Orgels in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Neogotisch galerijorgel (Van Bever, 1916)

Sint-Lambertuskerk

Architectuur, plaats, inplanting  / Neogotisch galerijorgel (Van Bever, 1916) - Sint-Lambertuskerk
Architectuur, plaats, inplanting  / Neogotisch galerijorgel (Van Bever, 1916) - Sint-Lambertuskerk
 Klik op een foto om te vergroten
HET INSTRUMENT
Orgelkast - bouwdatum 1916
Orgelkast - plaats Op de galerij
Orgelkast - stijl  Neogotisch
Gebruikte materialen Eik en zink voor de pijpen
Opstelling van de pijpen Twee velden met elk 5 orgelpijpen vooraan het orgel en voor elke orgelkast
Beschrijving van de orgelkast Twee groepen aan beide zijden van de galerij; twee velden aan elke kant, in stompe hoek, met elk vijf pijpen. De linkergroep wordt aan de achterkant verlengd met panelen met fijn lijstwerk; de groep aan de rechterkant heeft blinden op de zwelkast. De toegang tot orgeltribune of naar de motorkamer gebeurt langs de muren onder het orgel. Daar bevindt zich ook de toegang voor het onderhoud.
Speeltafel - stijl Neogotisch overeenstemmend met de orgelkast
Speeltafel - beschrijving Centrale kast in eik met eenvoudige gebeeldhouwde motieven. De klavieren zijn bedekt met een deksel met twee vleugels en de lessenaar wordt op het opengeplooid deksel geplaatst.
Speeltafel - plaats Afzonderlijk en omgekeerd in het centrum vooraan de galerij
Speeltafel - materialen Hout, ivoor, metaal
Persoon belast met het onderhoud Draps Jean-Pierre
Datum/periode van het onderhoud Geregeld
Combinatieschakelaar - type en plaats Twee vaste pneumatische combinaties in de speeltafel
Ventilator - beschrijving Meidinger
Temperatuur Gelijkzwevend
Akoestiek Overvloedig
Orgelbouwer(s) Salomon Van Bever
HET INSTRUMENT
Orgelkast - stijl  Neogotisch
Speeltafel - stijl Neogotisch overeenstemmend met de orgelkast
Orgelbouwer(s) Salomon Van Bever
HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT
Historiek Ceuleers is officieel organist sinds februari 2007
HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT
Historiek Ceuleers is officieel organist sinds februari 2007
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT
Speeltafel
Structuur speeltafel en muziekstaander 
Afzonderlijk en omgekeerd in het centrum vooraan het doksaal.
Binnenin bekleed met geverniste eik.
Aantal klavieren 
2
Omvang van de klavieren 
56 toetsen, C - g'''
Beschrijving van de toetsen 
Eik bekleed met ivoor
Breedte van de toetsen 
22 mm
Diepte van de toetsen 
I : 133 mm
II : 137 mm
Breedte van het octaaf 
164 mm
Beschrijving van de boventoetsen 
Bekleed met ebbenhout
Beschrijving van de bakstukken of kader 
Klavierraam en stootlijst boven de klavieren als in ebbenhout
Omvang van het voetklavier 
30 toetsen, C - f'
Materialen van het voetklavier 
Recht en in eik
Lichtjes gebogen
Ut#1 : 142mm ; re#2 : 102 mm
Loodrecht ré3/ré2
Overhangend 170 mm
Registers 
Boven de klavieren
Trekkers met registerplaatjes in porselein
Reciet : paars, Hoofdwerk: wit, Pedaal : blauw
Koppelingen 
Aan de voeten.
Lepels.
Combinaties 
Boven de registers drie kleine drukknoopjes met:
P
O (afsteller)
F
Voetsteun 
Op de bank onder de lepels
Met de voet bediende organen 
P+I
P+II
I+II
?
Expression
Tremolo
Toebehoren 
Grote schakelaar links van de klavieren
Adresplaat 
Op een plaatje in palissanderhout met letters in messing:
Van Bever Frčres
Laeken-Bruxelles
 
Klavieren en voetklavieren
  • Naam 
    Hoofdwerk (I)
    Omvang 
    56 toetsen, C-g'''
    Registers 
    MONTRE 16
    BOURDON 16
    MONTRE 8
    BOURDON 8
    FLŪTE HARMON: 8
    GAMBE 8
    PRESTANT 4
    FOURNITURE (reprises : fa#1-fa#2-fa#3)
    TROMPETTE 8
    CLAIRON 4
    Koppelingen 
    I+II
    Tremulant 
    Tremulant
  • Naam 
    Zwelwerk II
    Omvang 
    56 toetsen, C-g'''
    Registers 
    FLŪTE 8
    SALICIONAL 8
    VOIX CELESTE 8
    COR DE NUIT 8
    FLŪTE ECHO 4
    EOLINE 4'
    QUINTE 2 1/2 (sic)
    BASSON HAUTBOIS 8
    VOIX HUMAINE 8
    Tremulant 
    Tremulant
  • Naam 
    Pedaal
    Omvang 
    30 toetsen, C-f'
    Registers 
    CONTRE BASSE 16
    SOUBASSE 16
    FLŪTE 8
    VIOLONCELLE 8
    BOMBARDE 16 (muet)
    Koppelingen 
    P+I
    P+II
    Bijzonderheden 
    Alle spelen zijn ontleend aan het Hoofdwerk
 
Tractuur
  • Naam 
    Hoofdwerk, Reciet en Pedaal
    Noten 
    Mechanisch
    Toetsen 
    Tuimelaar
    Traject en beschrijving van de mechaniek 
    Dalende abstracten in de speeltafel, dan horizontale abstracten naar het centrum van het doksaal, onder de houten vloer. Op deze plaats horizontale abstracten links naar het hoofdwerk en rechts naar het Reciet. In iedere kast een stel winkelhaken en abstracten die rechtstreeks naar de ventielen gaan.
    Beschrijving van de registers 
    Pneumatische registeractie. Kleine besturingen in de speeltafel, loden conducten naar de windladen waar op de zijkanten grote ventielen zijn om de slepen te doen bewegen.
    Zwelkast 
    Met verticale blinden die mechanisch worden bestuurd
    Wellenbord 
    Klein verticaal wellenbord in de speeltafel voor het pedaal. Metalen rollen op een eiken tafel.
 
Windladen
  • Naam van het klavier 
    Hoofdwerk
    Type 
    Mechanische sleeplade
    Inplanting 
    In de linkse orgelkast, loodrecht op de balustrade van het doksaal, kleppenkast in het centrum van het doksaal
    Aard 
    Eik
    Opstelling van de pijpen 
    Chromatische dispositie van achter het orgel naar voor
    Beschrijving van de pijpstok 
    Van links naar rechts aan het orgel :
    - Montre 16'
    - Montre 8'
    - Flūte harmonique 8'
    - Gambe 8'
    - Bourdon 16'
    - Bourdon 8'
    - Prestant 4'
    - Fourniture
    - Trompette 8'
    - Clairon 4'
    Bijzonderheden 
    Het Pedaal ontleent zijn spelen van het Hoofdwerk
  • Naam van het klavier 
    Reciet
    Type 
    Mechanische sleeplade met registers
    Inplanting 
    Loodrecht op de balustrade, in de rechtse kast en met de kleppenkast naar het centrum van het doksaal
    Aard 
    Eik
    Opstelling van de pijpen 
    Chromatische dispositie van voor het orgel naar achter
    Beschrijving van de pijpstok 
    Van recht naar links :
    - Flūte 8'
    - Voix céleste 8'
    - Salicional 8'
    - Eoline 4'
    - Quinte 2'2/3
    - Cor de nuite 8'
    - Flūte Echo 4'
    - Basson-Hautbois 8'
    - Voix humaine 8'
 
Pijpwerk
  • Naam 
    Reciet
    Beschrijving 
    - FLŪTE 8'. 10 pijpen in zink in het front en 2 houten pijpen achter het front. Vervolgens pijpen in zink, dan in tin.
    - VOIX CELESTE 8'. Zink dan tin.
    - SALICIONAL 8'. 12 pijpen in hout, dan zink, dan tin.
    - EOLINE 4'. Tin met open pijpen.
    - QUINTE 2'2/3. Tin met open pijpen.
    - COR DE NUIT 8'. Tin met hoed.
    - FLŪTE ECHO 4'. Tin met hoed en 12 conische pijpen aan de cis-kant.
    - BASSON-HAUTBOIS 8'. Zink dan tin.
    - VOIX HUMAINE 8'. Tin.
  • Naam 
    Hoofdwerk
    Bijzonderheden 
    12 pijpen die gemeen zijn voor de Bourdon 8' en de Bourdon 16'
    Beschrijving 
    - MONTRE 16'. 2 x 6 geposteerde pijpen op een kleine windlade met membranen achteraan het orgel, links en rechts, vervolgens pijpen op een windlade met membranen achteraan het hoofdwerk. Nog houten orgelpijpen op een windlade, vervolgens 26 pijpen in tin.
    - MONTRE 8'. Bassen in zink dan in tin.
    - FLŪTE HARMONIQUE 8'. Zink, dan tin waarvan 20 harmonische pijpen.
    - GAMBE 8'. Zink dan in tin.
    - BOURDON 16'. Hout, dan 26 pijpen in het tin met hoeden en baarden.
    - BOURDON 8'. De bassen gemeen met Bourdon 16', dan vanaf C, roerpijpen in het tin met hoeden en baarden. Laatste pijpen zijn conisch en op toonhoogte afgesneden.
    - PRESTANT 4'. 12 pijpen in zink dan in tin. Met intoneerlitsen, de laatsten zijn op toonhoogte afgesneden.
    - FOURNITURE 2 en 3 rangen in de ciskant vervolgens 4 rangen. 3 repetities.
    - TROMPETTE 8'. 12 bekers in zink met slof in messing, vervolgens bekers in tin. Voeten in tin. De 12 laatste bekers in overlengte.
    - CLAIRON 4'. Zoals de Trompet: 12 labiaal pijpen in diskant.
 
Windvoorziening
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Schepbalg
    Beschrijving 
    Twee schepbalgen voor de voeten met grote magazijnbalg, twee metalen stengels, verbonden met een houten tuimelaar.
    Tussen beide groepen.
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Magazijnblaasbalg
    Beschrijving 
    In een houten koffer achteraan het doksaal tussen de twee orgelkasten. Blaasbalg met evenwijdige plooien de ene binnenplooiend de andere naar buiten plooiend.
    Lengte 
    197 cm
    Breedte 
    176 cm
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Schokbreker Hoofdwerk
    Beschrijving 
    Blaasbalg met evenwijdige plooien onder de windlade van het Hoofdwerk
    Lengte 
    Environ 100 cm
    Breedte 
    69 cm
    Aantal en type gewichten 
    Sept ressorts ą boudin
    Aantal en type gewichten 
    Zeven gedraaide veren
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Schokbreker Reciet
    Beschrijving 
    Blaasbalg met een parallelplooi onder de windlade van het Reciet
    Lengte 
    90 cm
    Breedte 
    70 cm
    Aantal en type gewichten 
    Six ressorts ą boudin
    Aantal en type gewichten 
    Zes gedraaide veren
 
Tremolos
  • Naam 
    Tremulant voor het Reciet
    Type 
    Met kleppen
    Plaats 
    Onder het Reciet
 
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT
Speeltafel Klavier(en) en voetklavier(en) : 3
Klavier(en) en voetklavier(en) Hoofdwerk (I), Zwelwerk II, Pedaal
Tractuur
Hoofdwerk, Reciet en Pedaal Mechanisch
Het gebouw
Sint-Lambertuskerk

Sint-Lambertuskerk

Adres : Sint-Lambertusplein
1020 Bruxelles-Laeken
Bouwstijl : Neogotiek
Bouw : 1906
Bouwperiode : 20ste
Bouwstijl : Neogotiek