Orgels in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Modernorgel zonder orgelkast, in de kapel (Casteels/Van de Loo, 1992)

Kloosters van de Paters van het Heilige Sacrament

Speeltafel  / Modernorgel zonder orgelkast, in de kapel (Casteels/Van de Loo, 1992) - Kloosters van de Paters van het Heilige Sacrament
Architectuur, plaats, inplanting  / Modernorgel zonder orgelkast, in de kapel (Casteels/Van de Loo, 1992) - Kloosters van de Paters van het Heilige Sacrament
 Klik op een foto om te vergroten
HET INSTRUMENT
Orgelkast - bouwdatum 1992
Orgelkast - plaats Achterin de linkse zijbeuk, na het transept, is er een kapel voorafgegaan door vier treden. Het orgel neemt de ruimte van deze kapel in.
Orgelkast - stijl  Modern, heterogeen
Opstelling van de pijpen De pijpen zijn mijtervormig geplaatst op twee sokkels die overhellen van de rand naar het midden. Dit brengt de monden van de pijpen in een enigszins V-vormig vlak.
Beschrijving van de orgelkast Het gaat om een front van pijpen zonder orgelkast, op een sokkel geplaatst. De pijpen zijn ingeplant op een vooruitstekend gedeelte van nieuw hout, dat bestaat uit latwerk van tandvormen die oude panelen omkaderen die waarschijnlijk van het oude orgel afkomstig zijn. Een kleiner verhoog dient als basis alles vertikaal omringd door twee eiken plankenpanelen, tot de kleinste pijphoogte.
Speeltafel - bouwdatum 1920
Speeltafel - beschrijving Eiken speeltafel met schuifluik die de manualen afschermt. Voor het orgel, aan de voet van de vier treden en in omgekeerde positie.
Persoon belast met het onderhoud Romy Casteels
Combinatieschakelaar - type en plaats Geplaatst in het orgel, de kasten met bajonetcontact zijn zichtbaar onder de windlade van de Soubasse van het Pedaal
Stemming Diapason 440 Hz
Temperatuur Gelijkzwevend
Akoestiek 3 seconden
Orgelbouwer(s) Hubert Van de Loo, Romy Casteels
HET INSTRUMENT
Orgelkast - stijl  Modern, heterogeen
Orgelbouwer(s) Hubert Van de Loo, Romy Casteels
HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT
Historiek Het instrument werd gebouwd door H. Van de Loo & Zoon uit Leuven en beschikte over twee mechanische manualen van 56 noten en een pneumatisch voetklavier van 30 noten volgens een bezoek op 03/01/1991 door François Houtart.
Op dat moment was de samenstelling van het orgel als volgt :

Hoofdwerk :
Bourdon 16’
Montre 8’
Bourdon 8’
Prestant 4’
Doublette 2’
Fourniture (III ?)
Trompette 8’

Reciet :
Salicional 8’
Bourdon 8’
Voix céleste 8’
Flûte 4’
Nasard 2’2/3

Petaaltremulant:
Soubasse 16’
Octavebasse 8’

I + II Expression P + I P + II

De speeltafel was omgekeerd en de samenhangende coherentie van het instrument perfect gerespecteerd en homogeen.

Tijdens zijn installatie in het Klooster van het Heilige Sacrament is men niet alleen overgegaan tot de verplaatsing en de afstelling van het orgel maar ook tot een reeks aanpassingen, waaronder de installatie van een elektrisch regeerwerk voor de registers en de noten, de toevoeging van twee windladen en van extra registers waaronder enkele afkomstig van het hoofdwerk van Goll. Het Pedaal werd uitgebreid met registers, waarvan twee werden ontleend aan de manualen.

Men kan meer dan 800 pijpen tellen die afkomstig zijn van de twee verdwenen orgels van de kapel. Sinds 1992 ontbreken er namelijk niet minder dan 865 pijpen uit het orgel van Goll, waarvan slechts 372 met zekerheid konden worden geïdentificeerd in het orgel van Van de Loo.

In het orgel van Van de Loo kan men duidelijk drie reeksen Mixture, de Voix Humaine, de Basson-Hautbois et de 12 bekers van Clarinette herkennen, afkomstig uit het orgel van Goll. Andere delen van registers hebben hier plaats moeten nemen, zoals een Bourdon, maar ook soms 5 tot 7 opgenomen pijpen, waarvan verschillende werden aangepast, te midden van een register dat soms uit 5 of 6 verschillende bouwstijlen en tijden bestaat.

Ten slotte is het duidelijk dat alle registers of pijpen die vervangen werden in het orgel van Van de Loo werden meegenomen.

We hebben hier dus twee instrumenten die oorspronkelijk intact waren, maar waarvan het ene nu geamputeerd is en het andere heterogeen is.

Het orgel Van de Loo/Casteels werd in zijn nieuwe vorm ingewijd op vrijdag 16/10/1992 door Daniel Pandolfo uit Straatsburg, die werken speelde van Bach, Pachelbel, Vierne, Jongen en Peeters. Dit was eveneens de gelegenheid waarop de 125-jarige aanwezigheid van de Paters van het Heilige Sacrament in Brussel werd gevierd.
HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT
Historiek Het instrument werd gebouwd door H. Van de Loo & Zoon uit Leuven en beschikte over twee mechanische manualen van 56 noten en een pneumatisch voetklavier van 30...
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT
Speeltafel
Structuur speeltafel en muziekstaander 
De oude speeltafel werd gerenoveerd. Oorspronkelijk bevatte ze een verhoging aan elke kant van de manualen waarin de registers met ronde doorsnede en registerknoppen zaten. Van het eikenhouten binnenwerk blijft enkel de structuur over, waaronder basis en bovenaan hellend is, nieuw. Het overhellende deel hangt boven de manualen.
Aantal klavieren 
2
Omvang van de klavieren 
56 toetsen, C - g'''
Beschrijving van de toetsen 
Grenenhouten toetsen bedekt met palissander of een andere exotische houtsoort
Breedte van de toetsen 
11-13 mm
Diepte van de toetsen 
128 mm
Breedte van het octaaf 
161,5 - 162,5 mm
Beschrijving van de boventoetsen 
Cederhouten boventoetsen met trapeziumvormige voorkant, schuin aflopend
Diepte van de boventoetsen 
75-80 mm
Beschrijving van de bakstukken of kader 
Oude bakstukken van eikenhout, recht met afgeschuinde hoeken aan de voorkant
Omvang van het voetklavier 
30 toetsen
Materialen van het voetklavier 
Recht en gebogen voetklavier van eikenhout. De boventoetsen zijn in een cirkelboog geplaatst en hun voorkant is afgerond.
Registers 
In het overhellende deel, boven de manualen, zijn er drie verzamelingen van registerwippers met balans in wit synthetisch materiaal, gegroepeerd per manuaal.
Koppelingen 
Tussen de registers en aan de voeten
Combinaties 
Boven elke registerwipper bevindt zich een geelachtig tongetje voor de vrije combinatie. Onder het eerste manuaal bevinden zich drie kleine aluminium drukknoppen die geen functie hebben en een lege plaats.
Voetsteun 
Kleine eiken voetplanken volgen de boog van het voetklavier
Met de voet bediende organen 
Op de voetplanken, twee overhellende blokken van Multiplex links en rechts van een grote pedaal, bedekt met rubber voor de expression van het reciet. Op elk blok bevinden zich vier metalen ventielen met een kleine diode. De vier ventielen links hebben geen functie, de ventielen rechts komen overeen met de aanwijzing in zwarte merker op een overhangende kleefstrook:
Comb. L / I + II / P I / P + II
Toebehoren 
Rechts van de manualen op de verticale rugwand is er een wit vierkanten, dubbele schakelaar voor de motor en het licht van het voetklavier, daarna een stopcontact
Adresplaat 
Op het overhellende deel rechts van de registers, op een zelfklevend wit plaatje met een zwarte geperforeerde bedekking staat:
Orgelbouw JOS STEVENS pvba DUFFEL
015/20.24.13 015/31.12.31.
 
Klavieren en voetklavieren
  • Naam 
    Hoofdwerk (I)
    Omvang 
    56 toetsen C-g'''
    Registers 
    Montre 8’ (*)
    Bourdon 8’
    Prestant 4’
    Flûte 4’
    Quinte 2'2/3
    Doublette 2’
    Fourniture 2r (1’1/3, en réalité 3 rangs) [Goll] mélange
    Trompette 8’
    Koppelingen 
    I + II
    Bijzonderheden 
    (*), (**) of (***) : registers met uitbreiding
  • Naam 
    Reciet (II)
    Omvang 
    56 toetsen C-g'''
    Registers 
    Salicional 8’
    Bourdon 8’
    Flûte 4’
    Nasard 2'2/3
    Doublette 2’
    Tierce 1'3/5 (à c’)
    Hautbois 8’ (***) [Goll]
    Voix humaine 8’ [Goll]
    Tremulant 
    Tremulant
    Bijzonderheden 
    (*), (**) of (***) : registers met uitbreiding
  • Naam 
    Pedaal
    Omvang 
    30 toetsen C-f'
    Registers 
    Soubasse 32’ (**)
    Soubasse 16’ (**)
    Octave 8’ (*)
    Basse 8’ (**)
    Choral-basse 4’ (*)
    Fagott 16’ (***) (clarinette) (éléments Goll)
    Horn 8’ (***)
    Chalumeau 4’ (***)
    Koppelingen 
    P + I
    P + II
    Bijzonderheden 
    (*), (**) of (***) : registers met uitbreiding
 
Tractuur
  • Naam 
    Hoofdwerk en Reciet
    Noten 
    Elektromechanisch en elektropneumatisch
    Toetsen 
    Balantoetsen
    Traject en beschrijving van de mechaniek 
    De toetsen zijn geplaatst in een aluminium en Multiplex structuur. Ze zijn voorzien van een eenvoudig elektrisch contact: een koperen kop die tegen draadjes duwt.
    In de speeltafel is er een eerste contactbord voor de noten maar binnenin het orgel zijn er andere schakelborden voor elk manuaal en zes staafjeskasten voor de koppelingen en de combinaties. Onder de mechanische windladen bevinden zich elektromagneten, terwijl voor de pneumatische windladen, elektrische draden de kleppenkast binnengaan.
    Beschrijving van de registers 
    De sleepregisters worden bediend door elektrische motoren, de andere werken met een drukknop
    Zwelkast 
    De zwelkast bevat twee registers met zweldeuren aan de voorkant, waaronder zich drie wegklapbare panelen bevinden die toegang geven tot het binnenwerk. Aan de achterkant werd ze opnieuw bewerkt en geopend om twee nieuwe windladen te plaatsen. De verbindingstukken met de muur van het gebouw zijn van grenenhout en Multiplex panelen. De zweldeuren zijn verbonden met een afhellende arm, een grote winkelhaak, vervolgens een andere arm die nu verbonden is met een grenenhouten kast waarin balgen met opeenvolgende opening geplaatst zijn. Onder de kast bevinden zich zeven elektromagneten.
  • Naam 
    Pedaal
    Noten 
    Elektrisch
    Traject en beschrijving van de mechaniek 
    Welarmen en elektrische contacten in de speeltafel, daarna zoals bij de manualen
 
Windladen
  • Type 
    Mechanisch met slepen of met kegels
    Inplanting 
    Parallel met het front, van voor naar achter: front van het hoofdwerk, hoofdwerk en dan een doorgang. Aan het reciet twee windladen, de ene achter de andere, daarna een kleine windlade van Pedaal na een groot doorgang, in de hoek van een oude deur. Aan de linkerkant van het orgel bevindt zich nog een pedaalwindlade langs de muur.
  • Naam van het klavier 
    Hoofdwerk
    Type 
    Mechanisch
    Aard 
    Massieve eikenhouten sleeplade met kleppenkast achteraan, gesloten door uitstekende voorslagen met ijzeren plaatjes. De ventielen zijn uitneembaar en worden gedragen door een grote veer met ring. Aan de voorkant van het ventiel bevindt zich een metalen geleidestift die er doorheen steekt en onderaan, een haak en schalmstokje die vaststeken in een leren pulpeet.
    De slepen hebben een stuit aan de linkerkant; aan de rechterkant ontbreekt de stuit en zijn de elektrische motoren aangesloten.
    De windlade is opgebouwd uit twee delen, C# links en C rechts. In het midden bevinden zich 6 lage pijpen en de andere links en rechts naar het midden.
    De pijpstokken werden aangepast, net als de pijproosters. Deze laatste zijn gemaakt van Multiplex, de andere van eikenhout.
    De onderkant van de windlade is afgesloten met ongeschonden blauw papier.
    De conducten van de Bourdon zijn gemaakt van westaflex, en dus niet origineel.
    Aan het front bevindt zich een afzonderlijke kegellade. De pijpen zijn hier in mijtervorm opgesteld, de discanten lopen door achter het front, maar in tegengestelde richting.
    Beschrijving van de pijpstok 
    Van voor naar achter:
    Montre 8’ (windlade gedeeltelijk aan het front)
    Bourdon 16’
    Montre 8’
    Bourdon 8’ (geen pijprooster meer en pijpstok aangepast met blokjes).
    Prestant 4’ (gewijzigd pijprooster)
    Quinte 2’2/3 (gewijzigd pijprooster en pijpstok met toegevoegde blokjes)
    Flûte 4’ (gewijzigd pijprooster)
    Doublette 2’ (pijprooster met kleinere gaatjes op het oude gezet)
    Fourniture 3 rangen
    Trompette 8’
  • Naam van het klavier 
    Reciet
    Type 
    Mechanisch
    Aard 
    Zelfde type van windlade als in het Hoofdwerk, maar met de kleppenkast vooraan en de sleepstuiten aan de rechtkant, waar de elektrische motoren zich bevinden. Voor de 2 x 12 bassen van de Bourdon en de Salicional is er een kegellade, waarvan de kegels door membranen worden opgelicht, die zelf gevoed worden in de windlade.
    Bovenaan de windlade door een kleine loden leiding voor elke noot en die aansluit op de pijpstok van de hoofdwindlade. Deze windlade is oorspronkelijk, maar de loden leidingen werden onderbroken door rubberen leidingen, wat erop zou kunnen wijzen dat de plaatsing van de windlade veranderd is.
    Bovenop een pijprooster werd een ander geplaatst van Multiplex en enkele aanpassingen aan de gaatjes moesten worden uitgevoerd.
    Aan de achterkant is er behalve de originele balgbak een grenen kegellade met elektrische bediening voor drie registers met opening via de onderkant.
    De pijpen zijn mijtervormig opgesteld met C rechts en C# links. De drie laatste pijpen van de Hautbois en de Voix humaine zijn in omgekeerde richting geplaatst naast de discant van Tierce 1'3/5.
    Opstelling van de pijpen 
    Zoals bij het Hoofdwerk
    Beschrijving van de pijpstok 
    Van voor naar achter:
    Nasard 2’2/3
    Doublette 2’ (gewijzigde pijprooster)
    Flûte 4’
    Salicional 8’
    Bourdon 8’

    Op een aparte windlade :
    Hautbois 8’
    Voix humaine 8’
    Tierce 1’3/5 (diskant)
  • Naam van het klavier 
    Pedaal
    Aard 
    Twee grenenhouten kegelladen en opening via de onderkant
    Opstelling van de pijpen 
    Diatonisch in mijtervorm voor het Tongwerk 16' en chromatisch voor de Soubasse
    Beschrijving van de pijpstok 
    Een pijpstok per windlade, één met 12 noten en de andere met 55 noten
 
Pijpwerk
  • Naam 
    Hoofdwerk
    Bijzonderheden 
    Op de windlade, diatonische opstelling met 2 x 3 noten in het midden, daarna aan de linker- en rechterkant naar het midden toe. Over het algemeen hebben de pijpen van orgelbouwer Goll (groot orgel op de galerij) allemaal licht uitspringende lippen met afgeronde of spitse top.
    Beschrijving 
    MONTRE 8’. Diatonische dispositie in mijtervorm en in front, C# links: 12 pijpen en C rechts : 13 zinken pijpen met zijbaarden en stemrol. Vervolgens, achter het front in de tegenovergestelde richting, 3 en 2 zinken pijpen, daarna 2 x 13 tinnen pijpen met stemrol. Vrij recent pijpwerk van Van de Loo.
    BOURDON 8’. Opgesteld op de achterste zijden van de windlade, 2 x 3 pijpen van gelakt grenen met onderlip van eik en tinnen blad. 2 x 3 pijpen in het midden. Daarna 18 en 19 gelijke pijpen en nog eens 4 en 3 tinnen pijpen zonder lip.
    PRESTANT 4’. In het midden, 2 x 3 tinnen pijpen met zijbaarden en stemrol. Links en rechts 2 x 25 tinnen pijpen, waarvan 13 en 14 met zijbaarden, 12 en 13 met stemrol. De eerste pijp draagt de aanduiding "Flûte 8 Pos".
    QUINTE 2' 2/3. In het midden, 1 en 2 zinken pijpen met snijbaard en stemrol, daarna 2 en 1 gelijke pijpen maar van tin. Vervolgens aan de zijkanten 6 en 7 oude, hersneden pijpen (Sol of Gbe) met stemrol en sporen van snijbaard. 2 en 3 oude, herbruikte pijpen met stemrol. 6 en 4 hergebruikte en hersneden pijpen met sporen van snijbaard waarvan rechts een verschilt van de andere. 2 x 2 pijpen met stemrol (Goll ?). 2 x 5 pijpen met zijbaarden en stemrol (Goll ?). 2 x 4 pijpen op toonhoogte gesneden. 2 en 1 tinnen pijpen. 2 x 2 tinnen pijpen met sporen van snijbaard en nieuwe stemrol.
    FLUTE 4’. In het midden 2 x 3 zinken pijpen met penseel geschilderd in aluminium met houten stop en zijbaarden. Aan de zijkanten 2 x 3 identieke pijpen, vervolgens 2 x 16 zinken pijpen met hoed en zijbaarden en ten slotte 2 x 6 conische pijpen op toonhoogte gesneden (Goll?).
    DOUBLETTE 2’. Links van het midden, 3 tinnen conische pijpen met zijbaarden en op toonhoogte gesneden en rechts van het midden 1 zinken pijp met zijbaarden en stemrol en twee tinnen pijpen zoals de voorgaande. Aan de zijkanten 2 x 3 conische pijpen met zijbaarden en op toonghoogte gesneden. 2 x 12 oude, hersneden pijpen, waarvan links 6 op toonhoogte gesneden en 6 met zijbaarden (Goll?), rechts 12 oude nog bruikbare pijpen waarvan 1 met zijbaarden, 1 met sporen van snijbaard, 1 met sporen van zijbaarden, en allemaal met stemrol. Vervolgens 2 x 6 pijpen met zijbaarden en op toonhoogte gesneden (Goll?).
    FOURNITURE III. Met repetitie aan c, c’ c’’ en c’’’, homogeen pijpwerk van Goll, hoewel afkomstig van verschillende registers, met afgerond bovenlabium. 3 x 3 pijpen in het midden en 25 x 3 pijpen aan de zijkanten x 2. Het merendeel met stemrol en de kleinste op toonhoogte gesneden.
    TROMPETTE 8’. 2 x 3 pijpen met zinken beker, ijzeren paskegel, loden kernen, spotted voeten plus koperen ring. Gedreven tongwerk. Aan de zijkanten, 2 x 5 identieke pijpen, vervolgens 2 x 4 identieke pijpen maar met tinnen voeten, 2 x 6 identieke pijpen maar met tinnen beker, vervolgens 2 x 10 pijpen met langere beker (Van de Loo).
  • Naam 
    Reciet
    Beschrijving 
    Van voor naar achter. Diatonische dispositie zoals het hoofdwerk. De dispositie van de pneumatische windlade is diatonisch en mijtervormig.
    NAZARD 2’2/3. 2 x 3 tinnen pijpen met stop en zijbaarden. De eerste aan de linkerkant draagt het opschrift “G”. De eerste aan de rechterkant draagt het opschrift “V spel Bourdon”. Aan de zijkanten 5 en 4 tinnen pijpen met schoorsteenhoed en zijbaarden. Vervolgens links: 17 (oude) conische pijpen op toonhoogte gesneden, 2 pijpen op toonhoogte gesneden en 1 ontbrekende. Rechts 5 oude conische pijpen met stemrol. 1 spotted pijp met stemrol. 10 conische pijpen op toonhoogte gesneden, 1 oude pijp op toonhoogte gesneden, 3 oude pijpen op toonhoogte gesneden.
    DOUBLETTE 2’. 2 x 3 spotted pijpen met zijbaarden en stemrol. Eerste pijp met opschrift "M 16 C". Aan de zijkanten 2 x 8 gelijkaardige pijpen. Vervolgens links: 2 tinnen pijpen met stemrol in de smalle kant en sporen van een kastbaard. Opschrift "Gam". 8 gelijke pijpen maar op toonhoogte gesneden en opschrift "Gam". 3 pijpen op toonhoogte gesneden (Goll ?), 4 oude pijpen op toonhoogte gesneden. Rechts: 10 hersneden pijpen waarvan 9 met sporen van een kastbaard, 2 met stemrol en daarna gesneden op toonhoogte. 2 pijpen gesneden op toonhoogte (Goll?, de ene met spitse lip, de andere afgerond), 1 pijp op toonhoogte gesneden, 3 pijpen op toonhoogte gesneden.
    FLÛTE 4’. In het midden, 2 x 2 zinken pijpen met penseel beschilderd en met grenen stop van eenvoudige makelij en zijbaarden. 2 x 1 spotted pijpen met hoed en zijbaarden. Vervolgens links 1 spotted pijp met hoed en zijbaarden, 1 gelijkaardige, meer recente pijp, 1 spotted pijp. 7 min of meer identieke tinnen pijpen met hoed en zijbaarden (2 of 3 Goll ?), 1 hersneden spotted pijp met zijbaarden en stemrol in de smalle kant, 4 oude hersneden tinnen pijpen met stemrol in de smalle kant en zijbaarden. 4 oude tinnen pijpen op toonhogte gesneden met zijbaarden en een zwart opschrift "M 8" gevolgd door de naam van de noot. 3 pijpen op toonhoogte gesneden met geponst opschrift. 3 oude pijpen op toonhoogte gesneden. Rechts 9 tinnen pijpen met hoed en zijbaarden (de negende is groter). 5 pijpen met stemrol, 1 zonder zijbaarden, daarna 4 met. 6 oude pijpen op toonhoogte gesneden met zijbaarden. 5 pijpen op toonhoogte gesneden (Goll ?).
    SALICIONAL 8’. Achter de windlade, 6 en 7 zinken pijpen met rolbaard, stemrol en afgeronde bovenlip. Aan de zijkanten, 2 x 6 zinken pijpen met stemrol, houten rolbaard en stemrol. 2 x 9 tinnen pijpen met koperen snijbaard en stemrol. 7 en 6 tinnen pijpen met stemrol.
    BOURDON 8’. Links en rechts van de Salicional, 2 x 6 grenen pijpen met cederhouten stop. Daarna, op de zijkanten van de windladen, 22 tinnen pijpen met hoed en zijbaarden(Goll ?). 2 x 3 lege noten.
    HAUTBOIS 8’ (Goll). 2 x 12 pijpen met tinnen Basson beker, klein koperen paskegel, tinnen voet en loden kern. 2 x 13 pijpen met Hautbois beker, tinnen voet en loden kern. Links werd een bovenkant van een beker vernieuwd. Vervolgens op de achterkant van de windlade en in de andere richting 2 x 3 identieke pijpen. Voix humaine 8’ (Goll). 8 en 7 pijpen met cilindrische beker op een tinnen kegel, hoed met gesoldeerde klep, spotted voet en loden kern. 17 en 18 gelijkaardige pijpen maar met langere beker. Daarna aan de achterkant van de windlade naast de Hautbois, 2 x 3 gelijkaardige pijpen.
    TIERCE 1’3/5. Tussen de 6 hoogste pijpen van de Voix humaine. Alle pijpen zijn op toonhoogte gesneden. Links, 1 oude pijp, 3 pijpen met sporen van een kastbaard en opschrift "F# Gam 8", "a Gam 8" en "B Gam 8", 3 pijpen met opschrift “C# Gam”, “D# Gam 8” en “fa Gam 8”, 4 pijpen met vooruitstekende lippen in en spitsvorm (Goll ?) en opschrift "G# g 50", "D g 51", "E g 53", " F# g 55", 1 oude pijp met opschrift "D# sep", 1 pijp met opschrift "F 2", 1 oude pijp met opschrift "D# 2’" en "26" (ouder opschrift), 1 pijp met opschrift "2’ ". Rechts 1 hergebruikte, gemeniede pijp met stemrol, 1 pijp met opschrift “4 : C VC”, 3 pijpen met sporen van een kastbaard en opschrift “g# gam 8”, “a# gam 8” en “c gam 8”, 3 pijpen met opschrift “Gam”, 1 spotted pijp, 3 pijpen met vooruitstekende lippen met afgeronde bovenkant (Goll ?) en opschrift “D# g 52”, “F g 54” en “g g 56” en 1 pijp met opschrift “g 54”.
  • Naam 
    Pedaal
    Beschrijving 
    FAGOTT 16’, HORN 8’ en CHALUMEAU 4’. De eerste 12 pijpen zijn onafhankelijk en diatonisch in mijtervorm opgesteld na een overgang achter de windlade van het Reciet, de rest is gemeenschappelijk met Basson-Hautbois. 12 korte, tinnen bekers op een grote, tinnen voet met leren ventiel gesoldeerd aan de top. De loden kernen zijn nieuw en de voeten zijn van spotted. Tongen met plat uiteinde met smalle opening en leren omtrek. De bekers en de voeten zijn die van de Clarinette 8’ van het orgel van Goll. Let op de aanduiding op de C beker: "Clarinette 1868".
    SOUBASSE 32’, SOUBASSE 16’ en BASSE 8’. Deze registers zijn diatonisch opgesteld op een kegellade langs de linkermuur van de kapem. De Soubasse 32’ doet eigenlijk de Soubasse 16’ op de Quinte 10’ 2/3 spelen, daarna van c naar het groot octaaf. De Basse 8' is een uitbreiding van de Soubasse 16’. Van de achterkant van de kapel naar voren, 12 pijpen in bruingeschilderd grenenhout met roodachtige bovenlip. Houten zijbaarden en onderlip met tinnen blad voor 1, daarna de andere zonder, wegens plaatsgebrek. Vervolgens drie grenen pijpen.
    Voor deze pijpen en van voor naar achter 12 pijpen, die lijken op de voorgaande, met herstellingen met plakpapier. 16 bruingeschilderde pijpen met onderlip in eik en blad van tin. Ten slotte 12 lege plaatsen.
    OCTAVE 8’ en CHORAL-BASSE 4’. Registers in het verlengde van de Montre 8’ van het hoofdwerk. Achter het orgel bevinden zich nog drie Bourdon 8’ pijpen, identiek aan die van het Pedaal, en 12 hooggestemde pijpen van Bourdon 8’ neergelegd op de vloer.
 
Windvoorziening
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Magazijnbalg
    Beschrijving 
    Een parallelbalg onder de windlade van het Hoofdwerk. Hij wordt voorafgegaan door een rolgordijn.
    Lengte 
    90 cm
    Breedte 
    64,5 cm
    Aantal en type gewichten 
    Cinq dalles et demi enduites de béton
    Aantal en type gewichten 
    Vijf en een halve met beton bestreken plaveien
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Magazijnbalg
    Beschrijving 
    Onder de windlade van het Reciet, een parallelbalg voorafgegaan door een rolgordijn
    Lengte 
    90 cm
    Breedte 
    64,5 cm
    Aantal en type gewichten 
    Cinq dalles enduites de béton
    Aantal en type gewichten 
    Vijf met beton bestreken plaveien
 
Tremolos
  • Naam 
    Reciet
    Plaats 
    Waarschijnlijk onder de achterste loopplank
 
Windkanalen
  • Naam 
    Alle manualen
    Beschrijving 
    Er zijn hoofdwindkanalen en smallere leidingen voor de kleine windladen.
    De balg vooraan bevoorraadt het front en het hoofdwerk, de balg achteraan bevoorraadt het reciet, de pedaalwindladen en de aandrijving van de zwelkast.
    Materialen 
    PVC
    Alle verbindingen zijn gemaakt van Westaflex
 
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT
Speeltafel Klavier(en) en voetklavier(en) : 3
Klavier(en) en voetklavier(en) Hoofdwerk (I), Reciet (II), Pedaal
Tractuur
Hoofdwerk en Reciet Elektromechanisch en elektropneumatisch
Pedaal Elektrisch
Het gebouw

Kloosters van de Paters van het Heilige Sacrament

Adres : Waversesteenweg, 203
1050 Ixelles
Bouwstijl : Neogotiek
Bouw : 1869-1874
Bouwperiode : 19de
Bouwstijl : Neogotiek
Orgel(s) aanwezig in dit gebouw