Sint-Gerarduskerk

1 orgel(s) gerepertorieerd

Voorstelling van het gebouw
Adres :  Bloeistraat 35 - 1070 Anderlecht
Bouwstijl :  Neogotiek
Bouwperiode :  20ste
Bouw : 1917
Architect : Léopold Pepermans
Algemene informatie
Neogotische kerk van 1915, gebouwd naar de plannen van architect Pepermans. Zij ligt in een schilderachtige omgeving, op de noordoostelijke oever van de vijvers van Pede. Sint-Gerardus zou het prototype kunnen zijn van de landelijke kerk, op enkele nuances na evenwel: het dorp waarvan zij het kenteken of aantrekkingspool vormt, is hier herleid tot een kleine parochiekern. De decoratie van de kerk werd op de voorgevel en in het portaal geconcentreerd. In deze gevel overheerst trouwens de ongepleisterde roodbruine industriële baksteen, terwijl de andere gevels met een donkergrijze mortel bepleisterd werden. De voorgevel is perfect symmetrische, met centraal een achthoekige klokkentoren. Aan beide kanten van de geveltop met twee dakhellingen prijkt een vooruitspringend torentje met spits tentdak. Een licht uitspringende ondermuur in hardsteen vormt de overgang tussen de grond en de gevelsteen. Het bovenste deel van het licht inspringende portaal met zijn trechtervormige spitsboog, werd met een in vierkanten ingedeeld glas-in-loodraam opgevuld. Aan weerskanten van het portaal bevindt zich een groepje van drie smalle, rechthoekige raampjes met uitspringende stijlen en dorpel. Ter hoogte van de binnentribune zitten vijf smalle, aaneensluitende gevelopeningen met spitsbogen, eveneens met uitspringende stijlen en dorpel, elk met a.h.v. raamroedes rechthoekig ingedeeld glasraam. Zodra je voorbij het portaal bent, ontdek je de enige beuk met spitsboog, met uitspringende ribben die de ruimte in zes traveeën verdelen. Elke travee heeft aan beide zijkanten twee puntboogvormige raamopeningen met een doorschijnend glas-in-loodraam in reliëf, in bleekgele en –groene tinten. De zijmuren werden van de vloer tot op ooghoogte verfraaid met een ondermuur in onbepleisterde baksteen Daarboven is alles witgepleisterd. Het koor wordt gevormd door een extra, zij het smallere travee die bolvormig uitloopt. Het telt drie spitsboogvormige ramen met glasramen in hetzelfde patroon als in de beuk, maar hier met personages, waaronder de heilige Gerardus (in het midden). Drie zwartmarmeren treden voeren naar het altaar in het koor. De overige vloerbedekking is in granito, in groene, witte en zwarte tinten. De scheiding tussen het koor en de beuk wordt gevormd door een art-decoleuning in travertijn en zwart marmer. De vloer in de hele beuk is in granito. We werpen nog een laatste blik op de tribune en zien drie hoge spitsboogvormige muuropeningen over twee bouwlagen. Links in het portaal bevindt zich de toegang tot het centraal gelegen orgel. Vanaf de beuk valt het instrument jammer genoeg niet op, omdat de muuropeningen die de breedte van het gebouw overspannen, eerder smal zijn.
Orgel(s) aanwezig in dit gebouw