Sint-Rochuskerk

1 orgel(s) gerepertorieerd

Voorstelling van het gebouw
Adres :  Nicolaystraat 4 - 1000 Brussel
Bouwstijl :  Modern
Bouwperiode :  19de
Bouw : 1862-1971 / 1993-1995
Architect : Vincent Dupont
Algemene informatie
De Sint-Rochuskerk is wellicht een van de zeldzame voorbeelden van een katholieke kerk in een voormalig gebouw met industrieel karakter. Dit soort herbestemming is meestal het voorrecht van gereformeerde religieuze gemeenschappen. De oorsprong van dit zelden voorkomende fenomeen ligt vermoedelijk in de bewogen geschiedenis van deze parochie die in 1859 in de Noordwijk is ontstaan. Het huidige gebouw vervangt een kerk die men in 1862 was beginnen te bouwen, die in 1866 werd ingewijd, maar in 1971 werd afgebroken in het kader van het stedenbouwkundige, zogenaamde ‘Manhattan’-plan. Na een twintigtal jaar van over en weergepraat waarbij uiteenlopende reconstructiehypotheses werden overwogen, zijn in 1993 de werken gestart voor de renovatie van een hangar, onder leiding van architect Vincent Dupont. Kardinaal Daneels heeft de kerk ingewijd op 18 november 1995. De ingang bevindt zich aan de rechterkant en gebeurt via een portaal met klokkentoren in lichtroze-oranje baksteen. Het portaal staat los van het gebouw, zodat er plaats was voor de fijne, cilindervormige toren. In twee kantelen van verschillende hoogte is plaats voor drie klokken met een open bewegingsmechanisme. Een fijn zwart, metalen kruis bevindt zich links hiervan. De inkomdeur is een dubbele beglaasde deur in inox. Het kenteken van de kerk is op discrete wijze verwerkt in de deurprofielen. De gevelopstand van het gebouw zelf werd in hetzelfde metselwerk uitgevoerd als het portaal. Boven de drie gevelopeningen in de vorm van een schietgat op de benedenverdieping zitten drie bredere rechthoekige openingen met glasramen, elk onder een ontlastingsboog. Het kwartronde dak bestaat uit gebogen middeldonkergrijze metalen, geribde vlakken. De weekkapel licht rechts voorbij het portaal. De dubbele glazen deur links is de toegang tot een zijbeuk, die geen deel uitmaakte van het oorspronkelijke lokaal. Een lange gang loopt langsheen de grote koor-beuk. De hele binnenmuur aan de kant van het voorplein is witbepleisterd. Er bevinden zich indrukwekkende pijlers met tot halfweg een halfzeshoekvormig grondplan. De glasramen werden op originele wijze gebruikt voor afbeeldingen van de kruisweg. De pijlers lopen bovenaan uit op vierkante zuiltjes in onbewerkt beton, waarvan sommige in de bovenste glasramen werden gevoegd. Ook het kwartronde plafond is witgepleisterd en komt in de nok over zijn hele lengte uit op een groot vertikaal glasraam. Het glasraam wordt in de zes onregelmatige traveeën door houten raamwerk onderverdeeld in rechthoeken. Rechts sluiten de onregelmatige traveeën, die bestaan uit massieve, rechthoekige zuilen, aan op de koorbeuk. De vloer werd uitgevoerd in beton. Achteraan in de zijgang bevinden zich de zeshoekige doopvonten, verfraaid met blanco wapenschilden die door bloemenmotieven worden omgeven. De koorbeuk heeft een groot rechthoekig grondplan dat even diep is als de zijbeuk. Het altaar bevindt zich in het midden. Op geregelde afstanden loopt door het horizontale, witte plafond een dubbele, uitspringende balk die telkens bij een zuil begint. Het plafond wordt aan de twee centrale traveeën onderbroken opdat via een schuin glazen dak zenitlicht op het altaar stroomt. Deze lichtschacht accentueert het reliëf van een donkerhouten, afgekant kruis op de muur.
Orgel(s) aanwezig in dit gebouw