Orgels in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Neoklassiek-rococo galerijorgel (Van Bever/Haupt)

Kerk van de Heilige Drievuldigheid

Speeltafel  / Neoklassiek-rococo galerijorgel (Van Bever/Haupt) - Kerk van de Heilige Drievuldigheid
Orgelkast  / Neoklassiek-rococo galerijorgel (Van Bever/Haupt) - Kerk van de Heilige Drievuldigheid
 Klik op een foto om te vergroten
HET INSTRUMENT
Orgelkast - architect - bijzonderheden Plan van een kast in rococcostijl, getekend door Georges Haupt. Het plan toont een kast met een corpus van vijf vlakvelden, waarvan het centrale deel verlaagd is om de in de steen gebeeldhouwde wapenschilden te tonen (niet uitgevoerd). Architect H.-Julien De Ridder, plannen opgesteld in Brussel op 12 en 13/12/1937. Deze plannen voorzien eikenhouten houtwerk en pijpen van tin.
Orgelkast - plaats Op de galerij
Orgelkast - stijl  Neoklassiek-rococo
Beschrijving van de orgelkast Twee hoofdcorpussen, links en rechts van de galerij, en een corpus dat ze achterin de galerij met elkaar verbindt. Het centrale corpus bestaat uit pijpen zonder kast, op een sokkel opgesteld. De twee andere kasten zijn grote meubels van eikenhout, waaronder alle toegangsdeuren en de sokkel, en van stucwerk. De pijpen van zink van hun fronten zijn in vier vlakvelden geplaatst, twee naar de kerk gericht en twee naar de galerij. De pijpen en het ontwerp van het meubel verwijzen naar de vorm van een harp. In de hoeken van het meubel ziet men vruchtentrossen, voluten, de hoekkolom met korinthisch kapiteel en de grote lijst. Verscheidene motieven zijn met bladgoud onderstreept.
Speeltafel - stijl In overeenstemming met de hoofdkas
Speeltafel - beschrijving Onafhankelijke speeltafel voor het corpus van het linkse orgel. De organist kijkt naar de rechterkant van de galerij. Groot eikenhouten meubel met panelen met lijstwerk; toegang langs de achterzijde en onder de manualen.
Persoon belast met het onderhoud Guido Schumacher
Combinatieschakelaar - type en plaats Elektrisch. Bajonetcontactdozen in de speeltafel.
Crescendo Elektrisch. Verbindingspaneel in de speeltafel.
Stemming Diapason 436-437 Hz
Temperatuur Gelijkzwevend
Orgelbouwer(s) Georges Haupt
HET INSTRUMENT
Orgelkast - stijl  Neoklassiek-rococo
Speeltafel - stijl In overeenstemming met de hoofdkas
Orgelbouwer(s) Georges Haupt
HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT
Historiek De parochie werd in 1882 gesticht. Aan de Hervormingsstraat, op het eigendom van Brugmann, werd een kapel gebouwd.

In de annalen van de stichtende priester, eerwaarde Van Genechten, leest men: "Op 4 juli 1887 sloot de Kerkfabriek een overeenkomst met de gebroers Van Bever in Laken voor de plaatsing van een orgel in de kapel van de Heilige Drievuldigheid, dat later, vergroot en uitgebreid, voor de definitieve kerk zou kunnen dienen."

Daarop volgt, met de pen geschreven, een
« Devis
dressé par A . Van Bever frères
rue Clémentine 76 à
. Laeken-lez-Bruxelles .
_____________________________________________
Pour un orgue à deux claviers, tout à fait expressif et Pédale séparée de 27 notes, avec buffet simple sans ornements ni sculptures pour l’église de la Ste Trinité à Ixelles _____________________
Nomenclature des Jeux.
1er Clavier – Grand orgue
1 Bourdon 16 pds 56 notes
2 Montre 8 - 56 -
3 Bourdon 8 - 56 -
4 Viola di Gamba (*) 8 pds 56 notes {première octave grave
commune avec le Salicional
5 Prestant 4 - 56 -
6 Doublette (*) 2 pds 56 notes
7 Trompette 8 - 56 -

2eme Clavier – Positif

8 Flûte harmonique (*) 8 pds 56 notes {2 premières octaves graves
par transmission avec la Montre
9 Salicional 8 pds 56 notes
10 Voix Céleste 8 - 39 -
11 Flûte douce 4 - 56 -
12 Basson-Hautbois (*) 8 pds 56 notes
13 Voix Humaine (*) 8 - 56 -

3eme Clavier – Pédale séparée par transmission

14 Sous Basse 16 pds 27 notes
15 Flûte Basse 8 - 27 -

Pedales de Combinaisons

1 Accouplement du Pédalier au Gd orgue
2 Accouplement du Pédalier au Récit
3 Réunion des deux claviers
4 Anches Grand-orgue
5 Anches Récit
6 Tremolo
7 Expression »

(*) jeux écrits en rouge.

Suit encore une série d’article concernant les matériaux dont les claviers « en bois de chêne et Palissandre »… Le Pédalier en bois de chêne et les # en bois des Iles. » Pour la soufflerie, « Elle serait garnie en double et en triple peaux de 1ère Qualité, munie de deux pompes … le fonctionnement de la soufflerie pourrait se faire par un garçon de 12 ans… » Pour « le mécanisme … serait entièrement construit en fer, en cuivre et en bois….Les tirants de registres … seraient terminé par un bouton en palissandre garni d’une plaque en porcelaine… » « Les tuyaux de métal en général seraient fait d’un alliage de 4/5 d’étain et 1/5 de plomb…Les tuyaux de basses…en beaux bois de sapin du Nord 1er choix. »Et enfin « L’orgue tel qu’il est décrit …serait livré pour la somme de Cinq mille huit cent quarante frs. Excepté les jeux écrits en encre rouge (*) dont les places restes vacantes sur les sommiers et que l’on pourrait ajouter plus tard à volonté » (pour un coût total de 1675 francs, les jeux à anches étant le plus chers. « L’orgue serait donc entièrement completter ( !) pour la somme de Sept mille cinq cent quinze frs. »


Eerwaarde Van Genechten tekende de overeenkomst voor het orgel zonder de 5 registers die als optie werden voorgesteld.

Salomon Van Bever zou er nog in 1912 aan gewerkt hebben. Een foto van "Gobert, 92 rue du Balli", toont de binnenkant van de kerk, met zich op de galerij, waar men duidelijk het oude orgel onder de wapenschilden van Albrecht en Isabella ziet.

De nieuwe kerk werd tussen 1893 en 1895 gebouwd, vertrekkend van de gevel van de Tempel van de Augustijnen. Een boekje van Vicomte Terlinden, professor emeritus van de Universiteit van Leuven, "Histoire du Temple des Augustins et de l’Eglise de la Sainte-Trinité", vertelt op pagina 18: "In 1889 verwijderde men de hoofdwerken, die voor gebruik tijdens openbare ceremonies zouden worden bewaard en werden overgebracht naar de kerk van Sint-Pieters Woluwe".
Maar in de archieven 2 EH van de Drievuldigheid leest men in een artikel in "Opéra-Magazine" dat: "De Muntschouwburg bezit in de coulissen een orgel met pijpen dat uit de kerk van de Augustijnen zou komen".

Men bestudeerde een plan voor een nieuw orgel, en tijdens een vergadering van de kerkmeesters op 27/07/1937, stelde kanunnik Michiels voor een nieuw orgel te plaatsen. Op 13/09/1938 machtigde een koninklijk besluit "de plaatsing van nieuwe orgels met kast in de kerk van de Heilige Drievuldigheid in Elsene, volgens de door onze Minister van Justitie goedgekeurde plannen". Foto's hiervan bevinden zich op pagina F3 van map 2 EH. De inwijding vond plaats op 22/11/1938, met de heer Dejaive als organist (ibidem). Men weet dat Georges Haupt zelf een plan voor het orgel tekende, maar het werd waarschijnlijk overgenomen en herzien door architect De Ridder.

Er zijn geen sporen van een factuur gevonden, maar men mag aannemen dat het orgel door een of meer schenkingen werd gefinancierd.

Dankzij de verslagen van de besprekingen van de kerkmeesters, zijn wij op de hoogte van de kwaliteiten of de vergoedingen van de organisten. Per vergadering:

02/07/1930:
de vergoeding van de organist, die gezien zijn anciënniteit en verdiensten onvoldoende werd gevonden, bedroeg 6.080 frank per maand.

15/12/1933:
bekendmaking van het onverwachte overlijden van de heer Conrad Gortebeek, sinds 1888 organist van de kerk van de Drievuldigheid (oud orgel).
Benoeming van Raoul Dejaive, "Diplôme de virtuosité du Conservatoire de Bruxelles" en andere titels. Een oud-leerling van Jongen en Van Nuffel.

06/05/1950:
Pastoor Goffaerts maakt het ontslag van Raoul Dejaive bekend.
Het Bureau kiest voor kandidaat Georges Hennaut, 105 rue Gabrielle in Elsene, die tegen dezelfde voorwaarden als de heer Dejaive in dienst worden genomen, namelijk voor 4.500 frank per trimester. De datum waarop Dejaive zou vertrekken en door Georges Hennaut zou worden opgevolgd, was nog niet gekend.

10/05, 22/06 en 16/07/1976:
De heer Hennaut ging in 1974 met pensioen. Men stelde hem herhaaldelijk voor zijn activiteit verder te zetten, zodat hij na een tussenkomst van de Gemeente een contract van tien jaar, vanaf 01/08/1976, kreeg als per prestatie betaald organist.

Mevrouw Delannoy heeft ons verteld dat de heer Alfred Nerinckx (amateur en gepensioneerd onderwijzer) de heer Hennaut nooit heeft gekend maar hem in 1984 opvolgde. In 1993-94 trad hij nog op als vervanger van de heer Georges Bouché.

Yves Charlier, klavecinist en organist, heeft het orgel gedurende een kortere periode tijdens de liturgie bespeeld, afwisselend met Georges Bouché en Alfred Nerinckx, tot hij werd aangesteld in de Sint-Lambrechtskerk van Woluwe.


In 1996 werd de kerk voor het publiek gesloten, na een zeer controversiële beslissing van de Gemeente en tegen het advies van de parochie en de Kerkfabriek, die het gebouw en zijn activiteiten onderhouden. Het orgel is sindsdien niet meer gebruikt en wordt niet regelmatig onderhouden.

Na ingrijpend onderhoudswerk door de firma Schumacher uit Eupen wordt het orgel niet bespeeld, in afwachting van een beslissing over een nieuwe bestemming voor de kerk.
WERKEN
Einddatum In de jaren 1950
Type werkzaamheden Aanpassingen van enkele registers
DOCUMENTATIE
Type Archieven
Titel "Annales de l’église et de la paroisse de la SS Trinité"
Auteur Abbé Van Genechten, Curé fondateur de la paroisse. Années 25/11/1882 – 1912.
Herkomst Kerkfabriek
Referenties Manuscrit Van Genechten
Type Archieven
Herkomst Kerkfabriek
Referenties 2 EH
Type Documentatie
Titel Plan van de galerij
Auteur De Ridder H.-Julien
Herkomst Kerkfabriek
Referenties 13/12/1937, plan n° 4.
Type Documentatie
Titel "Projet de buffet d’orgue"
Auteur Manufacture d’orgues luxembourgeoise, G. Haupt, Lintgen
Herkomst Kerkfabriek
Referenties Projet de buffet d’orgue 1938, plan n° 5.
Type Boek
Titel "Histoire du Temple des Augustins et de l’Eglise de la Sainte Trinité"
Auteur Vicomte Terlinden
Plaats Gembloux
Uitgever J. Duculot, S.A.
Type Boek
Titel "Luxembourg-Gare, Vie religieuse, sociale et culturelle"
Auteur Ouvrage collectif dont des articles sur l’orgue et la musique par Patrick Colombo, Franz Peters, José Faber, Carlo Hommel, Paul Kayser, Yves Konsbruck, René Ponchelet, Wolfgang Seifen et Alain Wirth.
Plaats Groothertogdom Luxemburg
ISBN 2-9599953-0-9
Uitgever Imprimerie Saint-Paul
Bijzonderheden 1998, tijdens de restauratie van het grootorgel Georges Haupt van de kerk Sacré-Cœur van Luxembourg-Gare.
Type Foto
Titel Galerijorgel
Referenties Archives de la Paroisse
Bijzonderheden Voor 1938
Type Photo
Titel Foto's van het oude orgel
Beschrijving Bladzijde F2 van de archieven 2 EH
HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT
Historiek De parochie werd in 1882 gesticht. Aan de Hervormingsstraat, op het eigendom van Brugmann, werd een kapel gebouwd.

In de annalen van de stichtende...
Werken
Einddatum In de jaren 1950
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT
Speeltafel
Structuur speeltafel en muziekstaander 
Interne halfcirkelvormige structuur van mahoniehout.
De lessenaar is van mahoniehout en wordt gedragen door twee metalen glijders die in het verticale paneel boven het metalen bladen die in het verticale paneel boven de klavierlijst dringen.
Aantal klavieren 
3
Omvang van de klavieren 
61 toetsen
Beschrijving van de toetsen 
Toetsen van grenenhout, bekleed met gepolijst ivoor. Alle ivoren toetsneuzen lopen schuin.
Breedte van de toetsen 
12,5 mm
Diepte van de toetsen 
132 mm
Breedte van het octaaf 
164 mm
Beschrijving van de boventoetsen 
De boventoetsen zijn van ebbenhout, met schuine toetsneus en afgeronde achterzijde
Diepte van de boventoetsen 
76-81 mm
Beschrijving van de bakstukken of kader 
Dubbele bakstukken van mahoniehout. Links zijn ze elk voorzien van een zwarte drukknop. De bovenste hebben ook een witte knop.
Omvang van het voetklavier 
30 toetsen
Materialen van het voetklavier 
Het rechte, concave pedaalklavier is van eikenhout. De boventoetsen zijn in een cirkelboog opgesteld en hebben een rechte neus. De toetsen worden achteraan gesteund door een metalen blad dat als veer dient.
Registers 
De registers zijn in een cirkelboog opgesteld, in drie horizontale rijen links en rechts van de manualen. Ze zijn gemaakt van een rode, vrij harde kunststof.
Koppelingen 
Bovenste rijen van de registers links en rechts.
De gewone koppelingen kunnen worden bediend met zes witte drukknoppen links onder het eerste manuaal.
Combinaties 
Boven elk register zijn er twee witte lipjes. De registers worden bediend met witte drukknoppen in het midden van de lijst onder het eerste manuaal. Op deze ventielen: Jeux/I/II/ en een rode drukknop om te annuleren.
Rechts van de ventielen zijn er nog vijf witte ventielen, genummerd van 1 tot 5, voor de vaste combinaties.
Links van de registers van pedaalkoppels (linkerzijde) zijn er drie rijen tongen, boven elkaar geplaatst, met een met goud omcirkeld wit plaatje met de namen van de registers van pedaal en onder elke rij tongen een wit plaatje met: Reg.de Péd. libres Grand Orgue / Reg.de Péd. libres Positif / Reg.de Péd. Libres Récit. De drukknoppen in de bakstukken bedienen deze vrije combinaties en de witte knop annuleert ze.
Voetsteun 
Het voetenbankje is van eikenhout en volgt de horizontale welving van het pedaalklavier. Er zijn twee schuine blokken op geplaatst die metalen pistons bevatten.
Met de voet bediende organen 
Links, een rij van zes ventielen met een wit plaatje, omcirkeld met goud, met opschrift P.I / P.II / P.III / I-II / I-III / II-III.
Erboven, drie ventielen met Jeux / C.L.I / C.L.II.
Daarna drie grote balanstreden, bekleed met rubber, onder een wit plaatje met: Positif / Récit / Cresc.- Decr.
Daarna een blok met zes ventielen met dezelfde aanduidingen: A.P. / A.I / A.II / A.III / T.I / T.II. Nog steeds boven de vier eerste ventielen, een klein blok en een wit plaatje met: Appel Jeux d’anches et mixtures.
Toebehoren 
Op de schuine blok dat de klavierlijst draagt is er links een kiezer voor de spanning (van 0 tot 20) en rechts een kiezer voor de positie van het crescendo (van 0 tot 30).
Op het tablet rechts van de manualen, een zwarte knop in een metalen plaatje met opschrift: "Wenn sich bei Inbenriebsenzung die Trakturdynamo zu langsam erregt, kurzzeitig auf Knopf drücken."
Onder de manualen, een neonlamp om de balanstrede te verlichten.
Op het voetenbankje, een stopcontact voor de verlichting van de speeltafel.
Adresplaat 
Op een schuin blik, in het midden boven de klavierlijst. Plaatje van mahoniehout omlijst en ingelegd met koperen drukletters:
MANUFACTURE d’ORGUES
LUXEMBOURGEOISE
Succ. Georges HAUPT
LINTGEN (Gr.D.Luxbg.)
Structuur speeltafel en muziekstaander 
De binnenzijde van de speeltafel is van gevernist eikenhout. Boven het manuaal bevindt zich een klein schuin vlak, daarna een verticaal vlak.
Het deksel heeft een latje met scharnier dat als lessenaar dient.
Klein, zelfstandig meubel van eikenhout dat zich vlaktij het rechtse meubel aan de voorzijde van de galerij bevond. Het wordt momenteel in het noordelijke transept bewaard.
Aantal klavieren 
1
Omvang van de klavieren 
61 toetsen
Beschrijving van de toetsen 
Toetsen van grenenhout met een gedeeltelijk schuine, daarna platte en daarna verticale neus. De bekleding is van witte kunststof.
Breedte van de toetsen 
12 mm
Diepte van de toetsen 
149 mm
Breedte van het octaaf 
163 mm
Beschrijving van de boventoetsen 
De boventoetsen zijn van zwart gekleurd hout, met schuine toetsneus en afgeronde achterzijde
Diepte van de boventoetsen 
83-87 mm
Beschrijving van de bakstukken of kader 
Van donkerder hout, bovenaan plat en aan de neus uitgehold
Registers 
In het midden van het kleine schuine vlak bevinden zich acht registerwippers van imitatie ivoor, met een met goud omcirkeld wit plaatje
 
Klavieren en voetklavieren
  • Naam 
    Hoofdwerk (I)
    Omvang 
    61 toetsen, C - c''''
    Registers 
    Montre 16’
    Bourdon 16’
    Montre 8’
    Bourdon 8’
    Flûte ouverte 8’
    Viole de Gambe 8’
    Prestant 4’
    Flûte 4’
    Doublette 2’
    Fourniture 3-4 r.
    Trompette 8’
    Clairon 4’
    Koppelingen 
    Unisson I
    I/II
    I/III
    I/II oct.gr.
    I/III oct.gr.
    I/II oct.aig.
    I/III oct.aig.
    Bijzonderheden 
    Viole de Gambe 8’ is momenteel een Sesquialtera 2 rangen tot c
  • Naam 
    Positief (II)
    Omvang 
    61 toetsen, C - c''''
    Registers 
    Quintatön 16’
    Montre amabile 8’
    Cor de nuit 8’
    Dulciana 8’
    Unda-maris 8’
    Flûte octave 4’
    Cor de nuit 2’
    Nasard 2' 2/3
    Tierce 1'3/5
    Larigot 1'1/3
    Piccolo 1’
    Tromp.-ouverte 8’
    Cromorne 8’
    Cornet 5 rgs (= C. n. 8’ + F. 4’ + N. 2’2/3 + C. n. 2’ + T. 1’3/5)
    Carillon 3 rgs (= C. n. 2’ + T. 1’3/5 + P. 1’)
    Tremolo Positif
    Koppelingen 
    Unisson II
    II/III
    II/II oct.gr.
    II/III oct.gr
    II/II oct.aig.
    II/III oct.aig.
  • Naam 
    Reciet (III)
    Omvang 
    61 toetsen, C - c''''
    Registers 
    Bourdon 16’
    Diapason 8’
    Bourdon 8’
    Flûte-harm. 8’
    Salicional 8’
    Voix céleste 8’
    Flûte douce 4’
    Quinte 2'2/3
    Flûte à fuseau 2’
    Fourniture 3 rangs
    Bombarde 16’
    Trompette 8’
    Hautbois 8’
    Voix-humaine 8’
    Clairon-harm. 4’
    Koppelingen 
    Unisson III
    III/III oct.gr.
    III/III oct.aig.
    Tremulant 
    Tremulant Reciet
  • Naam 
    Pedaal
    Omvang 
    30 toetsen, C - f'
    Registers 
    Contrebasse 16’
    Soubasse 16’
    Quinte 10' 2/3
    Bourdon 8’
    Octave-basse 8’
    Flûte 4’
    Bombarde 16’
    Trompette 8’
    Basson 8’ (transmission du Récit)
    Clairon 4’ (transmission du Grand-Orgue)
    Koppelingen 
    Ped./I
    Ped./II
    Ped./III
    Ped./III oct.aig
    Bijzonderheden 
    De kleine speeltafel heeft een manuaal met 61 toetsen en bedient enkele registers van het Positief:
    Quintaton 16’
    Montre aimable 8’
    Dulciana 8’
    Cor de nuit 8’
    Flûte octave 4’
    Cor de nuit 2’
    Nasard 2' 2/3
    Trompette ouverte 8’
  • Naam 
    Bijlage speeltafel
    Omvang 
    61 toetsen, C - c''''
    Registers 
    Quintaton 16’
    Montre aimable 8’
    Dulciana 8’
    Cor de nuit 8’
    Flûte octave 4’
    Cor de nuit 2’
    Nasard 2'2/3
    Trompette ouverte 8’
    Bijzonderheden 
    Spelen uit het Positief
 
Tractuur
  • Naam 
    Alle en pedaalklavier
    Noten 
    Elektropneumatisch.
    Bijzonderheden: de kleine speeltafel werkte pneumatisch; kleine loden leidingen vertrokken van de speeltafel via de vloer naar de windlade. Nu zijn al deze leidingen afgesneden.
    Toetsen 
    Achtertoetsen met een elektrisch contact onder de onderzijde
    Traject en beschrijving van de mechaniek 
    De speeltafel bevat een bord voor alle toetsen en kasten met glas voor de contacten met draden of naalden voor de koppelingen, het crescendo of de combinaties.
    Enkele verbindingen zijn recent en van PVC, maar de meeste draden zijn met katoen bekleed.
    Beschrijving van de registers 
    De bedieningen van de registers zijn elektropneumatisch en werken met een systeem met zuigers in de windladen
    Zwelkast 
    De zwelwerken van het Positief en het Reciet werken pneumatisch, met een relais van opeenvolgende balgen die een geleidelijke opening mogelijk maken
  • Naam 
    Positief
    Traject en beschrijving van de mechaniek 
    De transmissie naar de windlade gebeurt in verscheidene stappen, samengesteld uit een grenenhouten windlade met elektromagneten die de pistons in een graveerd stuk steunen. Erboven bevinden zich membranen die andere, onder de latten geplaatste, pistons opheffen, voorzien van een membraan per toets, die eveneens een piston per toets, opheffen die de wind voor de pijpen opent.
    Zwelkast 
    Het zwelwerk heeft jaloezieën aan de voor- en achterzijde van de windlade. Ze worden elektrisch bediend.
 
Windladen
  • Type 
    Pneumatisch met ventielen
    Inplanting 
    Achterin de galerij, links en rechts van het door de sokkel verborgen venster, bevinden zich parallel met de balustrade de windladen van pedaal en, vooraan, kleine individuele windladen voor een pedaalregister en een grootorgel.
    In de grote meubels zijn de windladen haaks op de balustrade gericht. Vooraan is er een individuele windlade per vlakveld.
    In het linkse meubel zijn er twee op elkaar geplaatste windladen voor het Hoofdwerk, waarvan de tweede zeer hoog geplaatst is.
    In het rechtse meubel is er een windlade voor het Positief in de sokkel, waarvan de hoge toetsen van vijf registers hoger zijn geplaatst. Nog hoger zijn er de windladen van het Reciet, op twee verdiepingen.
    Alle windladen zijn van gevernist grenenhout.
  • Naam van het klavier 
    Hoofdwerk
    Aard 
    Het pijprooster van de Mixtuur heeft veel grotere gaten dan de pijpen tot h'
    Opstelling van de pijpen 
    Volgens de beschrijving van de pijpen
    Beschrijving van de pijpstok 
    Volgens de beschrijving van de pijpen
  • Naam van het klavier 
    Zwelwerk
    Aard 
    Het pijprooster van de Flûte d’octave is voorzien voor een groter register vanaf c', waarschijnlijk een Flûte harmonique. De kleine windlade wordt gevoed door een houten windkanaal van 20 x 19,5 cm.
 
Pijpwerk
  • Naam 
    Hoofdweerk
    Bijzonderheden 
    Alleen de onderste windlade werd geïnspecteerd: chromatische opstelling van de achterzijde naar de voorzijde van de kerk en beschrijving van de pijpen van achter naar voor (midden van de galerij).
    De bovenste windlade is berikbaar langs zeer steile plaatsen. Haar pijpen staan in verbinding met de rest.
    Beschrijving 
    MONTRE 16’. Diatonische opstelling C# links en C rechts in de vlakvelden voor de grote hoofdkassen. 13 pijpen en 14 pijpen van zink met stemkrul en harmonische rol voor 2 x 7 pijpen, daarna pijpmonden voor 7 en 6 pijpen. Daarna de bovenste windlade.

    Bovenste windlade:
    BOURDON 16’.
    MONTRE 8’. In de delen links en rechts van het kleine tussenfront zijn er 2 x 16 zinken pijpen met stemkrul en pijpmonden. Daarna op de bovenste windlade.
    FLÛTE OUVERTE 8’.
    VIOLE DE GAMBE 8’ (nu Sesquialtera 2 rangen tot c).
    TROMPETTE 8’.

    Onderste windlade:
    BOURDON 8’. 12 grenenhouten pijpen met stemstop en blad van tin in de onderste lip. 6 zinken pijpen met hoed en pijpmonden. 31 tinnen pijpen met hoed en pijpmonden en 12 op toonhoogte gesneden conische pijpen.
    PRESTANT 4’. 25 tinnen pijpen met pijpmonden en stemkrul. 36 op toonhoogte gesneden tinnen pijpen.
    FLÛTE 4’. 24 grenenhouten pijpen met klep van tin bovenaan en blad van tin in de onderste lip. 25 tinnen pijpen met stemkrul, waarvan twee van andere makelij, en 12 op toonhoogte gesneden pijpen.
    DOUBLETTE 2’. 7 tinnen pijpen met stemkrul in de kroon (geforceerd) en pijpmonden. 54 op toonhoogte gesneden tinnen pijpen.
    FOURNITURE III op IV rijens. 12 x 3 rijen tinnen pijpen. 1e rij met pijpmonden, 2e rij, 5 met pijpmonden en 3e rij zonder pijpmonden. Daarna 4 rijen tinnen pijpen met stemkrul en op toonhoogte gesneden voor de hoogste noten.
    CLAIRON 4’. 44 pijpen met beker van spotted, diepe kern van lood, voet van tin en uitgehamerde tong. Daarna 17 pijpen met lip van tin, op toonhoogte gesneden.
  • Naam 
    Positief (zwel)
    Beschrijving 
    Chromatische opstelling van de voorzijde van de galerij naar achter.
    Beschrijving van de achterzijde van de windlade naar voren toe (midden van de galerij)
    Voor de zes voorste registers is er een kleine bovenste windlade van 33 noten die de 40 noten van de onderste windlade aanvult. De opstelling van de pijpen is dezelfde.
    Cornet 5 rangen (= C. n. 8’ + F. 4’ + N. 2’2/3 + C. n. 2’ + T. 1’3/5)
    Carillon 3 rangen (= C. n. 2’ + T. 1’3/5 + P. 1’)

    Onderste windlade (40 toetsen):
    PICCOLO 1’. 12 pijpen van tin met pijpmonden, 2 stemgaten en geponste aanduiding: “Piccolo 1’”. 12 pijpen van tin met 2 stemgaten en stemkrul. 12 pijpen van tin met 1 stemgat en stemkrul. 13 pijpen op stemhoogte gesneden en 12 gelijkaardige pijpen maar met laag octaaf. 12 lege plaatsen.
    LARIGOT 1'1/3. 3 pijpen van tin met schoorsteenhoed en en pijpmonden. 9 conische pijpen van tin met pijpmonden en stemkrul. 20 conische pijpen met stemkrul. 17 conische pijpens op stemhoogte gesneden, 12 conische pijpen op stemhoogte gesneden met laag octaaf. 12 lege plaatsen.
    TIERCE 1'3/5. 8 pijpen van tin met schoorsteenhoed en en pijpmonden. 10 pijpen van tin met pijpmonden, stemkrul en 2 stemgaten. 24 pijpen met 2 stemgaten en stemkrul. 6 pijpen met 1 stemgat en stemkrul, 13 pijpen op stemhoogte gesneden en 12 gelijkaardige pijpen met laag octaaf.
    COR DE NUIT 2’. 22 pijpen van tin met stemhoed en pijpmonden. Op de eerste is geponst: “Nachthorn”. 39 conische pijpen van tin, op stemhoogte gesneden, 12 conische pijpen op stemhoogte gesneden met repetitie met laag octaaf.
    NAZARD 2'2/3. 12 conische pijpen van zink met stemkrul en pijpmonden. 36 pijpen van tin met pijpmonden waarvan de 6 eerste met pijpmonden. 13 pijpen op stemhoogte gesneden daarna 12 pijpen op stemhoogte gesneden met repetitie met laag octaaf.
    FLÛTE OCTAVE 4’. 7 pijpen van verzilver ijzer met pijpmonden, stemkrul en ogiefvormige bovenste lip. 18 pijpen van tin met pijpmonden en stemkrul. 24 pijpen van tin met stemkrul. 2 pijpen op stemhoogte gesneden, 3 pijpen met stemkrul en 19 op stemhoogte gesneden. Dit register lijkt herwerkt of vervangen.
    COR DE NUIT 8’. 12 pijpen van grenenhout met stemstop, onderste lip met tinnen blad, de 2 eerste zijn vlakbij de achterwand geplaatst. 12 pijpen van zink met stemring van blik, pijpmonden en mond van tin. Daarna 33 pijpen van tin met stemring van blik waarvan de 18 eerste met pijpmonden. Daarna 6 pijpen van tin met stemkrul en 10 op stemhoogte gesneden.
    QUINTATON 16’, 12 pijpen van grenenhout met pijpmonden van hout en stemstop. Daarna 28 lege plaatsen.

    Bovenste windlade:
    Leeg
    MONTRE AMABILE 8’. 12 pijpen van grenenhout met stemklep en snijbaard van tin. Daarna 12 pijpen van zink met pijpmonden en stemkrul waarvan de eerste met geponst opschrift: “Montre Aimable”. 16 pijpen van tin met pijpmonden en stemkrul.

    Bovenste windlade:
    2 pijpen van tin met pijpmonden en stemkrul. 21 pijpen van tin met stemkrul. 10 pijpen op stemhoogte gesneden.
    DULCIANA 8’. Lichtjes naar boven verwijdend register. 12 pijpen van zink met stemkrul en snijbaard van hout. 6 pijpen van zink met stemkrul en snijbaard van metaal. Daarna 22 pijpen van tin met stemkrul en snijbaard. Geponste aanduiding op C : “Dulciana”.

    Bovenste windlade:
    8 pijpen van tin met stembeugel, stemkrul. 8 pijpen met pijpmonden en stemkrul. 17 pijpen met stemkrul.
    UNDA MARIS 8’. 12 pijpen van zink met stemkrul, ogiefvormige bovenste lip en snijbaard van hout. 12 pijpen van zink met stemkrul en snijbaard van metaal. Daarna 22 pijpen van tin met stemkrul en snijbaard. C is gegraveerd met: “Unda maris”.

    Bovenste windlade:
    8 pijpen van tin met snijbaard en stemkrul. 8 pijpen met pijpmonden en stemkrul, 17 pijpen op stemhoogte gesneden.
    TROMPETTE OUVERTE 8’. 12 bekers van zink met stemkrul, kleine verbindingskegel van spotted, kern van lood en voet van tin. Daarna 29 bekers van spotted met stemkrul. Voet van tin, kernen van lood.

    Bovenste windlade:
    16 pijpen met beker van spotted, voet van tin, naar omlaag gerichte kern van lood. 17 pijpen met mond van tin met stemkrul.
    CROMORNE 8’. 17 pijpen met beker van koper en een ring met stemklep bovenaan. De voeten zijn van zink en les kernx van lood. Daarna 23 identieke pijpen maar met stemring van blik. De tongen hebben een plat uiteinde.

    Bovenste windlade:
    16 pijpen met beker van koper met een stemring van ijzer. Voet van zink en naar beneden gerichte kern.
  • Naam 
    Zwelwerk
    Bijzonderheden 
    Windladen op twee verdiepingen met grote hoogte
  • Naam 
    Pedaal
    Bijzonderheden 
    Diatonische opstelling: de grootste pijpen opzij en daarna dalend naar het midden, C# links en C rechts. De Contrabas in het front van de hoofdkassen en de andere pijpen vooraan de achtermuur van de kerk, achter een front van pijpen op sokkel.
    Beschrijving 
    CONTREBASSE 16’. 2 x 15 pijpen van zink met stemkrul en stemrol in de binnenste vlakvelden van de hoofdkassen.
    OCTAVE BASSE 8’. In het kleine front dat de twee hoofdkassen verbindt. De 15 eerste pijpen van zink zin achter de grote hoofdkas rechts geplaatst. Er zijn 4 pijpen met stemkrul, pijpmonden en sporen van snijbaard en 11 pijpen met pijpmonden en stemkrul. In het centrale deel van het kleine front zijn er 15 andere pijpen van zink met pijpmonden en stemkrul.

    Op de windlade:
    SOUBASSE 16’. 2 x 15 pijpen van grenenhout met stemstop en blad van tin in de onderste lip.
    QUINTE 10’2/3. 2 x 15 pijpen van grenenhout met stemstop en blad van tin in de onderste lip.
    BOURDON 8’. 2 x 6 pijpen van grenenhout, 2 x 6 pijpenvan zink met hoed en pijpmonden. 2 x 3 identieke pijpen van tin.
    FLUTE 4’. 2 x 6 pijpen van zink met pijpmonden en stemkrul. 2 x 9 pijpen met pijpmonden en stemkrul.
    BOMBARDE 16’. 2 x 15 bekers van zink met stemkrul en kleine verbindingskegel van spottend. De 2 x 6 eerste bekers zijn in twee delen gemonteerd. De voeten zijn van tin en de kernen van lood.
    TROMPETTE 8’. 2 x 15 bekers van tin met stemkrul en een kleine verbindingskegel van ijzer. De kernen zijn van lood en de 2 x 3 laatste zijn naar beneden gericht. De voeten zijn van tin.
    BASSON via regeerwerk van het reciet.
    CLAIRON 4’ via regeerwerk van het grootorgel.
 
Windvoorziening
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Magazijnbalg
    Beschrijving 
    Magazijnbalg met parallelle plooien, een uitgaande en een inkomende, van leer en grenenhout. Hij bevindt zich op vier pijlers rechts van het venster, in het achtermeubel.
    Lengte 
    223 cm
    Breedte 
    140 cm
    Aantal en type gewichten 
    42 grandes briques emballées dans du papier et une grosse pierre
    Aantal en type gewichten 
    42 grote bakstenen, verpakt in papier, en een grote steen
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Schepbalg
    Beschrijving 
    Met voet.
    Een pomp onder het grote magazijn.
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Balg
    Beschrijving 
    Onder de bovenste windlade van het Hoofdwerk bevindt zich een balg. Uit deze balg vertrekken drie windkanalen, waaronder een van de onderste windlade van 24,5 x 22 cm, een naar de bovenste windlade van 23 x 23 cm en een naar het front van 20 x 19,5 cm.
    Lengte 
    120 cm
    Breedte 
    60 cm
    Aantal en type gewichten 
    Dix briques et pierres
    Aantal en type gewichten 
    Tien bakstenen en stenen
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Balg
    Beschrijving 
    Onder de windlade van het Positief bevindt zich een balg met parallele plooi. Het windkanaal dat hem verlaat en naar de windlade gaat, meet 25,5 x 25,5 cm. Er zijn kleine windkanalen voor de windladen met tussenpistons (transmissie).
    Lengte 
    120 cm
    Breedte 
    59 cm
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Balg
    Beschrijving 
    Er is waarschijnljk een hulpbalg voor het Reciet tussen de twee op elkaar geplaatste windladen
 
Tremolos
  • Naam 
    Positief
    Type 
    Het Tremulant heeft een ventiel onderaan en een klep bovenaan. Het is verbonden met een klein metalen windkanaal.
    Plaats 
    Op de muur
  • Naam 
    Reciet
    Plaats 
    Bij de windladen
 
Windkanalen
  • Naam 
    Hoofdwerk
    Beschrijving 
    Een windkanaal, afgetakt voor het grote magazijn, gaat naar de bovenste windlade van het Hoofdwerk. Er zijn windkanalen naar de grote fronten.
    Materialen 
    Hout
    Afmetingen 
    27 x 27,5 cm
    Het rechtse meet 20 x 19 cm
  • Naam 
    Positief
    Beschrijving 
    Windkanaal dat van de achterzijde van het orgel naar de hulpbalg gaat
    Afmetingen 
    25,5 cm x 25,5 cm
  • Naam 
    Reciet
    Beschrijving 
    Een windkanaal vertrekt van het grote magazijn naar het Zwelwerk, stijgt verscheidene meters en gaat met een elleboog naar de windlade.
    Afmetingen 
    41,5 cm x 22 cm
  • Naam 
    Pedaal
    Beschrijving 
    Gaat van het grote magazijn naar de windladen van Pedaal
    Afmetingen 
    13,5 x 13,5 cm
  • Naam 
    Pedaal
    Beschrijving 
    Een windkanaal verlaat het grote windkanaal dat uit de motor komt en stijgt naar een hulpbalg. Voorbij de hulpbalg is er een horizontaal windkanaal waarvan twee windkanalen naar de windladen aftakken.
    Afmetingen 
    25 x 25 cm
    18 x 25,5 cm
 
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT
Speeltafel Klavier(en) en voetklavier(en) : 5
Klavier(en) en voetklavier(en) Hoofdwerk (I), Positief (II), Reciet (III), Pedaal, Bijlage speeltafel
Tractuur
Alle en pedaalklavier Elektropneumatisch. Bijzonderheden: de kleine speeltafel werkte pneumatisch; kleine loden leidingen vertrokken van de speeltafel via de vloer naar de windlade. Nu zijn al deze leidingen afgesneden.
Positief 
Het gebouw
Kerk van de Heilige Drievuldigheid

Kerk van de Heilige Drievuldigheid

Adres : Drievuldigheidsvoorplein
1050 Ixelles
Bouwstijl : Barok en neoklassiek
Bouw : 1642 & 1895
Bouwperiode : 17de en 19de
Bouwstijl : Barok en neoklassiek Type : Beschermd voorgevel bij besluit van 10/11/1953