Sint-Remykerk

1 orgel(s) gerepertorieerd

Voorstelling van het gebouw
Adres :  Jubelfeestlaan - 1080 Sint-Jans-Molenbeek
Bouwstijl :  Neogotiek
Bouwperiode :  20ste
Bouw : 1907
Architect : Léonard - Veraart
Algemene informatie
Deze neogotische kerk werd gebouwd volgens de plannen van de architecten Léonard en Veraart. De eerste steen werd gelegd op 20 mei 1907 en de inzegening gebeurde het jaar nadien door kardinaal Mercier. Ze bevat twee 12e-eeuwse beelden van apostelen, afkomstig uit de Sint-Annakapel. Het grondplan van de kerk heeft de vorm van een klassiek Latijs kruis. Het inkomportaal en de klokkentoren vallen buiten dit plan. De ondermuur is uitgevoerd in groene zandsteen van Gileppe en de muren in lichtroze zandsteen van Andenne, waarbij de weelderige, dragende delen verfraaid zijn met blauwe hardsteen van Sprimont. Het dak is bedekt met blauwe leien van Chimay. Het hoofdportaal met een grondplan in de vorm van een halve vijfhoek telt een enkele bouwlaag en heeft een puntgevel met twee vlakken. In het blinde deel daarvan zit een groot rozetvenster met drie kleinere rozetvensters eromheen. De rozetvensters vormen, samen met de onvermijdelijke spitsboog, een hoofdkenmerk van het gebouw. Ze hebben drie, vier of zes klaverbladen, of soms nog meer, ongeacht of het gebeeldhouwde steen of de indeling van glasramen betreft. Dit motief keert ook herhaaldelijk weer in de borstwering op het platte dak van het portaal, op elke hoek onderbroken door pilasters. Het portaal zelf werd in klassiekgotische stijl opgetrokken, met de rozetvensters in zijn blinde boogveld. De middenbeuk, die qua breedte ten opzichte van het portaal inspringt, loopt uit op een puntgevel met twee symmetrische hellingen, met een stenen kruis op de nok en een torentje aan beide kanten. Het enige raam van de middenbeuk ontleent zijn opvulling aan de rayonnante gotiek: onder de boogvulling is het ingedeeld in zes door fijne stijlen van elkaar gescheiden openingen. De boogvulling omvat in het midden een zeer groot rozetvenster, dat op zijn beurt drie rozetvensters omvat. De klokkentoren aan de rechterkant tegen de middenbeuk staat door zijn rijzige vorm model voor zijn genre. Het grondplan is vierkant en in elke hoek staan loodrecht op de bouwlijn twee steunmuren die naar boven toe stilaan opengewerkte klokkentorens worden. Twee bouwlagen van fijne cilindervormige zuiltjes dragen een dak in de vorm van een spitse kegel. In de vier vlakken van het grootste dak in de vorm van een achthoekige piramide zitten drie koperen galmborden in een kleine gevelpunt. Binnen in het gebouw bevinden zich in twee kleine ruimten aan weerskanten van het portaal de doopvonten (links) en de heilige Remy (rechts). Uniek detail in het gebouw: een koepel met ribben in geschilderde steen met daartussen ongepleisterde lichtroze-oranje metselwerk, afgewerkt met een cilindervormige sluitsteen met uitstekende, vergulde elementen. Op de vloer: veelkleurige tegels in zeldzame marmersoorten. We houden even halt tegenover de middenbeuk en zien de cilindervormige zuilen in lichte zandsteen van Gileppe, de met lijsten versierde ondermuren, de kapitelen die uitlopen op een vierkante basis, die met gestileerde plantaardige motieven werden versierd en die de aanzet vormen tot de steun van de spitsbogen in steen van Savonnières. Boven de spitsbogen loopt over de hele lengte van de middenbeuk een gepleisterde frieslijst, met op geregelde afstanden cilindervormige zuiltjes met kapitelen en spitsbogen. Verder naar boven in de gevelopstand wordt elke travee van de beuk in drie telkens even hoge traveeën verdeeld met veelkleurige, gestileerde motieven. Een spitsboogvormig gewelf ten slotte met betimmering in donkere eik, met nerven en bijnerven met lijstwerk verfraaid met goud, rood en groen. Elke sluitsteen van de hoofdnerven wordt benadrukt met een gestileerd vegetaal motief. De viering van de dwarsbeuk wordt afgelijnd door vier samengestelde pijlers, die een houten gewelf torsen met acht hoofdribben en waarvan de bijribben parallel lopen met de zijden van de vierkante vieringruimte. De plafondhoogte van de viering van de zuidwest- en de noordoostbeuk komt overeen met die van de middenbeuk en maakt dus een indrukwekkende raamopening mogelijk bij elk van hen. De afmetingen en de stijl ervan werden geïnspireerd door het raam boven het portaal, maar wijken er licht van af qua uitwerking van het rozetvenster. De drie glasramen die zijn het werk van glazenier Timmermans (1957). Het wat hoger gelegen koor wordt omlijnd door vijf zijden van een achthoek in het verlengde van twee bijkomende traveeën vanaf de viering, die zowel qua tekening als qua functie asymmetrisch zijn in die zin dat zich in de linkse op de eerste verdieping de orgeltribune bevindt.
Orgel(s) aanwezig in dit gebouw