Orgels in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Sint-Pieterskerk

1 orgel(s) gerepertorieerd

Voorstelling van het gebouw
Adres :  Sint-Pietersvoorplein - 1150 Sint-Pieters-Woluwe
Bouwstijl :  Traditionele (neo-romaanse)
Bouwperiode :  20ste
Bouw : 1936
Architect : Julien de Ridder Type : Beschermd gebouw bij besluit van 19/02/2004
Algemene informatie
Kerk in traditionele (neo-romaanse) stijl, n.o.v. arch. Julien de Ridder, 1934; enkele elementen van voormalige dorpskerk van einde XVIII geïntegreerd. Gelegen op hoek van huizenblok op perceel tussen voorplein en Félix Poelsstraat. Oorsprong gaat terug tot middeleeuwen. Op de huidige plaats wordt sinds 1173 melding gemaakt van een kerk. Tevens het jaar waarin de bisschop van Cambrai de toenmalige kerk en haar bijgebouwen schonk aan de abdij van Vorst. De abdij van Vorst besloot in 1755 de toen bouwvallige kerk te vervangen door een nieuwe. Deze datum is thans nog te lezen op de naald van de deur in de toren en op een steen boven de onderbouw van het koor. De nieuwe kerk werd in 1778 ingewijd. Tot in 1935 behield de kerk de pittoreske charme van een kleine dorpskerk. Het was een bakstenen gebouw met gerecupereerde, witstenen elementen (sokkel, kordons en hoekkettingen) en een eenvoudig grondplan: een eenbeukig schip met twee traveeën, aan zuidwestkant eindigend in polygonaal koor en aan noordoostkant in toren. Op 05.06.1929 besloot de Gemeenteraad de kerk te vergroten. Ze was verouderd en te klein – ze bood amper plaats aan 300 personen, voor een bevolking van 4.213 mensen. In 1930 werd een eerste reeks plannen opgesteld door arch. Julien de Ridder van Sint-Lambrechts-Woluwe. Voor de nieuwe constructie werd het koor en de toren van de oude kerk bewaard. Er werd een nieuw en groter schip gebouwd i.p.v. de oude, een nieuw koor en een nieuwe toren. De as van de nieuwe kerk staat haaks op die van de oude, waardoor de lengte van het oude schip de breedte werd van het nieuwe schip. Het vloerniveau werd vijftig centimeter verlaagd ten opzichte van het oude gebouw. De architectuur verwijst naar die van de oude kerk om eenheid te creëren met de materialen en vormen van de behouden elementen. Ze is een mengeling van conservatisme en moderniteit, d.w.z. dat ze grotendeels trouw blijft aan de traditie zonder het modernisme, de rug toe te keren. Het karakter contrasteert met de bescheidenheid van het oude gebouw. Net als het oude gebouw, hebben nieuwe delen van de kerk bakstenen gevels met elementen in Gobertange (hoekkettingen en sokkels). De meeste muuropeningen met rondboog, sommige met uitspringende dagkanten. Portiek met drie grote bogen op . In as van bogen kerkpoorten met omlijsting in Gobertange; eiken vleugeldeuren onder witstenen timpaan. Portiek voor gevel met drie traveeën. Brede centrale travee met topgevel voorzien van groot centraal venster. Laterale traveeën met hoge blinde boog waarin kruis en onderaan met klein rechthoekig venster. Gevels van nieuwe toren met hoge blinde boog waarin vierkante vensters en bekroond met wijzerplaat in Gobertange met metalen Romeinse cijfers. Klokkenverdieping voorzien van galmgaten met betonnen galmborden onder tentdak. Op benedenverdieping bas-reliëf gesigneerd door Oscar De Clerck, voorstelling: Sint-Petrus die zijn visnetten ophaalt. Oud koor met polygonale drieledige apsis, waarvan zijwanden met venster. Boven onderbouw steen met inscriptie “ANNO / 1755”. Zijgevels van het gebouw geritmeerd door pijlers met uitspringende hoeken. Het gebruik van gewapend beton liet toe om een plafond met grote spanwijdte te voorzien dat hele schipbreedte overdekt en uitsluitend rust op buitenmuren van het gebouw. Hoge en dunne liggers, geplaatst in lengterichting van het gebouw, ritmeren het plafond en creëren een monumentaal perspectivisch effect dat doorbroken wordt door zwaardere laterale liggers die zijbeuken markeren.
Orgel(s) aanwezig in dit gebouw