Neogotisch galerijorgel (Walcker, 1912)

Sinte-Aleidiskerk

Speeltafel  / Neogotisch galerijorgel (Walcker, 1912) - Sinte-Aleidiskerk
Architectuur, plaats, inplanting  / Neogotisch galerijorgel (Walcker, 1912) - Sinte-Aleidiskerk
 Klik op een foto om te vergroten
HET INSTRUMENT
Orgelkast - bouwdatum 1912
Orgelkast - stijl  Neogotisch of neorenaissance volgens de geschiedenis
Beschrijving van de orgelkast Het orgel staat evenwijdig met de kerk opgesteld aan de rechterkant van de galerij. Het is een rechthoekig meubel met onderkast en bovenbouw in drie delen waarvan het centrale gedeelte het hoogst is en 14 stomme pijpen bevat. Deze pijpen zijn van zink geverfd met menie en een op twee heeft verguldsel op het schild. De samenstellende panelen van het meubel zijn van massieve eik en rijkelijk versierd met beeldhouwwerk in gotische stijl bestaande uit loofwerk, klaverbladen en talrijke liturgische symbolen. Een gebeeldhouwd hoofd van Christus bekroont het meubel. De rechthoek is echter niet volledig want hij steunt aan de linkerkant op de achtermuur van de kerk die als wand van het orgel dient. Achteraan is de onderkast open en het bovenste gedeelte sluit met twee dubbele deuren in vezelplaat in een grenen kader. De eikenhouten elementen zijn duidelijk onvolledig maar het is niet bekend waar de ontbrekende stukken gebleven zijn. In het bovenste gedeelte van de rechterwand bevindt zich een toegangsdeur tot het pijpwerk. In de onderkast stemt een vrij laag maar 12,65 cm breed venster overeen met de speeltafel. De voorkant verbergt de jaloezieën van zwelkast en de andere zijden sluiten de kast van dit expressieve orgel.
Speeltafel - beschrijving Afgezien van enig lijst- en beeldhouwwerk op de stijlen die het manuaal dragen en op de linkerkant van de speeltafel, bestaat het meubel uit panelen van multiplex en diverse planken. Dit zou erop wijzen dat de voorkant en het binnenwerk van de speeltafel deel uitmaken van het oude meubel waarbij de speeltafel in een speelkast was geplaatst.
Speeltafel - plaats Apart van en voor het orgel geplaatst maar opgeschoven naar rechts, vlak bij de balustrade.
Ventilator - beschrijving Eén ventilator, zonder kast aan het uiteinde van de balg geplaatst met een sluitstuk in dierenhuid, gevolgd door een regelkast met roller waaruit een windkanaal vertrekt naar de balg. Aan de andere kant loopt een windkanaal van 160 x 165 mm naar de hoofdwindlade.
Temperatuur Gelijkzwevend
Akoestiek 3 - 4 seconden
Akoestiek - bijzonderheden Lege kerk
Orgelbouwer(s)  E.F. Walcker & Cie de Ludwisburg-Wùrtenburg
HET INSTRUMENT
Orgelkast - stijl  Neogotisch of neorenaissance volgens de geschiedenis
Orgelbouwer(s)  E.F. Walcker & Cie de Ludwisburg-Wùrtenburg
HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT
Historiek De kerk had oorspronkelijk geen orgel en de kerkzangen werden in het begin begeleid op een klein harmonium dat in de linker dwarsbeuk stond. Dit harmonium is waarschijnlijk hetzelfde als hetgene dat vandaag nog op de galerij staat met het merk Estey Organ Co. Beattleboro Dt U.S.A. Het huidige orgel op de galerij dateert van 1912 en werd in 1958 geïnstalleerd door organist en zanger Bernard De Pauw, met de hulp van de leden van het "Chorale Mixte Joli-Bois", later omgedoopt tot "Choral Sainte-Alix", dat hij leidde sinds zijn oprichting in 1955. Het orgel werd na onderzoek door experts als merkwaardig bestempeld, want het was de kopie van een bekend Duits orgel van het einde van de 17de eeuw. Deze toewijzing wordt ondersteund door de aanwezigheid van plaatjes op het meubel die hierna nader worden beschreven. Het instrument met pneumatische tractuur was helaas vaak defect. Raoul Matagne die in 1970 het koor "Chorale Cantamus Domino" oprichtte, slaagde erin het instrument bespeelbaar te houden maar ten koste van voortdurende herstellingen en aanpassingen. Vanaf 1965 opteerde de parochie voor de aankoop van elektronische instrumenten, zoals meest recent nog in 2000. De plannen voor de aankoop van een mechanisch orgel met twee manualen in 1982 gingen niet door wegens de te hoge investering.
Als gevolg van dit alles is het Walckerorgel vandaag volledig verwaarloosd en aan zijn lot overgelaten.
WERKEN
Type werkzaamheden Vervanging van de Salicionaal 8' door een Doublet 2' van een andere bouw dan de andere registers. De datum van deze verandering is niet gekend.
DOCUMENTATIE
Beschrijving GELDERS-MICHEL (Marie-Thérèse) "Sainte-Alix. Une Eglise-Une Paroisse. 1936 –1941 – 2001". Avec le soutien du Syndicat d’Initiative de Woluwe-Saint-Pierre. D/2001/Marie-Thérèse Gelders-Michel, édition, 80 p.

MAWET (Abbé Philippe, éditeur responsable), "Une paroisse vous accueille", parochiebrochure, 16 p.
HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT
Historiek De kerk had oorspronkelijk geen orgel en de kerkzangen werden in het begin begeleid op een klein harmonium dat in de linker dwarsbeuk stond. Dit harmonium is waarschijnlijk...
Werken
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT
Speeltafel
Structuur speeltafel en muziekstaander 
De bakstukken die het manuaal en het blad waarop ze rusten omringen, zijn in geverniste eik.
De houten toetsen zijn bekleed met kunststof voor de diatonische noten en met ebbenhout voor de boventoetsen.
Aantal klavieren 
1
Omvang van de klavieren 
56 toetsen
Breedte van de toetsen 
22 mm
Diepte van de toetsen 
126 mm
Breedte van het octaaf 
161 mm
Diepte van de boventoetsen 
70 - 77 mm
Omvang van het voetklavier 
30 toetsen
Materialen van het voetklavier 
Recht en bestaande uit eikenhouten toetsen gemonteerd op een metalen blad aan het uiteinde
Registers 
Rechts van het manuaal op een rij met blokjes die de pedaalregisters scheiden van het manuaal en de koppelingen.
Kleine houten balansen bekleed met groene kunststof voor het Pedaal en in gebroken wit voor het manuaal. De naam van de registers is in de kunststof gegraveerd.
Koppelingen 
Aan het manuaal
Voetsteun 
Op de bank
Adresplaat 
3 plaatjes op de hoofdkas; op het rechterpaneel, ivoren plaatje : Opus 1694. Erbaut 1912.
Midden, koperen plaatje : Offert par la chorale Joli-Bois, le 9 mars 1958
Rechts, ivoren plaatje : E.F. WALCKER Walcker & Cie Co.
LUDWIGSBURG-WÜRTT. Ludwigsburg – Württ.
 
Klavieren en voetklavieren
  • Naam 
    Manuaal
    Omvang 
    56 toetsen C-g'''
    Registers 
    Montre 8'
    Flûte traversière 8'
    Salicional 8' avec étiquette indiquant Doublette 2’
    Koppelingen 
    Superkoppel
  • Naam 
    Pedaal
    Omvang 
    30 toetsen C-f'
    Registers 
    Soubasse 16
    Koppelingen 
    1 Man z. Ped.
 
Tractuur
  • Noten 
    Pneumatisch buisvormig met druk
    Toetsen 
    Elke toets is aan het uiteinde voorzien van een klein metalen blad dat een kegelventiel opheft dat lucht binnenlaat in elke loden leiding. Deze leidingen vertrekken achter de speeltafel en lopen naar een centrale structuur in de onderkast ter hoogte van de vroegere speeltafel. Vandaar lopen ze naar grenen latten waarop de pneumatische membranen zijn geplaatst. Er is een identiek systeem voor de koppelingen.
    Beschrijving van de registers 
    Voor de registers bestaat er een identiek systeem dat wind toevoert naar drie grote ventielen onder de windlade en dat kleppen bedient die zich in de windlade bevinden
    Zwelkast 
    Boven het voetklavier zijn er drie balanspedalen waarvan de eerste de zwelkast mechanisch in beweging zet. De twee andere pedalen zijn afgekoppeld.
 
Windladen
  • Type 
    Diatonisch, C links en C# rechts
    Inplanting 
    De windlade in eik en met ventielen is evenwijdig met het front geplaatst met één blok per register. De pijproosters zijn in grenen.
    Onder de linkerkant van de grote windlade bevindt zich een kleine windlade van 14 toetsen van dezelfde bouw maar chromatisch, die de voortzetting is voor de discanten en ongetwijfeld voor het superkoppel. Deze kleine windlade wordt gevoed door vier windkanalen komend van de grote windlade.
 
Pijpwerk
  • Beschrijving 
    Het pijpwerk heeft de vorm van een mijter (centrale hoogste pijp met in grootte afnemende pijpen aan weerskanten), met van voor naar achter :
    SUBBAS 16'. 12 pijpen in bruin geschilderd grenen, wat betekent dat de 28 andere noten waarschijnlijk ontleend worden aan de Fluit 8’. De 4 grootste zijn gekropt onder het plafond.
    OVERBLAZNDEN FLUIT 8'. 12 pijpen in bruin geschilderd grenen en de 46 andere in tin waarvan de 18 laatste met dubbele lengte en twee harmonische gaten. De pijpen hebben zijbaarden, behalve de 6 laatste, stemkrul en talrijke en diepe kernprikken. Aan de voorkant van het corpus van elke pijp is in boogvorm gestempeld : Fl. trav. Onder deze boog staat telkens de naam van de noot : a, b, h, c, cs, d, ds, e, f, fs, g, gs, in hoofd- of kleine letter, of nog met een, twee of drie strepen erboven volgens de octaaf. De 12 meest discante pijpen dragen het opschrift : floete man II en de letter van de noot.
    DOUBLET 2'. In tin en van een andere bouw. Deze pijpen hebben een stemkrul, geen zijbaarden een de aanduiding van de noot door een letter.
    PRESTANT 8'. 12 grote pijpen in bruin geschilderd grenen met rolbaard voor de lippen. Twee pijpen zijn bovenaan gekropt, gevolgd door 8 pijpen in zink met zijbaarden waarvan de 4 eerste met rolbaard. De rest is in tin met zijbaarden die almaar kleiner worden en ten slotte geen. De pijpen hebben een stemkrul en boogvormig opschrift : Princip met eronder de letter van de noot.
 
Windvoorziening
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Magazijnbalg
    Beschrijving 
    Achter het orgel is er een ruimte gevolgd door een deur die toegang geeft tot een zolder.
    De balg is op vier grenen stijlen geplaatst en heeft een inspringende vouw met blad en een uitspringende vouw met plooien die aan elk van de twee lange kanten wordt tegengehouden door een parallellogram. Bovenaan dienen zeven platte stenen tegels als tegengewicht.
    Lengte 
    240 cm
    Breedte 
    99 cm
 
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT
Speeltafel Klavier(en) en voetklavier(en) : 2
Klavier(en) en voetklavier(en) Manuaal, Pedaal
Tractuur
 Pneumatisch buisvormig met druk
Het gebouw
Sinte-Aleidiskerk

Sinte-Aleidiskerk

Adres : Sinte-Aleidisvoorplein
1150 Woluwe-Saint-Pierre
Bouwstijl : Modern
Bouw : 1949
Bouwperiode : 20ste
Bouwstijl : Modern