Orgels in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Neobarok orgel in het koor (Collon, 1977)

Sint-Michiels en Sint-Goedelekathedraal

Klavier  / Neobarok orgel in het koor (Collon, 1977) - Sint-Michiels en Sint-Goedelekathedraal
Architectuur, plaats, inplanting  / Neobarok orgel in het koor (Collon, 1977) - Sint-Michiels en Sint-Goedelekathedraal
 Klik op een foto om te vergroten
HET INSTRUMENT
Orgelkast - architect - bijzonderheden Patrick Collon
Orgelkast - plaats In het koor, helemaal achterin de laatste travee (en dit sinds de komst van het Grenzing-orgel). Oorspronkelijk, in 1977, bevond het orgel zich in de tweede travee van het koor. Vanwege de restauratie van het koor werd het orgel naast het altaar, aan het begin van het dwarsschip geplaatst. Vervolgens stond het gedurende enige tijd tegenover de kansel, alvorens op zijn huidige plaats terecht te komen.
Orgelkast - stijl  Duitse neobarok
Gebruikte materialen Eik
Opstelling van de pijpen Diatonisch (lage tonen), voorts in grote terts
Beschrijving van de orgelkast Effen eiken orgelfront. Vier velden op het eerste niveau, met het eerste octaaf links en rechts. In het midden bevinden zich de pijpen van het grootorgel en het pedaal, vanaf de c, in grote tertsopstelling. Pijpwerk in het front in tin.
Speeltafel - plaats In venster onder het front
Speeltafel - materialen Eik
Persoon belast met het onderhoud Pieter Vanhaecke
Datum/periode van het onderhoud Op aanvraag
Ventilator - beschrijving In de onderkast
Stemming Diapason 440 Hz
Stemming - bijzonderheden Bij 16°C
Temperatuur Werckmeister III
Akoestiek ± 5 seconden
Orgelbouwer(s) Patrick Collon
HET INSTRUMENT
Orgelkast - stijl  Duitse neobarok
Orgelbouwer(s) Patrick Collon
HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT
WERKEN
Begindatum 2003
Einddatum 2004
Naam van de orgelbouwer Pieter Vanhaecke
HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT
Werken
Begindatum 2003
Einddatum 2004
Naam van de orgelbouwer Pieter Vanhaecke
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT
Speeltafel
Structuur speeltafel en muziekstaander 
In venster, onder het front.
Eik.
Vast.
Aantal klavieren 
2
Omvang van de klavieren 
54 toetsen
Beschrijving van de toetsen 
Toetsen in (?) met ebbenhout bekleding
Beschrijving van de boventoetsen 
Ebbenhout met been belegd, licht afgeschuind fronton
Beschrijving van de bakstukken of kader 
Recht eik
Omvang van het voetklavier 
30 toetsen
Materialen van het voetklavier 
Recht en plat.
Eik.
Schuin aflopende boventoetsen.
Registers 
In twee keer twee kolommen, links en rechts van de klavieren. Het HW vormt de binnenste kolom links en rechts, terwijl de registers van het OW in de buitenkolommen staan. De stemmen van het pedaal bevinden zich boven de vier kolommen. De ronde trekkers bestaan uit koper met koperen knoppen. Onder de rechter registers, een registertrekker van dezelfde natuur als voor het Tremulant.
Voetsteun 
Op de bank, in eik
Toebehoren 
Elektrische contact met sleutel voor de motor onder de manualen
 
Klavieren en voetklavieren
  • Naam 
    Bovenwerk (I)
    Omvang 
    54 toetsen C - f'''
    Registers 
    Gedackt (8')
    Quintadena (8') (c)
    Principal (4')
    Rohrflöte (4')
    Nasat (2'2/3)
    Terz (1'3/5)
    Quinte (1'1/3)
    Sifflöte (1')
    Mixtur (III)
    Vox humana (8')
  • Naam 
    Hauptwerk (II)
    Omvang 
    54 toetsen C - f'''
    Registers 
    Bordun (16')
    Principal (8')
    Gedackt (8')
    Octave (4')
    Spitzflöte (4')
    Quinte (2'2/3)
    Superoctave (2')
    Terz (1'3/5)
    Mixtur (IV)
    Cymbel (III)
    Trompete (8')
    Koppelingen 
    II+I (met
    Tremulant 
    Tremulant
    Bijzonderheden 
    Het Tremulant op het hele orgel
  • Naam 
    Pedaal
    Omvang 
    30 toetsen C - f'
    Registers 
    Subbass (16')
    Principalbass (8')
    Octavbass (4')
    Posaunenbass (16')
    Trompetenbass (8')
    Clarinbass (4')
    Koppelingen 
    Hoofdwerk pedaalkoppel
 
Tractuur
  • Naam 
    Oberwerk (I)
    Noten 
    Opgehangen mechaniek
    Toetsen 
    Staartklavier
    Beschrijving van de registers 
    Zoals het Hoofdwerk
    Wellenbord 
    Verticaal wellenbord, achteraan het instrument onder de windlade. Tafel in eik, Multiplex; ijzeren wellen en assen, krammen in hout, stalen armen.
  • Naam 
    Hauptwerk (II)
    Noten 
    Opgehangen speelmechaniek
    Toetsen 
    Staartklavier
    Wellenbord 
    Groot wellenbord op eikenhout tafel gemeenschappelijk met het Pedaal. Koper wellen en armen.
  • Naam 
    Pedaal
    Noten 
    Opgehangen mechaniek
    Toetsen 
    Staartklavier
    Beschrijving van de registers 
    Mechanisch. Zie Hoofdwerk.
    Wellenbord 
    Verticaal wellenbord, achter de wand van de speeltafel. Tafel in eik gemeenschappelijk met het Hoofdwerk.
 
Windladen
  • Naam van het klavier 
    Hauptwerk, Pedal en Oberwerk
    Aard 
    Eik
 
Pijpwerk
  • Naam 
    Hauptwerk, Oberwerk en Pedaal
 
Windvoorziening
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Voornaamste magazijnbalg
    Beschrijving 
    Keilbalg in de onderkast van het orgel in de breedte achter en boven de motor.
    Eik, .
    Lengte 
    210 cm
    Breedte 
    75 cm
    Aantal en type gewichten 
    Plomb
    Aantal en type gewichten 
    Lood
 
Tremolos
  • Naam 
    Hauptwerk, Oberwerk en Pedaal
    Type 
    Met tegengewicht
    Plaats 
    Op het windkanaal, aan de uitgang van de balg
 
Windkanalen
  • Naam 
    Hauptwerk (II), Oberwerk (I) en Pedaal
    Materialen 
    Eik, leer
 
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT
Speeltafel Klavier(en) en voetklavier(en) : 3
Klavier(en) en voetklavier(en) Bovenwerk (I), Hauptwerk (II), Pedaal
Tractuur
Oberwerk (I) Opgehangen mechaniek
Hauptwerk (II) Opgehangen speelmechaniek
Pedaal Opgehangen mechaniek
Het gebouw
Sint-Michiels en Sint-Goedelekathedraal

Sint-Michiels en Sint-Goedelekathedraal

Adres : Sint-Goedelevoorplein
1000 Bruxelles
Bouwstijl : Gotiek
Bouw : 1250
Bouwperiode : 13de
Type : Beschermd bouwwerk bij besluit van 05/03/1936
Orgel(s) aanwezig in dit gebouw