut de la Sainte-Famille te Brussel.
Er werd geen tijd verloren: in oktober van datzelfde jaar vermeldde La Libre Belgique de installatie van een schitterend orgel in de Kostschool van de Dames de la Sainte-Famille in Helmet.
Het was een geschenk vanwege de familie van een zuster in het Instituut.
In werkelijkheid was het orgelbouwer Boeckx die het orgel in Antwerpen demonteerde (en vermoedelijk ook de installatie verzorgde), in onderaanneming voor Kerkhoff.
Het orgel werd, op enkele details na, in zijn oorspronkelijke staat weer opgebouwd in Helmet.
Nieuwe porseleinen registerplaatjes werden besteld bij Laukhuff in Duitsland.
Een ontwerp van orgelkast, te tekenen door Paul Kerkhoff, de broer van Émile, bleek niet goedgekeurd te worden. Het eerste octaaf van de Bombarde 16 werd niet meer geïnstalleerd.

Het orgel werd vervolgens onderhouden door Maison Kerkhoff tot de dood van Émile-Henri in 1956.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog kwamen Engelse soldaten die in Zaventem waren gelegerd, geregeld op bezoek in de kapel.
Een ervan was orgelbouwer. Hij voerde op dat ogenblik een grondige herstelling uit.

Aan het eind van de jaren 1950 nam de Leuvense firma Van De Loo het onderhoud van het orgel over, op aanbeveling van Dom Kreps.
Vermoedelijk werden op dat ogenblik de Trompet en Klaroen van het Hoofdwerk vervangen door een Kwint 6' (!) en een Doublette 2'. Het orgel werd namelijk te krachtig bevonden.
Ook de opening van de zweldeuren werd beperkt met hetzelfde doel.
Vanaf dan werd het orgel steeds minder gebruikt en uiteindelijk aan zijn lot overgelaten.
WERKEN
Begindatum 1940
Einddatum 1945
Type werkzaamheden Grondige herstelling
Naam van de orgelbouwer Soldat anglais
Begindatum 1960
Type werkzaamheden Grondige herstelling en wijziging van 2 registers
Naam van de orgelbouwer Van de Loo
DOCUMENTATIE
Type Boek
Titel "Inventaire descriptif des archives des facteurs d’orgues Kerkhoff"
Auteur Jean-Pierre Felix
Plaats Brussel
Bijzonderheden 1987
Type Artikel
Titel "Un Schyven méconnu, l'orgue de l'Institut de la Sainte-Famille à Schaerbeek"
Auteur Kerremans Léon
Referenties L'Organiste, 34e année, n° 135 (2002) pages 106-109:
Léon Kerremans: Un Schyven méconnu, l'orgue de l'Institut de la Sainte-Famille à Schaerbeek.
Uitgever Edmond Devos. Rue Romainville, 25, 4520 Bas-Oha
Bijzonderheden Moet nog verschijnen
HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT
Historiek Het orgel van de schitterende neogotische kapel van het Institut de la Sainte-Famille (Chaumontelstraat) in de Schaarbeekse wijk Helmet, werd oorspronkelijk niet...
Werken
Begindatum 1940
Einddatum 1945
Naam van de orgelbouwer Soldat anglais
Begindatum 1960
Naam van de orgelbouwer Van de Loo
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT
Speeltafel
Structuur speeltafel en muziekstaander 
Tegen de orgelkast bevestigd, aan de linkerkant. Een eiken afdekplaat voor een van beide klavieren is verdwenen. Een messing stang met twee doeken beschermt de klavieren.
De bakstukken zijn uitgevoerd in fineer van exotisch hout.
Aantal klavieren 
2
Omvang van de klavieren 
56 toetsen
Beschrijving van de toetsen 
Ivoor met rechte fronten
Breedte van de toetsen 
22 mm
Diepte van de toetsen 
130 mm (80+50)
Breedte van het octaaf 
165 mm
Beschrijving van de boventoetsen 
Ebbenhout, met afgekante fronten
Omvang van het voetklavier 
27 toetsen
Materialen van het voetklavier 
Eik, licht convex, met de kruisen in boogvorm
Registers 
De 23 registertrekkers – opgesteld in twee horizontale rijen boven het tweede klavier – zijn in eik, met een ronde doorsnede en met een registerknop in exotisch hout. Ze zijn voorzien van een porseleinen registerplaatje met de naam van het register (wit voor het Hoofdwerk, paars voor het Reciet en geel voor het Pedaal).
Een trekker (met een wit porseleinen plaatje zonder naam) is geblokkeerd. Het betreft de Bombarde van het Pedaal die in 1922 niet meer werd gemonteerd.
Combinaties 
De 5 hefcombinaties met remgroef zijn in ijzer uitgevoerd.
Hierboven bevindt zich een rij van rechthoekige porseleinen plaatjes, van het type dat KERKHOFF gebruikte: wit voor het pedaalkoppel van het Hoofdwerk en het Zwelwerk, roze voor de andere.
Adresplaat 
Emile KERKHOFF
Breveté Bruxelles
 
Klavieren en voetklavieren
  • Naam 
    Hoofdwerk
    Omvang 
    56 toetsen C-g'''
    Registers 
    Montre 16 (sans première octave)
    Bourdon 16
    Viola di gamba 16 (sans première octave)
    Montre 8
    Bourdon 8
    Viola di gamba 8
    Prestant 4
    Flûte 4
    Quinte 6
    Doublette 2
  • Naam 
    Reciet
    Omvang 
    56 toetsen C-g'''
    Registers 
    Flûte traversière 8
    Dulciana 8
    Voix céleste 8
    Flûte 4
    Fugara 4
    Flageolet 2
    Basson-Hautbois 8
    Voix humaine 8
  • Naam 
    Pedaal
    Omvang 
    27 toetsen C-d'
    Registers 
    Soubasse 16
    Octave basse 8
    Flûte 4
    Trompette 8
  • Naam 
    Hefcombinaties
    Registers 
    Grand-Orgue à la Pédale
    Récit à la Pédale
    Récit au Grand-Orgue
    Trémolo
    Expression Récit
 
Tractuur
  • Noten 
    Mechanisch
    Traject en beschrijving van de mechaniek 
    Balansklavieren: de mechaniek vertrekt vanuit de speeltafel rechtstreeks naar de ijzeren wellen onder de windlades. Deze zijn verbonden met de ventielen. Er zijn dus geen wellenborden voor deze klavieren. De mechaniek van het Pedaalwerk gaat helemaal door de orgelkast en komt uit op een klein wellenbord dat bevestigd is op het rechtergedeelte van de kast.
    Beschrijving van de registers 
    De registers worden geactiveerd door eiken stekers en ijzeren wippers
    Zwelkast 
    Zwelkast in geschilderd grenen voor het hele orgel : mechanische bediening
 
Windladen
  • Type 
    Het orgel bevat twee grote diatonische halfwindlades met dubbele kleppenkast
    Inplanting 
    Opgesteld in de breedtezin van het orgel, links en in het midden, en een chromatische windlade voor het Pedaal, loodrecht op de andere, rechts
    Aard 
    In eik. De buffers van de kleppenkasten sluiten met geschroefde ijzeren klemmen.
    De pijproosters en de stekers zijn in eik.
    Opstelling van de pijpen 
    Op de windlades van het Hoofdwerk en van het Reciet, staan de grootste pijpen op de uiteinden.
    De ut-zijde is links.
    Op de windlades van het Pedaal staan de grootste pijpen achteraan.
    Beschrijving van de pijpstok 
    De windlades zijn gebouwd volgens het gepatenteerde systeem van Merklin-Schyven, het zogenaamde ontdubbelingsysteem of met transformatieve registers. In dit systeem zijn de registers ontdubbeld per octaaf.
    Er was een wijziging van de pijpstokken nodig voor de vervanging van de Trompet/Klaroen door de Kwint 6 en de Doublet 2.
 
Pijpwerk
  • Bijzonderheden 
    Geen front, want het orgel is volledig opgenomen in een mooie, wit geschilderde zwelkast.

    Het interne pijpwerk is van uitstekende kwaliteit, meestal met een hoog tingehalte.
    De lassen zijn zeer verzorgd: er zijn zeer fijne en regelmatige kernsteken op de kernen.
    Alle metalen open pijpen, behalve de allerkleinste, hebben een stemsnede.
    Alle metalen pijpen, behalve de allerkleinste, hebben zijbaarden.
    Gezien het ontdubbelingsysteem zijn de pijpen gegroepeerd per noot.
  • Naam 
    Reciet
    Beschrijving 
    FLÛTE TRAVERSIERE 8'. 12 open pijpen in geschilderd grenen (do1 tot si1), vervoerd (6 op de zijkanten, 6 centraal). 44 open pijpen in tin (do2 tot sol5), harmonisch vanaf de do4.
    FLÛTE 4'. De eerste 24 klanken zijn overgenomen van de Overblazende Fluit 8' (do1 tot si2). 32 open pijpen in tin (enger gemensureerd) (do3 tot sol5), harmonisch vanaf de do3.
    FLAGEOLET 2’. De eerste 24 klanken zijn overgenomen van de Fluit 4' (do1 tot si2). 32 open pijpen in tin (enger gemensureerd) (do3 tot sol5), harmonisch vanaf de do 2.
    DULCIANA 8'. 12 open pijpen in tin (do1 tot si1), vervoerd (6 op de zijkanten, 6 centraal).
    Do1 en re1 hebben nog hun oorspronkelijke snijbaarden in messing; de andere kregen houten rolbaarden. 44 open pijpen in tin (do2 tot sol5), op de windlade, met snijbaarden, behalve voor de allerkleinste.
    FUGARA 4'. De eerste 44 klanken zijn overgenomen van de Dulciaan 8'. 12 open pijpen in tin (sol # 4 tot sol 5).
    VOIX CELESTE 8'. 44 open pijpen in tin (do2 tot sol5), met snijbaarden, behalve voor de allerkleinste.
    BASSON-HAUTBOIS 8'. 56 pijpen met tongwerk, in tin. De kernen zijn vierkant. De stemkrukken zijn in vertind ijzer. Met leder beklede tongen in de lage tonen. Zeer wijd hobo-corpus vanaf fa4. Vertinde kelen.
    VOX HUMAINE 8'. 56 pijpen met tongwerk, in tin, met deksel. De kernen zijn vierkant. De stemkrukken zijn in vertind ijzer. Vertinde kelen. De voeten zijn hoger vanaf do3.
  • Naam 
    Pedaal
    Beschrijving 
    SOUBASSE 16', OCTAVE BASSE 8' en FLÛTE 4' (volledig ontdubbeld register). 24 gedekte pijpen in geschilderd grenen, vervoerd (do1 tot si2). 27 gedekte pijpen in tin, met beweegbare hoeden, op de windlade.
    BOMBARDE 16' en TROMPETTE 8'. De 12 grote Bombarde-pijpen ontbreken. 27 tongpijpen, in tin. De kernen zijn vierkant. De stemkrukken zijn in vertind ijzer. Vertinde kelen.
 
Windvoorziening
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Magazijnbalg
    Beschrijving 
    De blaasinrichting bestaat uit:
    - een grote magazijnbalg van 266 x 103 mm met een inspringende en twee uitspringende vouwen met tussenliggende balgbladen. Deze zit in de sokkel, aan de rechterkant, en voedt het Hoofdwerk en het Pedaal,
    - een kleinere magazijnbalg van 120 x 89 mm met twee inspringende vouwen en tussenliggend balgblad, links van de grote magazijnbalg. Deze voedt het Reciet.
    Beide magazijnbalgen zijn nog in zeer goede staat.
    De grote magazijnbalg wordt gevoed door een stel schepbalgen die worden geactiveerd met een hendel die nog altijd aanwezig is op de rechterzijde van het meubel.
 
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT
Speeltafel Klavier(en) en voetklavier(en) : 4
Klavier(en) en voetklavier(en) Hoofdwerk, Reciet, Pedaal, Hefcombinaties
Tractuur
 Mechanisch
Het gebouw
Institut de la Sainte Famille

Institut de la Sainte Famille

Adres : Chaumontelstraat 5
1030 Schaerbeek
Bouwstijl : Neogotiek
Bouw : 1895-1896
Bouwperiode : 20ste
Bouwstijl : Neogotiek