Orgels in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Modern galerijorgel (Stevens, 1950)

Sint-Hendrikskerk

Speeltafel  / Modern galerijorgel (Stevens, 1950) - Sint-Hendrikskerk
Orgelkast  / Modern galerijorgel (Stevens, 1950) - Sint-Hendrikskerk
Orgelkast  / Modern galerijorgel (Stevens, 1950) - Sint-Hendrikskerk
Architectuur, plaats, inplanting  / Modern galerijorgel (Stevens, 1950) - Sint-Hendrikskerk
Architectuur, plaats, inplanting  / Modern galerijorgel (Stevens, 1950) - Sint-Hendrikskerk
 Klik op een foto om te vergroten
HET INSTRUMENT
Orgelkast - bouwdatum 1950
Orgelkast - architect - bijzonderheden De Engelse orgelkast is ouder en van de hand van een ongekende bouwer
Orgelkast - plaats In de beide galerijen links, tweede travee en rechts van het koor
Orgelkast - stijl  Modern
Beschrijving van de orgelkast De galerijen bevinden zich vooraan de twee traveeën waarvan de eerste links wordt ingenomen door het moderne orgel. Het gaat om zichtbare pijpen in zink die van de zijkanten naar het midden in afnemende volgorde geplaatst zijn. Ze zijn rechtstreeks op een kleine windlade geplaatst met elektromagneten en ventielen in een sokkel. De elektromagneten zijn zichtbaar. Pas lager sluit een groen geschilderd grenen paneel het meubel af. De eerste drie pijpen van elke zijde hebben zijbaarden en een snijbaard en vormen een toren bovenop een sluitversiering. In het midden bevinden zich aan elke kant 21 pijpen met zijbaarden, in het midden gescheiden door een houten stijl. De onderkast bestaat louter uit steunbalken die door een groen geschilderd paneel afgesloten zijn, aangezien het orgel slechts de linkerhelft van de ruimte achterin inneemt. Rechts bevindt zich de toegang tot het doksaal en men moet daarvoor onder het orgelfront door. Op de rechtergalerij heeft het zwelwerk een plaats gevonden in de tweede travee, samen met de blaasbalg ervan. De grenen kist is zichtbaar gebleven en het bovengedeelte ervan is geschilderd in gebroken witte kleur. Ze rust op 4 palen, waardoor eronder nog plaats is voor een balg. Vooraan, onder de jaloezieën, zijn twee panelen die met geschroefde haken bevestigd zijn. Op de rechterkant van de kast bevindt zich een kleine uitbouw die de mogelijkheid biedt om de windlade te verlengen voor de hoge noten. Daar bevindt zich ook een klein toegangspaneel.
Speeltafel - beschrijving Geplaatst op de gelijkvloerse verdieping, onder de vierde travee van rechts. De console is in eik. Achteraan bevindt zich een groot, wegklapbaar paneel dat toegang verschaft tot de binnenkant, net als onder de manualen. Die kunnen afgedekt worden door middel van een rolluik.
Speeltafel - materialen Eik
Persoon belast met het onderhoud Romy Casteels
Combinatieschakelaar - type en plaats Van het elektrische type
Stemming Diapason 440 Hz
Temperatuur Gelijkzwevend
Akoestiek 4,5 secondes
Orgelbouwer(s) Cécile Stevens
HET INSTRUMENT
Orgelkast - stijl  Modern
Orgelbouwer(s) Cécile Stevens
HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT
Historiek Het Stevens-orgel is gebouwd voor het Blindeninstituut in Sint-Lambrechts-Woluwe, dat onder meer organisten en pianostemmers opleidde. Het nam toen een centrale plaats in de muziekzaal in, waar lessen werden gegeven maar ook wedstrijden en concerten georganiseerd.

Bij zijn komst in 1976 wordt Pastoor Van Belle van Sint-Hendriks op de hoogte gebracht van de verkoop van het orgel en neemt hij het op zich om het terug te kopen en het in zijn kerk te installeren, in een eerste periode, in losse stukken. Daarop volgt een lange weg van heropbouw, andere opstellingen en variaties in het programma van de werken aan het instrument bestemd voor zijn kerk.

Desondanks en niettegenstaande de kwaliteit van verschillende stemmen en een soms heel uiteenlopende esthetiek, is het instrument nooit afgeraakt en heeft het ook nooit, zelfs niet ten dele, tot optimale tevredenheid zijn nochtans talrijke mogelijkheden kunnen laten klinken. Er is zelfs een indrukwekkende batterij tongwerk te bewonderen, 16’, 8’, 4’, in uitbreiding weliswaar, die echter nergens mee verbonden is en dus niet bespeelbaar! Een bezoek aan de binnenzijde laat ons enigszins perplex betreffende de werkmethoden. Zo zijn er bepaalde registers die uit talrijke verschillende pijpen bestaan waarvan men zich de herkomst niet al te best durft voor te stellen, maar er is ook het reduceren van de Mixtuur tot 2 sterk of de verspreiding van stemmen ten voordele van uitgebreide registers!

Om diverse redenen maar zonder twijfel ook vanwege het aanslepende proces en het weinige enthousiasme in het licht van de toegekende budgetten, hebben de verantwoordelijken een tiental jaar geleden besloten om een instrument van het digitale type aan te schaffen. Dat wordt momenteel bij de meeste gelegenheden gebruikt.
In de archieven van het blindeninstituut bevindt zich een document dat werd gedrukt ter gelegenheid van de inhuldiging van het orgel. Ziehier de weergave van de inhoud.


Laudate Dominum in cymbalis jubilationis !

Koninklijk Instituut voor Doofstommen, Blinden en Gezichtszwakken / Sint-Lambrechts-Woluwe /
Op Donderdag 16 Maart 1950, te 15u., bij de voltooiïng van het Concert- & Studieorgel ORGELRECITAL door Meester Flor Peeters / Dhr. J. B. Lemoine en E. Br. Alberic / Leraars aan het Instituut
--------------------------------------------------------------------------------
Het orgel is vervaardigd naar advies van Prof. Flor Peeters volgens het electropneumatisch systeem, door de Firma J. STEVENS, te Duffel.

Er komt zoveel in aanmerking bij de opbouw van een kerkorgel, opdat evenwicht in het klankvolume, glans en helderheid in de stemmen, rijkdom en afwisseling in de registratie het geheel tot een ruime tonale architectuur vermogen op te bouwen. Is het dan te verwonderen dat het vervaardigen van een concert- en studieorgel in een kleinere ruimte, en wel in dienst van het onderricht aan blinde leerlingen, meer dan gewone eisen stelt?
Van uit een tweevoudig standpunt werd de studie ervan begonnen : met een zo rijk mogelijk tutti-ensemble - althans aan een beperkte ruimte aangepast - en uitgerust met de meest gebruikelijke speelhulpen, waarvan een studieorgel dienst voozien.
Voor die delicate opgave mocht het Instituut beroep doen op de rijke ervaring en het zoo gewaardeerd advies van Prof. Flor Peeters die zijn meesterlijk talent reeds zo dikwijls in dienststelde van de opleiding van blinde orgelisten, en van de befaamde Firma Stevens, waarvan tal van voortreffelijke instrumenten borg staan voor een degelijke uitvoering. We brengen hen dan ook graag hulde voor dit zo prachtig geslaagd werk. Br. Alberic.
--------------------------------------------------------------------------------
PROGRAMMA /
1. PRELUDIUM EN FUGA IN D / J. S Bach.

2. DRIE OUDE MEESTERS :
a) Preludium in A / A. Corelli
b) Choraalvoorspel : " Von Himmel hoch, da komm ich her " / J . Pachelbel
c) Giga / J. B. Loeillet

3.
a) CHORAALVOORSPEL : " Nun komm der Heiden Heiland " / J. S. Bach
b) FUGA IN g / J. S. Bach

4. TOCCATA / H. Andriessen

5. ANDANTE - ALLEGRO - ANDANTE (uit : Grande Pièce Symphonique) / C. Franck

6. a) Elégie. b) Choraalvoorspel : "Hoe schoon schittert de Morgenster ". c) Vlaamse Rhapsodie / Flor Peeters.
____________________________________________
Nr 3 wordt uitgevoerd door dhr J. B. Lemoine /
Nr 4 wordt uitgevoerd door E. Br. Alberic /
leraars aan het Instituut
--------------------------------------------------------------------------------
Dispositie van het orgel /
Pedaal C-g' /
Subbas 16/ Zachtbas 16/ Bas 8/ Octaaf 4/ Dulciaan 16/ Trompet 8/
I. Groot Orgel C-c'''' /
Bourdon 16/ Prestant 8/ Gemshoorn 8/ Dwarsfluit 4/ Mixtuur 3-4 s/
II. Positief C-c'''' /
Nachthoorn 8/ Zwegel 4/ Woudfluit 2/ Cymbel 3 s./ Kromhoorn 8/
III. Reciet C-c'''' /
Houten fluit 8/ Wilgenpijp 8/ Zweving 8/ Blokfluit 4/ Nasard 2 2/3/ Octaaf 2/ Terts 1 3/5/ Scherp 3 s./ Dulciaan 16/ Trompet 8/
P + I/ P + II/ P + III/ P + III 4/
I + II/ I + III/ I + III 16/ I + III 4/
II + III/ II + III 16/ II + III 4/
III + III 16/ III - 8 af./ III + III 4/
Tremolo III/ Zwelkast III/
P. / M.F. / F. / T. / Alg. Tutti. / 2 vrij combinaties/
Auto. en registreerbaar pedaal. /
Deelbare combinatie. /
____________________________________________
J. VAN IN & C°, N. V., Lier.
WERKEN
Begindatum 1976
Einddatum Onvoltooid
Bijzonderheden Bij gebrek aan financiële middelen, volgens de orgelbouwer. Verandering van het programma voor de werken, tijdens de uitvoering ervan.
Type werkzaamheden Het Stevens-orgel werd gesplitst om in twee delen te kunnen opgesteld worden aan beide zijden van het koor.

Overigens is het materiaal van het eerste manuaal gebruikt voor een ander instrument, om plaats te maken voor het Engelse orgel dat ingevoegd werd in de algemene opstelling met drie manualen, aangezien de verschillende stemmen daarvan maar meer tot spreken gebracht werden vanaf het eerste manuaal van de nieuwe speeltafel.

Het Stevens-orgel heeft veranderingen ondergaan ten opzichte van de oorspronkelijke opstelling en registers kregen een onderkomen op verschillende plaatsen op de galerijen, in de nabijheid van de hoofdkasten. Bepaalde stemmen lijken verwijderd te zijn ten voordele van uitgebreide registers zoals op het positief en het pedaal. Heel wat stemmen hebben hun hoogste pijp(en) niet gekregen en een grote batterij tongwerk van het uitgebreide pedaal is wel op de windlade geplaatst maar wacht nog om in werking gesteld te worden. Bepaalde stemmen, zoals de Dulciaan 16’, zijn met een grote homogeniteit gemaakt. Andere daarentegen zijn onvolledig en werden aangevuld met diverse gerecupereerde pijpen, soms uit verschillende perioden.
Naam van de orgelbouwer Romy Casteels
Ligging van de werkplaats Duffel
HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT
Historiek Het Stevens-orgel is gebouwd voor het Blindeninstituut in Sint-Lambrechts-Woluwe, dat onder meer organisten en pianostemmers opleidde. Het nam toen een centrale...
Werken
Begindatum 1976
Einddatum Onvoltooid
Naam van de orgelbouwer Romy Casteels
Ligging van de werkplaats Duffel
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT
Speeltafel
Structuur speeltafel en muziekstaander 
Speeltafel met registerterrassen. De binnenzijde is met palissander afgewerkt. De muziekstaander is instelbaar en op twee metalen plaatjes gemonteerd die in de bovenzijde van de speeltafel schuiven.
Aantal klavieren 
3
Omvang van de klavieren 
61 toetsen
Beschrijving van de toetsen 
Grenen toetsen met afgeschuind fronton en met kunststof belegd
Breedte van de toetsen 
22 mm
Diepte van de toetsen 
I : 135 mm, II : 132 mm ; III : 134 mm
Breedte van het octaaf 
165 mm
Beschrijving van de boventoetsen 
Grenen, bekleed met gevernist en zwart gekleurd hout
Diepte van de boventoetsen 
73-80 mm
Beschrijving van de bakstukken of kader 
Recht en uit dezelfde materialen als de binnenkant
Omvang van het voetklavier 
32 toetsen
Materialen van het voetklavier 
Recht en concaaf of plat. De boventoetsen zijn in een cirkelboog geplaatst. De treden zijn van eik en belegd met ceder voor de natuurlijke tonen en palissander voor de kruisen. De frontons zijn iets afgerond en licht hellend.
Registers 
Registerwippers op twee horizontale rijen links en rechts van de manualen. Boven het manuaal voor het Reciet is er een rij van 9 registerwippers van recentere makelij voor het Hoofdwerk. Alle wippers zijn wit met in het zwart gegraveerd de aanduidingen. Bovenaan het register staat I, II, III of P, afhankelijk van het respectieve klavier. Alle oude registerwippers hebben een aanduiding in brailleschrift.
Alle registers van het pedaal en het positief die aangeduid worden door middel van afkortingen zijn in realiteit overdekt met een zelfklevend etiket waarop met een zwarte viltstift is geschreven.
Koppelingen 
De koppelingen worden bediend door manuele registers en zijn gescheiden van de registers door een klein houten blokje. Vroeger werden de koppelingen bediend door 7 metalen knoppen aan de voeten, maar die lijken buiten gebruik.
Combinaties 
Boven de oude registers, zijn er boven elkaar telkens twee kleine lipjes waarmee een vrije combinatie en een deelbare combinatie kunnen geregistreerd worden.
Die combinaties worden ingeschakeld door middel van twee witte knoppen onder het 1e manuaal met de aanduiding “Vrij comb. I” en “Vrij comb. II”, en een zwarte knop die als afsteller dienst doet.
Er zijn ook vier witte knoppen: P., MF., F. en T.
Op de linkerzijwand staat op de knoppen “Aut. Ped.” en “Vrij Reg. Ped I.” Op het andere bakstuk is een identieke knop te vinden met de aanduidingen “Vrij Reg. Ped II” en “Vrij Reg. Ped. III.”.
Voetsteun 
Vooraan het pedaalklavier is een voetsteun in eik die de boog van de noten volgt en waarop twee hellende blokken bevestigd zijn, ook in eik.
Met de voet bediende organen 
Op die blokken van de voetsteun staan links 7 pedaalknoppen waarvan de etiketten verborgen zijn en rechts nog eens 7 pedaalknoppen met verklikkerlichtjes en etiketten: 5 onderaan « Deelbare Combinatie » waarvan « Pedaal », « Groot Orgel », « Positief », « Reciet » en « Algemeen ».
De drie knoppen onderaan links roepen de Bombarde, de Trompet en de Klaroen van het pedaal op.
De twee bovenste knoppen roepen de «Tutti» (opgegeven) en de «Tremolo» op.
Tussen de twee blokken bevindt zich de balanstrede voor het zwelwerk van het Reciet.
Toebehoren 
Op de rechterflank is een wijzerplaat die van 0 tot 30 het voltage aanwijst. Op het tabletje rechts van de zijwand, drie elektrische schakelaars voor de motoren van REC, POS en H.W..
Adresplaat 
Op de stootlijst van het derde manuaal, in koperen letters:
JOS STEVENS Duffel.
 
Klavieren en voetklavieren
  • Naam 
    Hoofdwerk
    Omvang 
    61 toetsen C-c''''
    Registers 
    Bourdon 16’
    Diapason 8’
    Clarabella 8’
    Gamba 8’
    Salicional 8’
    Principal 4’
    Flûte 4’
    Mixture II p.
    Cornopean 8’
    Koppelingen 
    I + II
    I + III 16
    I + III
    I + III 4
    Bijzonderheden 
    Oorspronkelijk werden deze stemmen bespeeld vanaf twee manualen en het voetklavier die zich in de speeltafel in het vensterklavier bevinden, onder het front van het engelse orgel
  • Naam 
    Positief
    Omvang 
    61 toetsen C-c''''
    Registers 
    P 8’ *
    Nh 8’ (2 dernières notes muettes/2 laatste noten doof)
    P 4’ *
    Kb 4’ (muet/doof)
    Zwegel 4 (jusque sol’’’tot sol''')
    O 2’ * (jusque ré’’’/tot re''')
    Woud fluit 2 (2 dernières notes muettes/2 laatste noten doof)
    Mixtuur 3-4s (muet/doof)
    Cymbel 3s (1/2’) (Dernière octave : 1 rang et plusieurs notes muettes/laatste octaaf: 1ste rang meerdere noten doof)
    Kromhoorn 8 (2 dernières notes muettes/2 laatste noten doof)
    Koppelingen 
    II + III
    II + III 16
    II + III 4
    Bijzonderheden 
    * : registers met uitbreidingen
  • Naam 
    Reciet
    Omvang 
    61 toetsen C-c''''
    Registers 
    Houtenfluit 8 (dernière note muette/laatste noot doof)
    Wilgenpijp 8
    Zweving 8 (à ut)
    Blokfluit 4
    Nasard 2'2/3
    Octaaf 2 (ut’’’ à ut’’’’ muet/ut''' tot ut'''' doof)
    Terts 1'3/5 (jusque sol’’’ puis muet, actuellement seul parle le côté ut#/tot sol''' dan doof, heden werkt de kant van ut#)
    Scherp 3s (1’1/3 avec reprises à tous les do. En fait 2 rangs/met herhaling van alle do's. In feite 2 rangen)
    Dulciaan 16
    Trompet 8
    Koppelingen 
    III + III 16'
    III + III af
    III + III 4'
    Tremulant 
    Tremulant
  • Naam 
    Pedaal
    Omvang 
    32 toetsen C-g'
    Registers 
    Sb 32’ *** (En réalité ZB 16’ plus le même jeu à la quinte/In realiteit 2B16 voet en dezelfde register in de quint)
    Princ 16’ **
    Sb 16’
    ZB 16’ ***
    Okb. 8’ ** (12 premiers communs avec le Principal 8’ du Positif/de 12 eerste gemeenschappelijk met de Principaal 8' van het Positief)
    Bas 8’ ***
    (Bombarde 16’ ****)
    (Trompette 8’ ****)
    (Clairon 4’ ****)
    Koppelingen 
    P + I
    P + II
    P + III
    P + III 4'
    Bijzonderheden 
    **, *** en **** : registers met uitbreidingen
 
Tractuur
  • Naam 
    Tutti
    Noten 
    Elektrisch
    Toetsen 
    Staartklavier en voorzien van een elektrisch contact
    Traject en beschrijving van de mechaniek 
    In de console bevinden zich 9 contactdozen met stangen en naalden in koper voor alle stemmen van de pedaalkoppelingen en combinaties. Onder elke doos zitten even veel elektromagneten als er kolommen met contacten zijn. Een paneel verzamelt alle contacten van de noten en verbindt ze met de kabels die onder de vloer van de verhoging verdwijnen naar de verschillende onderdelen van het orgel
    Onder de windladen bevinden zich elektromagneten, van het gewone type of van het type Reisner, al dan niet zichtbaar.
    Beschrijving van de registers 
    Een klein staafje, bevestigd aan de registers, drukt tegen een koperen contact. Draden in een katoenen omhulsel verbinden vervolgens de verschillende contactdozen. Onder de verschillende windladen bevinden zich elektromagneten die de ventielen of de membranen optillen, afhankelijk van het geval, of die aan de abstracten trekken, zoals bij het Engelse orgel.
    Zwelkast 
    Het pedaal is rechtstreeks verbonden met een klein apparaat dat een wieltje bevat waarmee de stroom verdeeld wordt over opening of sluiting. De draden vertrekken vervolgens naar het reciet. Onder de windlade is er, naast de balg, een doos die de opening van de zwelkast regelt. Ze is met de balg verbonden, door middel van een klein windkanaal en heeft zeven elektromagneten die achtereenvolgens ingeschakeld worden.
  • Naam 
    Pedaal
    Noten 
    Elektrisch
    Toetsen 
    Staartklavier met een veer onder de voorzijde van de toets
    Traject en beschrijving van de mechaniek 
    De kop van elke trede drukt op een tongetje dat in een kleine houten kist verdwijnt die de elektrische contacten bevat
 
Windladen
  • Type 
    Algemeen type met ventielen, vervolgens een membraan en een ventiel voor elke noot
    Inplanting 
    Links van het engelse orgel, een haaks opgestelde windlade voor de tongstemmen van het pedaal en rechts een windlade voor de 16-voets principaal van het pedaal.
    Het Positief staat haaks en tegenover de individuele windladen voor de Principaal 8' en de discant van de Principaal 16’ van het pedaal.
    Links van het Positief, een windlade voor de discant van het Octaaf 2’ en de Subbas 16' onder de arcade. Achter het Positief en rechts twee diatonische windladen voor de Subbas 16'.
    Het Reciet parallel met de kerk en links ervan onder de arcade, de Subbas dolce 16’ op drie individuele windladen, haaks op de kerk.
  • Naam van het klavier 
    Hoofdwerk
    Aard 
    Zie Engels orgel
  • Naam van het klavier 
    Positief
    Aard 
    Windladen met ventielen en membranen, vervaardigd uit gevernist grenen. De pijproosters zijn in eik, op eiken mannetjes maar ook in Multiplex en grenen. Alle vervoeringen van de pijpen zijn in Westaflex.
    Opstelling van de pijpen 
    Diatonisch, van voor naar achter op de windlade en in twee delen
    Beschrijving van de pijpstok 
    Van de zijkanten naar het midden:
    Zwegel 4’
    Nachthoorn 8’
    Woudfluit 2’
    Cimbaal (pijpstok voor 3 pijpen)
    Kromhoorn 8'
    In het front en onder de boog: Principalen 8’, 4’ en 2’
  • Naam van het klavier 
    Reciet
    Aard 
    In gevernist grenen, net als de pijproosters met elektromagnetische contactdoos vooraan voor de noten en op de onderkant links, voor de motorisch bediende registers
    Opstelling van de pijpen 
    Diatonisch, in piramidale opstelling
    Beschrijving van de pijpstok 
    Houtenfluit 8'
    Zweving 8'
    Wilgenpijp 8'
    Blokfluit 4'
    Nasard 2'2/3
    Octaaf 2
    Terts 1'3/5
    Scherp (pijpstok voor 3 pijpen)
    Dulciaan 16
    Trompet 8
  • Aard 
    Windladen in grenen, met elektrische bediening en elektromagneten in de windlade, behalve voor de Principal 16 met elektromagneten van het type Reisner op de onderkant. Alle vervoeringen van de pijpen zijn in Westaflex.
    Opstelling van de pijpen 
    Subbas dolce 16, 12 diatonische noten, in V-opstelling op één windlade, vervolgens chromatisch op 2 windladen.
    Subbas 16’, volledig diatonisch.
    Principaal 16’, chromatisch.
    De tongpijpen van het pedaal chromatisch op een windlade waar met drie vrije plaatsen bij de lage en 6 bij de hoge tonen.
 
Pijpwerk
  • Naam 
    Hoofdwerk
    Bijzonderheden 
    Het oorspronkelijk pijpwerk is, net als het mechaniek, verdwenen om plaats te maken voor het engelse orgel
  • Naam 
    Positief
    Bijzonderheden 
    De pijpen op de windlade, voorzien voor 61 toetsen, zijn opgesteld in twee kanten UT# links en UT rechts, tegenover elkaar en van voor naar achter gaand, met een loopplank tussen beide in.
    Beschrijving vanaf de zijkanten naar het midden.
    Beschrijving 
    ZWEGEL 4’ (56 pijpen). 2 x 9 pijpen in zink met zijbaarden, spitslabium en houten stop. 7 en 8 tinnen pijpen met hoed en zijbaarden. 2 x 7 open pijpen in tin met stemkrul en vervolgens 5 en 4 pijpen op toonhoogte gesneden. Tot slot 8 en 9 lege boorgaten.
    NACHTHOORN 8’. Voor de windladen, 2 x 6 pijpen vervoerde pijpen in gevernist grenenhout, voorzien van een stemstop. Op de windlade, 2 x 4 pijpen in zink met hoed en zijbaarden. 2 x 18 tinnen pijpen met hoed en zijbaarden. Tot slot 2 en 3 conische pijpen op toonhoogte gesneden.
    WOUDFLUIT 2’. 2 x 12 conische pijpen in tin met stemkrul waarvan de eerste 2 x 10 voorzien zijn van zijbaarden, vervolgens 18 en 19 conische pijpen op toonhoogte gesneden.
    CYMBAAL 3s 1/2’ tot fa#’’’’, in werkelijkheid 2 sterk met repetities op de do, do’, do’’, do’’’ en do’’’’. 2 x 48 tinnen pijpen waarvan de eerste 2 x 4 een stemkrul hebben en de andere op toonhoogte gesneden zijn. Vervolgens een rij van 3 en 4 pijpen op toonhoogte gesneden en ten slotte 3 noten zonder pijpen aan beide zijden.
    KROMHOORN 8’. 2 x 28 bekers in koper met stemring in tin. Stevels in tin en loden koppen. Vervolgens 2 en 3 tinnen pijpen op toonhoogte gesneden. Op andere windladen in het front en onder de arcade.
    PRINCIPAL 8’, PRESTANT 4’ en OCTAAF 2’ (75 pijpen tot de re’’’’’). 2 x 2 frontpijpen, vervoerd tot achter de torens, vervolgens in de torens 2 x 3 pijpen in zink met snijbaard en stemkrul. Nog altijd in het orgelfront 21 pijpen in zink met zijbaarden en stemkrul. Onder de boog tinnen pijpen in een diatonische opstelling: 11 en 12 pijpen met stemkrul, vervolgens 11 en 10 op toonhoogte gesneden.
  • Naam 
    Reciet
    Bijzonderheden 
    61 pijpen in mitraopstelling: DO rechts en DO# links, waarbij elke kant verdeeld is in twee verschillende delen van 16 pijpen, vervolgens nog 14 links en 15 rechts.
    Beschrijving 
    HOUTENFLUIT 8’ (60 pijpen). 2 x 12 pijpen in gevernist grenen, met houten stemklep, vervolgens 2 x 3 pijpen in hout met de stemklep in tin. Tot slot, meer naar voor op de windlade 2 x 8 identieke pijpen en 2 x 6 tinnen pijpen, op toonhoogte gesneden.
    ZWEVING 8’ (49 pijpen op do). 2 x 6 pijpen in zink met stemkrul, vervolgens 2 x 4 tinnen pijpen met stemkrul. Tot slot, 14 en 15 tinnen pijpen met stemkrul.
    WILGENPIJP 8’. 2 x 12 pijpen in zink met stemkrul en 2 x 4 in tin met stemkrul. Op de zijkanten, 8 en 9 pijpen identiek aan de vorige, vervolgens 6 en 6 pijpen op toonhoogte gesneden.
    BLOKFLUIT 4’. 2 x 6 pijpen in zink met hoed en zijbaarden en conische pijpen, 2 x 10 in tin met stemkrul. Op een van de zijkanten 14 tinnen pijpen, waarvan 1 en 3 met stemkrul, de andere op toonhoogte gesneden en aan de andere kant 3 pijpen met stemkrul en 12 op toonhoogte gesneden.
    NASARD 2’ 2/3 (48 pijpen). 2 x 13 tinnen pijpen met hoed en zijbaarden vervolgens 2 x 3 pijpen op toonhoogte gesneden waarvan rechts 1 verschillende, 2 en 3 conische met zijbaarden. Op de zijkanten 14 en 15 conische pijpen, op toonhoogte gesneden.
    OCTAAF 2’. (48 pijpen). 9 en 10 tinnen pijpen met stemkrul, vervolgens 7 en 6 pijpen op toonhoogte gesneden. Op de zijkanten 2 x 8 pijpen op toonhoogte gesneden, rechts 2 pijpen van verschillende makelij. (do’’’ tot do’’’’ stom)
    TERTS 1’ 3/5 (55 pijpen). 2 x 16 tinnen pijpen op toonhoogte gesneden en op de zijkanten 11 en de 1e ontbrekend) en 12 pijpen op toonhoogte gesneden.
    SCHERP 3s 1’ 1/3 (2 x 56 pijpen). In werkelijkheid 2 sterk, met repetitie op do, do’ en do’’. 2 x 32 tinnen pijpen met stemkrul en op de zijkanten 2 x 22 identieke pijpen, waarvan 12 links en 10 rechts op toonhoogte gesneden zijn.
    DULCIAAN 16’. 2 x 16 pijpen waarvan: 2 x 12 bekers in zink en 2 x 4 in tin, 2 x 12 met kleine koperen kegel die in de kop verdwijnt. Zinken stevels en loden koppen. Op de zijkanten 14 en 15 pijpen met stevels en bekers in tin. Ze hebben alle een hoed met een tinnen stemklep.
    TROMPET 8’. 2 x 16 pijpen met bekers en stevels in tin. De pijpen 2 tot 9 hebben aan elke kant een kleine kegel in koper die in de kop verdwijnt. 6 tot 10 en 6 tot 11 duiken omgekeerd in de kop in vergelijking met de rest. Op de zijkanten 2 x 11 pijpen identiek aan de voorgaande en vervolgens 3 en 4 tinnen pijpen met stemkrul.
  • Naam 
    Pedaal
    Beschrijving 
    PRINCIPAAL 16’. 12 grenen pijpen met snijbaard in hout en schuivende stemklep. Vervolgens 12 pijpen in zink met zijbaarden en stemkrul, gemeenschappelijk met de 8-voets Principaal van het Positief. Vervolgens nog 8 identieke pijpen in het front.
    SUBBAS 16’. 12 pijpen in grenen, met stop, zonder opzetstuk, met stof tegen de bovenzijde gekleefd en houten kastbaard voor de mond. 12 identieke pijpen zonder kastbaard, vervolgens 8 pijpen in zink met hoed en zijbaarden.
    SUBBAS DOLCE 16’ (44 pijpen). 2 x 6 diatonische pijpen in grenen, voorzien van een houten kastbaard, houten kroon en stop, zonder opzetstuk. Aanduiding op de pijpen: SB. Vervolgens 12 identieke chromatische pijpen zonder kastbaard en kroon. Tot slot 12 pijpen in zink en 8 in tin met zijbaarden en hoed.
    TONGWERKEN 16’, 8’, 4’ in uitbreiding. Deze stemmen hebben geen registers op de speeltafel om ze in werking te stellen. Alle stevels zijn in spotted. De eerste 28 hebben bovenaan een koperen ring. De koppen zijn van lood en de kelen gedreven. De eerste 12 bekers zijn van zink en ze zijn samen met de volgende 8 in spotted in twee delen gemonteerd, met een koperen ring op de doorsnede. Vervolgens zijn er nog 28 pijpen met beker in spotted metal. Alle schalbekers steken in een koperen kegel die in de kop is ingeplant. Het lijkt erop dat 8 pijpen ontbreken om het laatste octaaf van de Klaroen 4’ vol te maken maar er zijn 6 lege plaatsen in de hoge tonen en 3 in de lage.
 
Windvoorziening
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Magazijnbalg
    Beschrijving 
    Onder het Engelse orgel bevindt zich de oorspronkelijke balg met parallelle vouwen, één in- en één uitslaand
    Lengte 
    222 cm
    Breedte 
    98 cm
    Aantal en type gewichten 
    Deux poids de 20 kilos et quatre barres de fonte plus une demi-brique
    Aantal en type gewichten 
    Twee gewichten van 20 kilogram en vier gietijzeren staven, plus een halve baksteen
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Magazijnbalg
    Beschrijving 
    Onder het positief, links en tegen de regelklepkast geplaatst, bevindt zich op de vloer zelf geïnstalleerd een grenenhouten balg met een parallelle vouw. Een windkanaal van 19,7 x 15 cm verlaat de balg om een tweede binnen te gaan, ook met één parallelle vouw, onder het midden van de windlade.
    Lengte 
    110 cm & 100 cm
    Breedte 
    70 cm & 60 cm
    Aantal en type gewichten 
    Sur ces soufflet il y a des pierres, des briques et des caisses en carton remplies de morceaux de vitraux (sans doute des pièces de réserves pour les fenêtres)!
    Aantal en type gewichten 
    Op de balg liggen stenen, bakstenen en kartonen dozen met stukken brandglas (ongetwijfeld reservemateriaal voor de glasramen)!
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Magazijnbalg
    Beschrijving 
    Met parallelle vouwen, één in- en één uitslaande
    In de eerste arcade van de rechter galerij
    Lengte 
    120 cm
    Breedte 
    110 cm
    Aantal en type gewichten 
    Quatre barres de fonte et une caisse avec des vitraux
    Aantal en type gewichten 
    Vier gietijzeren staven en een kist met stukken brandglas
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Magazijnbalg
    Beschrijving 
    Onder de windlade van het reciet is er nog een balg met 1 parallelle vouw
    Lengte 
    120 cm
    Breedte 
    94 cm
    Aantal en type gewichten 
    Six dalles et une barre
    Aantal en type gewichten 
    Zes tegels en een staaf
 
Tremolos
  • Naam 
    Reciet
    Type 
    Niet vastgesteld
 
Windkanalen
  • Naam 
    Engels orgel
    Beschrijving 
    Windkanaal vooraan rechts
    Materialen 
    Grenen
    Afmetingen 
    29 x 8,5 cm voor het Great en achterin links
    28,5 x 8,5 cm voor het Swell
  • Naam 
    Positief
    Beschrijving 
    Bij de eerste balg vertrekken 2 windkanalen om in de windladen van de Principaal 16 aan te komen en in de kleine windlade onder de arcade. Een ander kleiner windkanaal gaat omhoog naar het linker deel van het front, terwijl een windkanaal uit de windlade opzij van de Subbas komt en het rechtergedeelte van het front van wind voorziet.
    1 windkanaal vooraan gaat de twee diatonische windladen binnen, vanwaar weer 2 windkanalen vertrekken naar de windladen. Achteraan de balg vertrekt nog een ander windkanaal vanwaar weer twee kleinere aftakken naar de windladen van de Subbas en een ander dat terugkeert naar de voorzijde van de rechter windlade.
    Materialen 
    PVC dat verandert in Westaflex.
    Karton.
    Afmetingen 
    25 x 20 cm
    19,8 x 15 cm
  • Naam 
    Reciet
    Beschrijving 
    Van de eerste balg vertrekt een windkanaal, onderbroken door een kast van waaruit een klein windkanaal vertrekt naar de Subbas dolce. Hij vervolgt zijn weg naar een andere balg, voorafgegaan door een regelkast en een lederen manchet.
    Materialen 
    Westaflex
    Afmetingen 
    Diameter ongeveer 28 cm.
    Voor de windlade is er links een windkanaal van 20 x 20 cm en rechts een van 19,5 x 18 cm.
  • Naam 
    Pedaal
    Beschrijving 
    Van de balg van het Engels orgel vertrekt een windkanaal naar de windlade voor het tongwerk van het pedaal
    Materialen 
    Westaflex
    Afmetingen 
    10 cm diameter
 
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT
Speeltafel Klavier(en) en voetklavier(en) : 4
Klavier(en) en voetklavier(en) Hoofdwerk, Positief, Reciet, Pedaal
Tractuur
Tutti Elektrisch
Pedaal Elektrisch
Het gebouw
Sint-Hendrikskerk

Sint-Hendrikskerk

Adres : Sint-Hendrikvoorplein
1200 Woluwe-Saint-Lambert
Bouwstijl : Neogotiek
Bouw : 1908-1911
Bouwperiode : 20ste
Bouwstijl : Neogotiek
Orgel(s) aanwezig in dit gebouw
Wandelingen die dit orgel aandoen