Klassische orgel op de grond (Smets)

Sint-Denijskerk - Abdij van Vorst

Speeltafel  / Klassische orgel op de grond (Smets) - Sint-Denijskerk - Abdij van Vorst
Orgelkast  / Klassische orgel op de grond (Smets) - Sint-Denijskerk - Abdij van Vorst
 Klik op een foto om te vergroten
HET INSTRUMENT
Orgelkast - architect - bijzonderheden Anoniem
Orgelkast - plaats Op de grond, in het centrum van de koor, achter de altaar
Orgelkast - stijl  Barok
Gebruikte materialen Eik, behalve een recente aanpassing aan de achterzijde, in grenen, en de bovenkant van de torens, verfraaid met eenvoudige afsluitingen in Multiplex
Opstelling van de pijpen Drie torens van elk 5 orgelpijpen en twee velden van 7 orgelpijpen alles in tin. De orgelpijpen van het grootste toor hebben een opgeworpen labium. Diatonische mijteropstelling in de torens en door toonhoogte in de velden.
Beschrijving van de orgelkast Klassieke structuur met drie torens waarvan de middelste domineert. Begin 19e eeuw. Zeer sobere opsmuk, beperkt tot enig houtsnijwerk, bloemenslingers boven de velden en de bewerkte voeten van de torens in tolvorm, waarvan de uiteinden zich benedenwaarts voortzetten in een kleine houtsculptuur die een maïskolf suggereert. In het front is de onderkast ingenomen door de speeltafel, op lager niveau is een paneel vernieuwd in 1970. Op de zijkanten zijn er boven vaste panelen en in de onderkast verwijderde panelen. Achteraan geven twee deuren in originele eik toegang tot het pijpwerk. Het grote paneel onderaan is van dennehout (1970) en het bovenste der torens is in fineerhout (1970). Op een oude foto vóór 1926 kan men zeer duidelijk de gebeeldhouwde aanvullingen onderscheiden, heden verdwenen. Oorspronkelijk was de orgelkast vernist, het meubel werd schoon gemaakt en van vernis ontdaan behalve de twee achterdeuren. Verguldsel op de rotspartijen.
Speeltafel - stijl Klassiek
Speeltafel - beschrijving Speeltafel in venster in het orgel vooraan, het manuaal steekt uit de orgelkast en de lessenaar is deels schuin in de orgelkast ingebouwd, alles is in eik
Speeltafel - bijzonderheden In 1926 François Draps de speelinrichting verplaatst van de achterzijde naar de voorzijde van het orgel. De venster en de houten zijwanden bevatten registergaten die zichtbaar zijn.
Bouw - bijzonderheden Op het oude doksaal zijn er nog getuigen van een muzikaal leven waaronder een orgelmotor en een partituurkast
Orgelbouwers - bijzonderheden Toegeschreven aan de orgelbouwer Smets
Datum/periode van het onderhoud Regelmatig
Orgelbouwer(s)  Smets
HET INSTRUMENT
Orgelkast - stijl  Barok
Speeltafel - stijl Klassiek
Orgelbouwer(s)  Smets
HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT
Historiek 1. Bouw toegewezen aan een van de Brusselse orgelbouwers Smets

Volgens een brochure over deze kerk (1) werd het orgel in 1762 besteld door pastoor Vermeulen (2). Indien deze informatie correct is, zou men kunnen denken aan een werk van de Brusselaar Egide Le Blas (°ca 1700 - †ca 1768) vermits deze orgelbouwer toen belast was met het onderhoud van het orgel van de naburige abdij.
Onderzoek van de rekeningen van de kerk, die bewaard bleven van 1653 tot uitgerekend 1762, geeft niet de minste informatie over een eventueel orgel. Dit instrument werd nooit vermeld; er is ook geen spoor van enige vergoeding voor een organist. Meer bepaald het laatste boekjaar dat bewaard bleef voor het Ancien Régime en dat overeenkomt met 1760/62 — het jaar waarin pastoor Vermeulen een orgel zou hebben besteld — zwijgt in alle talen over dit onderwerp.

Het blijft niettemin een feit dat de parochiekerk reeds vóór de Franse Revolutie over een orgel beschikte. Het grafschrift op de grafsteen van organist Egidius Platteau bevestigt dit. Hierna volgt de transcriptie van deze tekst, gebeiteld in een ruitvormige blauwe steen, ingemetseld in de muur aan de buitenkant van het linker transept:


RUST
PLAETSE
VAN
AEGIDIUS PLATTEAU
ORGANIST DER EDELE
ABDYE VAN VORST. TEN TYDE
VAN 52 JAEREN EN 25 DEZER
PROCHIE STERFT DEN 28
AUGUSTUS 1792 OUD 68
JAEREN 5 MAENDEN
REQU[I]ESCAT
IN PACE

(Vertaling: hier rust Egidius Platteau, gedurende 52 jaar organist van de nobele abdij van Vorst, waarvan 25 in deze parochie. Hij stierf op 28 augustus 1792 op de leeftijd van 68 jaar en vijf maand. Hij ruste in vrede.)

Aangezien Platteau er bij zijn dood in 1792 al 25 jaar dienst op had zitten in de parochiekerk, moest deze uiterlijk in 1767 al over een orgel beschikken.

We voegen erbij dat Platteau een gewaardeerd organist was die de muziekactualiteit van zijn tijd op de voet volgde: hij staat op de lijst van intekenaars op het tweede klavecimbelboek dat componist Dieudonné Raick, organist van de kathedraal van Gent, in 1751 of iets daarna publiceerde (3). Op 17 mei 1772 trad hij op als getuige bij de ondertekening van de bestelling van een nieuw orgel voor de abdij. Deze opdracht werd toevertrouwd aan Jan Smets (4).

Hoe dan ook, zelfs indien de Sint-Denijskerk reeds vanaf omstreeks 1760 over een orgel beschikte, dan wijst niets erop dat dit instrument de Franse Revolutie zou hebben overleefd en/of vervangen werd door een ander, kort na de heropening van de kerk en zodra de financiën dit mogelijk maakten.

Het huidige orgel van de Sint-Denijskerk wordt geacht te dateren van het begin van de 19e eeuw. Het bevond zich hier al vanaf 1810 aangezien de aanwezigheid ervan blijkt uit de vergoeding die de koster blijkbaar kreeg voor het opluisteren van de zaterdagmissen in het kader van een stichting die in 1456 werd opgericht door Mejuffrouw Barbara Hertogen (5).

Een andere bron bevestigt dat er in 1827 alleszins al een orgel aanwezig was. Het dat jaar geopende register met de notulen van de vergaderingen van de kerkraad, maakt helemaal geen melding van het instrument, behalve voor het eerst in 1862, ter gelegenheid van de installatie van nieuwe blaasbalgen (6).

Het register dat hiervóór werd gebruikt, dat werd gestart bij de heropening van de kerk in 1801 en dat geldt tot in 1826, had ons het antwoord kunnen geven op de vragen naar herkomst en precieze ouderdom van het orgel, maar dit schrift blijft onvindbaar, zowel op de pastorij van Vorst als in de Algemene Rijksarchieven of in die van het Aartsbisdom Mechelen. De bestelovereenkomst daarentegen, die technische informatie uit eerste hand had kunnen leveren, lijkt niet bewaard gebleven te zijn. In diezelfde context, lijkt het ons overbodig de akten van notarissen te raadplegen: de kerkfabrieken kregen vanaf of na het Concordaat het recht om zelf te onderhandelen, zonder via een notaris te werken, en dit in tegenstelling tot de geëigende werkwijze tot aan het eind van het Ancien Régime.

We voegen eraan toe dat het ontbreken van deze informatie geenszins een handicap vormt voor de benadering van de komende restauratie. De aanwijzingen die de – nog steeds originele – windlade biedt, zijn nagenoeg niet te evenaren.

Feit blijft dat in de zoektocht naar het auteurschap van het orgel van Vorst een document van fundamenteel belang bestaat, in de zin dat het een bevestiging vormt van ons vermoeden (dat we reeds formuleerden in ons voorwoord), namelijk dat het instrument het werk zou kunnen zijn van een van de Brusselse orgelbouwers Smets.

De boekhouding van 1823 tot 1830 leert ons immers dat het onderhoud van dit instrument werd toevertrouwd aan een van de orgelbouwers van die naam, en het gebruik wilde dat deze opdracht normaal zo lang mogelijk werd verzekerd door de bouwer zélf. De toegewezen bedragen (3 tot 12 gulden) suggereren enkel dat het om eenvoudig onderhoudswerk gaat. Voor de historicus vormen ze helaas geen aanwijzing voor een nieuwe constructie (7).

Nog steeds in diezelfde context, lijkt het niet overbodig te wijzen op een werk uit 1802 van orgelbouwer J. Smets: het betreft de renovatie van het orgel van Rossem (Vlaams Brabant) waarvan de samenstelling perfect zou overeenkomen met die van het orgel in Vorst (8):

< Bourdon 8'
< Prestant 4'
< Fluyt 4'
< Octave 2'
< Nazard 3'
< Sexquialter [II] b+d
< Cornet
< Mixture
< Trompet [8'] b+d
< Tremblant
< Ventil

Het klavier zou 54 toetsen tellen, net zoals het orgel in Vorst. Het enige verschil: dit laatste bevat daarnaast een tweede tongwerk; op uitzondering hiervan is de conformiteit totaal.

2. Onderhoud door Pierre-Hubert Anneessens
(minstens vanaf 1876 en in 1877)

Na 1830 is er een leemte in de boekhouding tot in 1876. De boekhouding van dat jaar maakt duidelijk dat het orgel dan werd toevertrouwd aan Pierre-Hubert Anneessens, een vermaard orgelbouwer in Ninove, oprichter van een huis dat vandaag nog voortleeft in Menen, zij het onder een andere benaming.

Pierre-Hubert Anneessens werd op 3 november 1810 geboren in Londerzeel en stierf op 14 februari 1888 in Ninove (9). Na een opleiding, vermoedelijk bij de Brusselaar Johannes Stephanus Smets (vermits hij deze op verschillende plaatsen heeft opgevolgd), begon hij in 1831 voor eigen rekening te werken. Terloops wijzen we erop dat deze continuïteit die wij in Vorst vaststellen, op haar beurt een argument is ten voordele van het vermoedelijke auteurschap van het orgel van Vorst bij een van de orgelbouwers Smets.

Anneessens ontving in 1876 10 frank voor het stemmen van het orgel, en het jaar daarna 25 frank voor onderhoud en herstellingen. (10). In 1878 werd het onderhoud verzorgd door de koster — organist Joannes Josephus Vanderdoodt — die hiervoor 25 frank kreeg (11).

3. Onderhoud door J.-M. en J.-P. Smeetz
(1879 tot minstens 1894)

Vanaf 1879 wendde men zich tot een dichterbij gevestigde orgelbouwer, J.-M. Smeetz, Concordaatplein 10 in Kuregem. Er is voor het overige nog zeer weinig bekend van deze orgelbouwer die slechts van secundair belang lijkt te zijn (12), behalve dat hij mee instond voor de opleiding van de jonge Emile I Kerkhoff. Bij de dood van diens vader, Rogier-Joseph, in 1873 (13), voltooide Smeetz de heropbouw van het orgel van Gozée met de hulp van de jonge zoon. Smeetz — soms J.-M., soms J.-P. (zijn zoon of zijn broer?) — verzorgde het onderhoud van het orgel van Vorst tot minstens in 1894 (14).

Afgaande op de bedragen, werden in 1892 werken van enig belang uitgevoerd. Verdere details zijn hierover echter niet bekend.

In 1883 werd het orgel opgenomen in de inventaris van het meubilair die werd opgesteld op 15 november van dat jaar (15). Samen met het doksaal (lees: de galerij) werd de waarde ervan op 4.000 F geraamd.

4. Onderhoud door Salomon Van Bever
(1901 tot 1916)

Zeker vanaf 1901 werd het onderhoud van het orgel toevertrouwd aan Salomon Van Bever, gevestigd in de Prinses Clémentinestraat 62 in Laken (16, 17). Salomon Van Bever (°Laken 1851), jongste zoon van Adrien (°Laken 1837 - † Laken 1895) met wie hij samenwerkte, was een groot orgelbouwer. Na een jaar in het atelier van Aristide Cavaillé-Coll in Parijs, nam hij samen met Adrien het materiaal van Hippolyte Loret over, om zich in Laken te vestigen. De twee broers openden later een bijhuis in Amiens, dat werd geleid door Salomon. Dit bleef bestaan tot in 1904. De meesterwerken van Salomon zijn het orgel van de Saint-Sauveurkerk in Lille (Rijsel, 1903) en de heropbouw van het orgel van de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Laken (1912). Na een enorm rijk gevulde professionele loopbaan met een traditionele kwaliteit, en nooit op fouten betrapt, stierf Salomon Van Bever op 27 december 1916 in Laken. Hij was een van de beste romantische orgelbouwers in België.

5. Onderhoud door François Draps (van 1917 (?) tot zeker in 1928 en eventueel daarna) en verplaatsing van het orgel naar de nieuwe laterale galerij (1926).

François Draps (°Jette 1863 - † Jette 1946), neef van Salomon Van Bever, kwam in 1886 in de familieonderneming in dienst als werkman. Later werd hij atelierchef, waarbij hij zich vooral bezig hield met de uitwerking van ontwerpen voor orgelkasten. Na het overlijden van Salomon, einde 1916, nam François Draps de leiding van het bedrijf over, nog steeds gevestigd in de Clémentinestraat in Laken, en nog steeds onder de naam “Van Bever Frères”.

Wat het orgel van Vorst betreft, ontving hij in 1925 een bedrag van 188 F voor "diverse herstellingen en herstemmen" (19). Wij vermoeden dat hij hier actief was vanaf de dood van Salomon. Er is weliswaar een leemte in de stukken die de rekeningen bevestigen, maar er is ongetwijfeld een zekere continuïteit geweest in het onderhoud: van Van Bever naar zijn opvolgers Draps en – nog later, zoals we zullen zien – Eyckmans.

Intussen beleefde het orgel zijn laatste dagen op zijn originele plaats, namelijk op de galerij tegen de westelijke puntgevel. Een oude foto die op de pastorij wordt bewaard, en die wij hier ook publiceren, toont hem nog op die plek. De orgelkast stond iets terug van de boog. De balustrade, vlak en met blinde houten panelen, strekte zich over de volle breedte van de beuk uit, met de rand ter hoogte van de bovenzijde van het kroonwerk van de eerste zuilen. Op de torens van de orgelkast stonden gesculpteerde aanvullingen: vuurpotten met scherpe kanten en een compositie van onbestemde aard op de middelste toren.

In 1925-1926 vond in de Sint-Denijskerk een omvangrijke restauratie plaats onder leiding van architect G.C. Veraart. Hij wilde de zuiverheid van de architecturale lijnen doen uitkomen en verwijderde de orgelgalerij en het grote houten portaal dat dit ondersteunde. Dit portaal was inderdaad een monumentale constructie. Er moest wél een nieuwe plaats gevonden worden voor het orgel. Steeds met het oog op architecturale puurheid werd ook het oude "geesthuys" (ruimte voor de H. Geest) afgebroken. Dit 16e-eeuwse bouwwerk was tegen de zuidkant van de kerk aangebouwd, vlak naast de toren, en diende als liefdadigheidsplek en woning voor de koster. Men vond het een goed idee hier een galerij in metselwerk te bouwen en er het orgel op te zetten. De organist was op dat ogenblik overigens een zekere Bouvauraux.

Deze verplaatsing werd vanzelfsprekend toevertrouwd aan François Draps die reeds instond voor het onderhoud van het instrument. De zorgvuldige afbraak en herplaatsing "met diverse voorzieningen voor windlade, windvoorziening en mechanisme" werd gevolgd door herstemming en kostte alles samen 2.865 F. De factuur bleef bewaard (20).

Dit was een aanzienlijk bedrag, en de enkele gerapporteerde ingrepen weerspiegelen geenszins de omvang van het werk. Op dat ogenblik werd ook het klavier van de achterzijde naar de voorzijde van het meubel verplaatst, wat een volledige inversie van de hele mechaniek impliceerde. Deze operatie werd onmisbaar bevonden, want de organist zou anders helemaal geen zicht gehad hebben op het koor. Het orgel was immers opgesteld met het front naar het oosten, de galerij aan de rechterzijde van de organist, zoals blijkt uit een oude foto uit 1943, gerealiseerd door de fotografische diensten van het jubelpark (21).

Wij blijven even stilstaan bij dit uitzonderlijk duidelijk document dat ons heel wat details verstrekt over deze fase in de levensloop van dit orgel.

Het aantal registertrekkers was verminderd sinds de oorspronkelijke versie: we zien er slechts zes, resp. vijf aan linker-, resp. rechterzijde, tegen oorspronkelijk zeven aan weerszijden, zoals vandaag nog blijkt uit de sporen van doorboringen. Deze foto is zodanig duidelijk dat we de vermeldingen op de registerplaatjes nog kunnen lezen:

< Cornet
< [dichtgemaakt trekkergat]
< Bourdon 8'
< [dichtgemaakt trekkergat]
< Flûte 4'
< Prestant 4'
< Fourniture
< Doublette 2'
< Trompette 8' haute
< Montre 8'
< Hautbois
< Trompette 8' basse
< [dichtgemaakt trekkergat]
< Clairon 4'


Het instrument beschikte toen dus over een Montre 8' (front). Dat register was echter niet origineel, aangezien het een 4-voetskast was. Het was ongetwijfeld onafgewerkt, maar volledig opgenomen in de binnenzijde van het instrument. Deze Montre nam de plaats in van de oude Nazard, zoals men kan zien. Dit document leert ons ook dat het tweede tongwerk een Klaroen 4'-Hobo [8'] was, verdeeld in bas en hoger.

Wat de orgelkast aangaat, toont dit document dat, rekening houdend met de kleine afmetingen van de nieuwe galerij — vooral de beperkte hoogte — de top van de torens grotendeels werd weggehaald. Het is dus tijdens de verhuizing van 1926 dat de aanvullende beeldsculpturen op de torens werden verwijderd. Ze werden nooit teruggevonden, en de huidige orgelkast mist dus een stuk van zijn verfraaiing. Het pijpenfront van zijn kant is goed herkenbaar en komt overeen met het huidige. Men ziet ook dat de frontons van de klaviertoetsen met ivoor versierd waren. De vreemde tablet aan weerszijden van het klavier en ter ondersteuning ervan, komt overeen met de huidige.

Twee grote en boven elkaar geplaatste panelen sloten de onderkast onder het klavier af. Hierin bevond zich een grote verticale inkeping, als om een pedaal te ontvangen voor de rechtervoet. Dat was ongetwijfeld bedoeld voor de aandrijving van een schepbalg waarmee het orgel bespeelbaar werd zonder hulp van een windvoorziening.

De verhuizing van het orgel van Sint-Denijs was zeker en vast het laatste grote werk van François Draps die zich kort na 1925 terugtrok, na 40 jaar beroepsactiviteit, en zijn atelier geleidelijk overliet aan de goede zorgen van Salomon Eyckmans, petekind van Salomon Van Bever.

In 1928 ontving hij echter nog 70 frank voor het stemmen van het instrument en 130 frank voor de "herstelling van het geruis en het lijmen van de windvoorziening" (22).

We merken tot slot op dat de activiteiten van François Draps die in dit hoofdstuk werden aangehaald, bevestigd worden in de archieven van zijn atelier (23).


6. Onderhoud door Salomon Eyckmans (1937-1947)

Het onderhoud van het orgel werd vervolgens toevertrouwd aan Salomon Eyckmans, die in zekere zin het huis Van Bever voortzette na François Draps. Eyckmans werd geboren in Laken, op 8 juli 1889; hij was het petekind van Salomon Van Bever en ging op 14-jarige leeftijd als leerjongen aan de slag in het atelier. Hij werd al snel atelierchef en hield zich vooral bezig met de harmonisering van de instrumenten (24). In 1925 nam hij het atelier over van François Draps en verhuisde hij naar Emile Wautersstraat 46 in Laken.

In Vorst stemde Eyckmans het orgel in 1937 voor 50 frank. Het volgend jaar kwam hij het instrument opnieuw stemmen, tegelijk met een herstelling aan de windvoorziening, voor een totaalprijs van 65 frank. In 1942 ontving hij opnieuw hetzelfde bedrag (25). Het boek waarin Eyckmans zijn boekhouding bijhield, vermeldt in 1944 nogmaals 85 frank voor het stemmen en herstellingen. In 1947 volgde een zwaardere uitgave: 254 frank voor "stemmen en herstellen van de orgels", evenwel zonder verdere details over de ingrepen.

Salomon Eyckmans werkte tot 1963. Hij stierf op 7 oktober 1978 in Laken. Hoewel hij zelf niet echt orgels heeft gebouwd, heeft hij op zeer gewetensvolle wijze de goede werking van vele instrumenten uit het atelier "Van Bever" gewaarborgd.

Vanaf het begin van de 20e eeuw (en eventueel vroeger) tot in 1947, dus gedurende ongeveer een halve eeuw, werd het onderhoud van het orgel van Sint-Denijs toevertrouwd aan het huis Van Bever en de directe opvolgers ervan. Het ging telkens om eersteklas vakmensen. We kunnen hen alleen maar erkentelijk zijn voor de goede staat van bewaring van het geredde orgelpijpwerk.


7. Verhuizing van het orgel naar de vloer, daarna begin van restauratie door eerwaarde priester Robert Mathot (circa 1960).

Begin van de jaren 60, en in de geest van de nieuwe liturgie als gevolg van het Tweede Vaticaans Concilie, verhuisde het orgel van de laterale galerij van 1926 om op de vloer te worden geplaatst, in de kapel van de H. Maagd die het linker transept vervangt. Deze ingreep werd uitgevoerd door welwillende vrijwilligers. Eerwaarde Robert Mathot (26) (°Wanlin 1917), pastoor in Engreux, later in Buzet, en autodidactisch orgelbouwer, begon vervolgens aan een restauratieproject, maar stierf helaas onverwacht op 22 januari 1973 in Buzet.

Zijn grote vrijgevigheid zette hem ertoe aan heel wat opdrachten aan te nemen die hij echter lang niet allemaal kon voltooien. Bij zijn plotse overlijden liet hij een werkplaats achter met een massa materiaal uit allerlei instrumenten die op restauratie wachtten, het overgrote deel echter vrijwel onmogelijk te identificeren. Een openbare verkoop was het lot van deze overblijfselen die, uit hun context gerukt, geen bijzondere waarde meer hadden. Wij vermoeden dat op dat moment diverse registers van het orgel van Vorst zijn verdwenen, onder andere de Trompet. Tot vandaag weet een organist nog altijd waar ze stonden en hoe mooi ze klonken (27).


8. Werken door de orgelmanufactuur Thomas (1971-1972)

Na de dood van priester Mathot kreeg André Thomas (28), orgelbouwer in Ster-Francorchamps, de zorg voor het instrument toevertrouwd. Het was ondankbaar werk: heel wat registers waren gewoon onvindbaar. Men wilde ook op een betere basis herstarten, door de windlade naar het atelier te sturen, maar de financies ontbraken daartoe. Men moest zich dus beperken tot het aanbrengen van speciale dichtingsringen tussen de slepen en de pijpstokken. Wat de windvoorziening betreft, bleef het bij een verticale balg, ingevat in de sokkel van de orgelkast. De oude mechaniek werd eenvoudig geregeld. Van de vijf geredde registers (Bourdon 8', Prestant 4', Flûte 4', Doublette 2' en Cornet) werden alleen de eerste drie uitgedeukt, geharmoniseerd en gestemd. De Cornet werd gewoon geplaatst en is nog altijd afgekoppeld. In augustus 1971 verving dezelfde orgelbouwer het pedaalklavier en plaatste hij een nieuwe Fourniture van 3 rijen, met 50 % tin (29).

Door de verhuizing van het orgel waren diverse schrijnwerkerijwerken noodzakelijk: nieuwe beschermkappen voor de torens, die grotendeels waren weggehaald, nieuwe aankleding van de sokkel onder het klavier, een plint op de drie zijden, enz.

Kleine anekdote: op de binnenzijde van de deur op de rechterkant van de orgelkast staat in grote krijtletters de boodschap:

Leg hier
de 79.000 Frank
voor 10/6 - 19 h 30
of je leven
voor
11 h
[s] KARL


De sokkel van het orgel heeft zo te zien een rol gespeeld als bergplaats voor een of ander losgeld…




VOETNOTEN


1. Vermeld door F. HOUTART,"[L’Orgue de l’] Église de Saint-Denis - Forest" art. cit., zonder andere bron. Merk op dat in dit artikel de foto van de orgelkast onterecht als legende kreeg "orgue de l’église Saint-Denis, Anderlecht". Hoewel dit onderzoek relevant is op technisch vlak, volgen we de auteur niet altijd bij sommige details, met name waar hij stelt dat de orgelkast "recent werd vervolledigd met vereenvoudigde elementen zoals de halve kegels van de lampvoeten"; deze zijn al te zien op een foto van 1943. Volgens ons zijn ze origineel.

2. Joannes Vermeulen, geboren in Mechelen, was inderdaad pastoor in Sint-Denijs; hij werd in 1743 benoemd en stierf in 1768. Cf.: Mechelen, archieven van het Aartsbisdom Mechelen-Brussel / Historisch Archief, Fonds Vorst (Sint-Denijs), "Lijst van de pastoors in bijlage bij de handleiding voor de inkomsten van de pastorie van Vorst in 1768.

3. G. HUYBENS, "Organisten in de Zuidelijke Nederlanden tijdens de tweede helft van de 18de eeuw (I)", in Orgelkunst, XXI, 1998, nr. 4, pp 157-182.

4. J.-P. FELIX, "Orgues, organistes et carillon de l’abbaye et de la paroisse Saint-Denis à Forest", art. cit.

5. MECHELEN, archieven van het aartsbisdom Mechelen-Brussel / Historisch Archief. Fonds Vorst (parochie Sint-Denijs) : Lyste der jaergetyden &tc in de parochiale kerke van Vorst :
[...] Uytgeef aan de dienst van onze L: Vrouw gefondeert door jouffrouw Barbara Hertogen ten jaere 1456.
[...] Item aan den Coster voor ‘t spelen van het orgel in de saterdaegsche messen a loven, seven gulden: 7 - 0 - 0.
[...] Ingegeven op den 5 december 1800 elf. Ook ingeven het vorleden jaer.
[s] L.C. Timmerman, curé de Forest

6. BRUSSEL, A.G.R., A.E. n° 28.290: proces-verbalen van de zittingen van kerkfabriek (1827-1866), (geen paginering) : "Als ook heeft den fabriek raad besloten nieuwe blaesbalken te doen maken en de orgel te verplaatsen. Vorst den 5 october 1862".

7. MECHELEN, archieven van het aartsbisdom Mechelen-Brussel, Fonds Vorst (kerk Sint-Denijs): Rekeningen van inkomsten en uitgaven van de kerkfabriek (1823-1830) :
26.- Item aen den orgel repareerder Smets by quitt[anti]e 12 [guldens] 13 [stuyvers] 2 [oorden].
40.- Item aan den orgelmaeker Smets by quitt[anti]e 3, 10, 0.
50.- Item aan der orgelmaker Smets bÿ quitt[anti]e 7, 0, 0.
85.- Item aen Sieur Smets orgelmaeker bÿ quitt[anti]e 7, 0, 0;
88.- Item aen Sieur Smets orgelmaeker bÿ quitt[anti]e 7, 0, 0;
98.- Item aen Sieur Smets orgelmaeker bÿ quitt[anti]e 3, 10, 0;

8. P. ROOSE, "Het orgel te Rossem van J. Smets uit 1802", in Orgelkunst, XXII, 1999, n° 1, pp 48-50.

9. J.-P. FELIX et H. ROELSTRAETE, art. Anneessens in M. HAINE & N. MEEÙS, "Dictionnaire des facteurs d’instruments de musique en Wallonie et à Bruxelles du IXe siècle à nos jours", P. Mardaga, Luik, 1986, pp 25-32.

10. VORST, Archieven van de pastorij van Sint-Denijs, stukken ter staving van de rekeningen van 1876 en 1877.

11. Ibidem voor 1878. Joannes Josephus Vanderdoot was “custos” (koster) en organist vanaf uiterlijk 1832 tot 1879. Zie: MECHELEN, Archieven van het aartsbisdom / Historisch Archief, fonds Vorst (Sint-Denijs) : Decanale bezoeken.

12. J. PILNA, art. Smeetz in: M. HAINE & N. MEEÙS, "Dictionnaire…" op. cit., p. 383.

13. J.-P. FELIX, "L’orgue de Gozée (1763)", een werk van Guillaume Boutmy, orgelbouwer voor het Hof in Brussel, in "Mélanges d’Organologie", Vol. IV, de auteur, Brussel, 1999, pp 90-98.

14. VORST, Archieven van de pastorij van Sint-Denijs. Stukken ter staving van de rekeningen van 1879 tot 1902:
1879: J.M. Smeetz, 25 F "pour entretien et réparations"
1880: J.M. Smeetz, 17.50 F "pour réparation"
1881: J.M. Smeetz, 10 F "pour accord et réparations"
1882: J.M. Smeetz, 10,50 F "pour réparation et raccordement de l’orgue"
1884: J.M. Smeetz, 11 F "pour raccordement de l’orgue"
1885: J. Smeetz, 25 F
1886: J.P. Smeetz, et 10 + 15 + 12 + 10 F "pour réparations et raccordement"
1887: J.P. Smeetz, 8 + 10 F
1888: J.M. Smeetz, 12 + 12 F
1892: J.P. Smeetz, 60 + 10 + 12 F
1894: J.M. Smeetz: 36,50 + 15 F

15. VORST, Archieven in de pastorij van Sint-Denijs. Boek toegevoegd aan het register, met als titel: "Tableau de fondation à la charge de la fabrique de Saint-Denis à Forest, 1883” :
- “une orgue et pupitres pour musiciens. Au jubé.”
- “les orgues avec le buffet et jubé: 4.000 [F].”

16. Cl. CHARLIER, art. Van Bever, in M. HAINE & N. MEEÙS, "Dictionnaire" op. cit., pp 411-414.

17. J.-P. FELIX, "Inventaire descriptif des archives des facteurs d’orgues Van Bever de Laeken-Amiens (1880-1916)", vol. 1, Bruxelles, l’Auteur, 1989, p 130.

18. VORST, Archieven van de pastorij van Sint-Denijs. Stukken ter staving van de rekeningen van 1912 tot 1916 : de bouwer kreeg 25 F in 1912 en 45 F de volgende jaren.

19. VORST, Archieven van de pastorij van Sint-Denijs. Stukken ter staving van de rekeningen van 1925.

20. VORST, Archieven van de pastorij van Sint-Denijs. Stukken ter staving van de rekeningen van 1926, artikel n° 32 :

Manufacture d’orgues d’Eglise et de Salon
Harmoniums
Ancienne Maison Van Bever
FRANCOIS DRAPS
62, rue Princesse Clémentine, Laeken-Bruxelles
Liège 1905
Grand Prix
————
Ventilateurs électriques

La Fabrique d’église St-Denis à Foret [sic] Doit
Le 2 Juin 1926

1926 : Démontage de l’orgue et son déplacement.
mars : Réparations avec fournitures diverses au sommier, soufflerie et mécanisme
avril : Remontage de l’orgue, nettoyage et réparation avec soudure de tuyaux.
Réaccordage des jeux de l’orgue.

Total: francs 2.865,00

21. BRUSSEL, fototheek van het Koninklijk Instituut voor het Artistieke Erfgoed, foto nr. 57.487 B, uit 1943.

22. VORST, Archieven van de pastorij van Sint-Denijs. Stukken ter staving van de rekeningen van 1928.

23. J.-P. FELIX, "Inventaire descriptif des archives des facteurs d’orgues Van Bever", op. cit., vol. 1, p 130.

24. Cl. CHARLIER, art. Eyckmans, in M. HAINE & N. MEEÙS, "Dictionnaire" op. cit., p 164.

25. VORST, Archieven van de pastorij van Sint-Denijs. Stukken ter staving van de rekeningen van (1937 à 1942). Deze informatie wordt bevestigd in de archieven van het atelier; cf. J.-P. FELIX, "Inventaire descriptif des archives des facteurs d’orgues Van Bever", op. cit., vol. I, cote D-VII, 2: register met titel “Memento 1926” (= boek met akkoorden van Salomon Eyckmans, van 1937 tot 1963).

26. F. LOCHNER, art. Mathot, Robert, in M. HAINE & N. MEEÙS, "Dictionnaire", op. cit., p 284.

27. Welwillende mededeling van Etienne Leuridan.

28. Michel STOCKHEM, art. Thomas, in M. HAINE & N. MEEÙS, "Dictionnaire", op. cit., pp 400-402..

29. Mededeling van André Thomas aan J.-P. Felix in 1982.
WERKEN
Begindatum 1879
Einddatum 1894 au moins
Type werkzaamheden Niet verduidelijkte herstellingen
Naam van de orgelbouwer Smeetz
Ligging van de werkplaats Kuregem
Begindatum 1917 ?
Einddatum 1925 (en1928)
Type werkzaamheden Diverse herstellingen en verplaatsing van het orgel naar een nieuwe doksaal met restauratie en verandering van de speeltafel
Naam van de orgelbouwer François Draps
Ligging van de werkplaats Laken
Begindatum 1937
Einddatum 1947
Type werkzaamheden Diverse niet duidelijke herstellingen, met uitzondering van de blaasbalg
Naam van de orgelbouwer Salomon Eyckmans
Ligging van de werkplaats Laken
Begindatum ca 1960
Type werkzaamheden Verhuizing van het orgel naar de vloer, en begin van restauratie. Verlies van materiaal door de dood van Mathot.
Naam van de orgelbouwer Robert Mathot
Ligging van de werkplaats Montleban
Begindatum 1971
Type werkzaamheden Restauratie van de windlade, uitdeuking en harmonisering van drie registers, vervanging van het pedaalklavier, restauratie van de orgelkast, aanbrengen van een nieuwe Fourniture
Naam van de orgelbouwer André Thomas
Ligging van de werkplaats Ster-Francorchamps
Begindatum 1876
Einddatum 1877
Type werkzaamheden Accorderen, onderhoud en herstelling
Naam van de orgelbouwer Pierre-Hubert Anneessens
Ligging van de werkplaats Ninove
Begindatum 1901 au moins
Einddatum 1916
Type werkzaamheden Onderhoud van het orgel
Naam van de orgelbouwer Salomon Van Bever
Ligging van de werkplaats Laken
Begindatum 1997
Einddatum 2009
Naam van de orgelbouwer Manufacture Thomas
Ligging van de werkplaats Ster-Francorchamps
Naam van de auteur Dominique Thomas
DOCUMENTATIE
Type Documentatie
Titel Speciaal lastenbook voor de restauratie van het orgel van Sint-Denis te Vorst. April 2002.
Auteur Jean-Pierre Felix et Roland Servais
Herkomst Kerkfabriek
Type Artikel
Titel "Orgues, organistes et carillon de l’abbaye et de la paroisse Saint-Denis à Forest"
Beschrijving Verslag en analysen uit de parochiearchieven, geschiedenis en verplaatsingen, organisten en foto's.
Auteur Jean-Pierre FELIX
Referenties L‘Organiste, n° XIV, 1982, n° 3, p. 91-109.
Uitgever E. De Vos. Rue Romainville, 25. 4520 Bas-Oha. 085
Type Boek
Titel "L’orgue de l’Eglise Saint-Denis – Forest", in La Renaissance de l’Orgue, n° 4, p. 5-9, 1992
Beschrijving Tijdschrift
Auteur François Houtart
Uitgever François de Viron, Corbais
Type Dossier
Titel Dossier : Patrimoine organistique de la Région de Bruxelles-Capitale : Eglise Saint-Denis à Forest.
Eglise St-Denis
Abbaye de Forest
L'orgue du XVIIIe siècle
par François Houtart
La Renaissance de l'Orgue, asbl
Beschrijving Dokumenten van 17 bladzijden verso in formaat A4 (met historische inleiding over de kerk, gedetailleerde beschrijving van de orgelkast en haar inhoud. Er zijn verschillende schetsen gemaakt met afmetingen en foto's.
Auteur François Houtart. Visites et rédaction du 4 au 6 septembre 1992.
Herkomst Brussel
Referenties La Renaissance de l'Orgue, asbl (dissoute en 1993). François de Viron à Corbais
HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT
Historiek 1. Bouw toegewezen aan een van de Brusselse orgelbouwers Smets

Volgens een brochure over deze kerk (1) werd het orgel in 1762 besteld door pastoor...
Werken
Begindatum 1879
Einddatum 1894 au moins
Naam van de orgelbouwer Smeetz
Ligging van de werkplaats Kuregem
Begindatum 1917 ?
Einddatum 1925 (en1928)
Naam van de orgelbouwer François Draps
Ligging van de werkplaats Laken
Begindatum 1937
Einddatum 1947
Naam van de orgelbouwer Salomon Eyckmans
Ligging van de werkplaats Laken
Begindatum ca 1960
Naam van de orgelbouwer Robert Mathot
Ligging van de werkplaats Montleban
Begindatum 1971
Naam van de orgelbouwer André Thomas
Ligging van de werkplaats Ster-Francorchamps
Begindatum 1876
Einddatum 1877
Naam van de orgelbouwer Pierre-Hubert Anneessens
Ligging van de werkplaats Ninove
Begindatum 1901 au moins
Einddatum 1916
Naam van de orgelbouwer Salomon Van Bever
Ligging van de werkplaats Laken
Begindatum 1997
Einddatum 2009
Naam van de orgelbouwer Manufacture Thomas
Ligging van de werkplaats Ster-Francorchamps
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT
Speeltafel
Structuur speeltafel en muziekstaander 
In venster, onder het front van de pijpen
Aantal klavieren 
1
Omvang van de klavieren 
54 toetsen, C - f'''
Bijzonderheden over de klavieren 
Onveranderde tessituur sinds de oorsprong
Beschrijving van de toetsen 
Tredes met rechte frontons in hout, onlangs nog herbelegd met been. Coupure tussen do en do#.
Breedte van het octaaf 
165 mm
Beschrijving van de boventoetsen 
Ebbenhout
Beschrijving van de bakstukken of kader 
Klavierraamarmen in eik
Omvang van het voetklavier 
27 toetsen, C - d'
Materialen van het voetklavier 
Het pedaal is niet origineel. Recht en vlak, de boventoetsen afgelijnd, alles in eik, druktoetsen recht.
Registers 
Een verticale rij aan weerszijden van het klavier. In eik, met vierkante doorsnede; een zwart geschilderde gedraaide houten knop op het uiteinde. Geen registerplaatjes en geen spoor van inscriptie van de registernamen. Verschillende registers ontbreken, oorspronkelijk waren er 7 aan elke kant, wat ook het geval is achteraan (plaatsing van de oude speeltafel).
 
Klavieren en voetklavieren
  • Naam 
    Enig
    Omvang 
    54 toetsen C - f'''
    Registers 
    Bourdon 8'
    Prestant 4'
    Flûte 4'
    Doublette 2'
    Cornet IV
    Fourniture III
 
Tractuur
  • Naam 
    Klavier
    Noten 
    Mechanisch met dubbel haakoverbrenging
    Toetsen 
    Staartklavier
    Traject en beschrijving van de mechaniek 
    Een reeks metalen haken bij de uitgang van het klavier brengt de beweging via verborgen abstracten over naar andere haken aan de onderkant van het wellenbord in de rug van het instrument
    Beschrijving van de registers 
    Registertrekkers in eik; metalen wellen, origineel
    Wellenbord 
    Achthoekige wellen in eik, net zoals de dokken. Voortoetsen in smeedijzer.
  • Naam 
    Pedaalklavier
    Noten 
    Mechanisch
    Toetsen 
    Staartklavier
    Traject en beschrijving van de mechaniek 
    Abstracten die omhoog gaan naar het wellenbord en vervolgens naar het klavier
    Wellenbord 
    Achter de wand van de speeltafel
 
Windladen
  • Naam van het klavier 
    Klavier
    Type 
    Mechanisch met slepen
    Inplanting 
    Een windlade met tien pijpstokken, evenwijdig met het front opgesteld op vier houten palen die op de grond staan
    Aard 
    In eik, behalve het pijprooster van de Fourniture: in Multiplex.
    Met gravures.
    Kleppenkasten achteraan.
    Ingekaste buffer.
    In staart opgestelde ventielen.
    Afsluitingen bedekt met papier.
    Sleepregisters.
    Vervoeringen in Westaflex.
    Opstelling van de pijpen 
    Bassen centraal. Diatonische opstelling c/c#. Symmetrisch in de torens per toonhoogte in de velden.
    Beschrijving van de pijpstok 
    Tien pijpstokken waarvan drie verdeeld in bas en discant (c/c/#) en vertrekkend van het front:
    Cornet IV
    Prestant 4’.
    Bourdon 8’.
    Doublette 2'
    Fluit 4'
    Nasard 2' 2/3 (vrij)
    Sesquialter II b+d (vrij)
    Fourniture III
    Trompette 8' b+d (vrij)
    Klaroen 4'b + Hobo 8'd (vrij)
    Bijzonderheden 
    Windlade : breedte 149 cm, diepte 71 cm, hoogte 8,5 cm.
    Kleppenkast : 9 cm waardoor de hoogte achteraan 17,5 cm en diepte 24,5 cm bedraagt.
 
Pijpwerk
  • Naam 
    Klavier
    Bijzonderheden 
    Het front is in gepolijst tin (breekbaar geworden) en omvat de Prestant en 4 van de Doublette.
    Binnenpijpen zijn in orgelmetaal met een groot percentage lood en in eik.
    Beschrijving 
    CORNET IV. 4 x 29 open pijpen in een metaallegering, op toon gestemd, recente nummering met zwarte viltstift
    PRESTANT 4'. 25 frontpijpen in tin; de 5 van de centrale toren dragen een afgerond opgeworpen labium; de andere een vervlakt labium. Alle frontpijpen hebben vleugels. 29 pijpen op hun windkanaal, momenteel met intonerslitsen (oorspronkelijk op toon gesneden), kleine tanden op de lip.
    BOURDON 8'. 14 houten pijpen (8 eiken tegen de linkerzijkant van de orgelkast en 6 waarvan 5 eiken en 1 recentere in grenen tegen de rechterzijkant) vervoerd op de zijkanten van de windlade. 40 metalen pijpen op hun windkanaal, met mobiele hoeden zonder roer; vleugels; recent waterdichtingspapier.
    DOUBLETTE 2’. 4 frontpijpen, 50 open pijpen met ogenschijnlijk recente intoneerslitsen. 43 oorspronkelijke en 11 recentere pijpen.
    FLÛTE 4'. 43 gedekte pijpen op hun windkanaal. Mobiele hoeden zonder roer. Vleugels. Recent waterdichtingspapier. Alle pijpen zijn oud. Recente inscripties met dikke zwarte viltstift. De 11 kleinste pijpen zijn open. 2 hiervan zijn recenter.
    FOURNITURE III. 3 x 54 open, 'spotted' pijpen, op toon gesneden en met tooninsnede.
 
Windvoorziening
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Voornaamste magazijnbalg
    Beschrijving 
    Origineel windwerk is verdwenen. Kleine verticale zwemmerbalg die gans de achterkant van de sokkel inneemt.
    Aantal en type gewichten 
    Ressorts
    Aantal en type gewichten 
    Veren
 
Windkanalen
  • Beschrijving 
    Een grote pijp doet dienst als windkanaal
    Materialen 
    Westaflex
 
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT
Speeltafel Klavier(en) en voetklavier(en) : 1
Klavier(en) en voetklavier(en) Enig
Tractuur
Klavier Mechanisch met dubbel haakoverbrenging
Pedaalklavier Mechanisch
Het gebouw
Sint-Denijskerk - Abdij van Vorst

Sint-Denijskerk - Abdij van Vorst

Adres : Sint-Denijssquare
1190 Forest
Bouwstijl : Romaans-gotiek
Bouwperiode : 12de-16de
Type : Beschermd bouwwerk bij besluit van 21/12/1936