Adres : Haachtsesteenweg 309 - 1030 Schaarbeek Bouwstijl : Neogotiek Bouwperiode : 19de Bouw : 1871-1876 Architect : Gustave Hansotte
Type : Beschermd gebouw bij besluit van 09/10/2003
Algemene informatie
Vanaf 1865 stelt burgemeester Dailly voor om de oude kerk van Schaarbeek te vervangen door een nieuw groter kerkgebouw, aangepast aan de behoeften van de plaatselijke bevolking. De oude kerk was één van de oudste kerken in de voorsteden van Brussel en ging vermoedelijk terug tot de 13de eeuw. De huidige Sint-Servaaskerk is typerend voor de architecturale tendens van die periode. Zij combineert de vormentaal van middeleeuwse gotiek met technieken en materialen gebruikt in de 19de eeuw. De Sint-Servaaskerk werd gebouwd tussen 1871 en 1876 naar een ontwerp van architect Gustave Hansotte.
De neogotische kerk heeft een lengte van 80 m en een breedte van 33 m, ter hoogte van het transept. Zij wordt omringd door een groenstrook afgeboord door een mooie gietijzeren omheining. Het is een kerk van het basilicale type, met een traditionele gotische voorgevel. De middenpartij is opgetrokken in Franse steen en vormt een toren van 75 m hoogte. De drie bouwlagen van de middenpartij worden bekroond door een klokkentoren met opengewerkte spits. Op de benedenverdieping is het rechthoekige hoofdportaal ingeschreven in een spitsboogvormige omlijsting voorzien van zuiltjes en een
timpaan in hoogreliëf. Daarboven, in de tweede bouwlaag, een hoog venster met opengewerkt timpaan
van gotische inspiratie. Dit wordt bekroond door een horloge.
De middenpartij wordt geflankeerd door zijportalen onder puntgevel, waarvan de deuren eveneens zijn
ingeschreven in een spitsboog.
Het grondplan van de Sint-Servaaskerk bestaat uit drie delen: een schip van vijf traveeën geflankeerd
door lagere zijbeuken en zijaltaren, een uitspringend transept en een koor met kooromgang.
Het interieur van het schip telt twee bouwlagen: arcaden met spitsbogen scheiden het schip van de
zijbeuken. Zij worden bekroond door hoge vensters met glasramen die het schip verlichten. Het koor
wordt eveneens verlicht door hoge vensters en de zijbeuken door spitsboogvensters. De transeptarmen
hebben roosvensters.
De gewelven die de ruimtes overspannen worden ondersteund door spitsbogen, gordelbogen en
gewelfribben. De spitsbogen van deze gewelven en die van de arcaden steunen op bundelpijlers, versierd
met kapitelen en met een ijzeren kern die de structuur versterkt en lichter maakt. Aan de buitenkant
wordt de structuur gestut door luchtbogen en steunberen. Het dak heeft een ijzeren dakkap. De vloer is geplaveid met polygonale witblauwe tegels