Post-klassiek galerijorgel (Vermeersch, 1871)

Sint-Annakerk

Speeltafel  / Post-klassiek galerijorgel (Vermeersch, 1871) - Sint-Annakerk
Architectuur, plaats, inplanting  / Post-klassiek galerijorgel (Vermeersch, 1871) - Sint-Annakerk
 Klik op een foto om te vergroten
HET INSTRUMENT
Orgelkast - bouwdatum 1871
Orgelkast - plaats Op de galerij
Orgelkast - stijl  Neoklassiek
Beschrijving van de orgelkast Het mooi geproportioneerde orgelkast heeft een grote centrale toren en aan weerszijden twee velden en nog twee torens van respectievelijk 7, 2 x 8 en 2 x 5 later bijgevoegde volledig namaakpijpen (hout bedekt met een minimaal gewit blad tin). Het voorfront is in sober maar zorgvuldig uitgesneden eikenhout dat elementen draagt die verwijzen naar de 18e eeuw: kroonwerk, kroonlijsten, sluitversieringen of gebladerde oesterbanken. Een wand in geschilderd grenen prijkt boven het voorfront uit tot aan het gewelf. Achteraan en opzij is het instrument volledig gesloten met panelen en structuren in grenenhout. Diverse panelen zijn verwijderbaar om toegang te krijgen tot het binnenwerk: twee onder het fronton, opzij en aan de achterkant van de sokkel en in het gedeelte boven het pijpenmeubel. De Pedaalpijpen zijn zichtbaar en zonder orgelkast, net zoals de houten bassen van twee registers op de achterwand van de kerk.
Speeltafel - beschrijving De twee klavieren springen vooruit uit de linkerzijde van het instrument, zonder bescherming of afzonderlijk meubel
Bouwdatum 1870
Datum van de voltooiing 1871
Bouw - bijzonderheden Ontvangstbewijs, ondertekend door G. Roulet en J.-B.Coppens, organisten, en door broeder Julien om 23 mei 1871
Onderhoud - bijzonderheden Al vele jaren niets meer
Stemming Diapason 435 Hz
Temperatuur Gelijkzwevend
Akoestiek ± 2,5 seconden
Orgelbouwer(s) Henri Vermeersch
HET INSTRUMENT
Bouwdatum 1870
Orgelkast - stijl  Neoklassiek
Orgelbouwer(s) Henri Vermeersch
HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT
Historiek Bij de oprichting van de parochie Sint-Anna in Oudergem (1844) gebruikte men een klein huurorgel. Datzelfde jaar nog werd een orgel besteld bij François-Bernard Loret-Vermeersch in Mechelen. Het ging in feite om een gelukkig toeval: het orgel werd gebouwd met enkele pijpen van het orgel Blasius-Bremser van het Sint-Elisabethziekenis in Antwerpen, een instelling waarvan Loret op datzelfde moment de opdracht kreeg een nieuw instrument te leveren in het antieke buffet van 1676 dat nog altijd bestond. Dit orgel van Oudergem werd in 1870 volledig vervangen door het instrument dat we vandaag kennen. Het is het werk van Henri Vermeersch uit Duffel, die het – inclusief buffet – installeerde voor 7.000 frank, destijds betaald door de kerkfabriek.
In 1927 stelde Emile Kerkhoff uit Schaarbeek een kostenraming op voor een restauratie die niet, of in ieder geval toch niet volledig werd uitgevoerd. Later werd een afzonderlijke elektropneumatische lade van een pedaalorgel voor drie registers toegevoegd; mogelijk door de firma Delmotte uit Doornik.

De kerkfabriek heeft de voorbije jaren stappen gezet en informatie ingewonnen om te trachten het instrument opnieuw in staat van werking te krijgen.

Les archives nous montrent aussi l'intérêt que porte la fabrique d'église à son instrument et que des démarches et prises d’informations ont été réalisées en vue du maintien, puis pour tenter de remettre l’instrument en fonctionnement.

Selon Mademoiselle Delmée, les registres de la paroisse ne contiennent rien avant 1954.
En avril 1954, le curé De Bremaeker s'ocupera de la question de la remise en état de l'orgue.
En janvier 1979, demande de devis à une firme spécialisée (sans autres précisions) et demande de soutiende la Commune.
Juillet 1980, sollicitation de la commune, expertise demandée à Messieurs Couvreur et Decoucelles.
La remise en état couterait au moins 530.000 FB.
Octobre 1980, pas de réponse de la Commune.
Juillet 1981, d'autres firmes spécialisées (?) seront contactées.
Juillet 1982, le projet de restauration de l'orgue est abandonné, on achètera un orgue de choeur.
Octobre 1989, Madame Beersaerts demande la restauration de l'orgue du jubé.
Octobre 1993, une expertise de l'orgue sera demandé à Monsieur Roland Servais.
Juillet 1994, une demande de classement de l'orgue sera demandée...

En fait, depuis 1987, une série de personnes (dont des facteurs d'orgues, des experts et le groupe de travail diocésain des orgues) seront contactées en vue d'obtenir des conseils, des devis et des expertises afin d'appuyer les démarches pour la restauration de l'orgue. Des contacts seront pris dans les administrations communale et régionale qui, dans un premier temps, aboutiront sur le classement de l'orgue en 2005, une première à Bruxelles.
WERKEN
Begindatum 1927
Type werkzaamheden Installatie van de elektromotor
Begindatum 1940
Type werkzaamheden Installatie van drie Pedaalregisters als uitbreiding op een afzonderlijke windlade in de rechterboog van de galerij, haaks op het orgel.
Installatie van drie balansregisters op de speeltafel en een doos met elektrische relais in het meubel achteraan links.
Naam van de orgelbouwer Delmotte
Ligging van de werkplaats Doornik
DOCUMENTATIE
Type Receptie van het orgel
Auteur Les experts de la réception de l'orgue en 1871
Herkomst Parochie
Bijzonderheden Brief die het orgel conform het bestek van Henri Vermeersch verklaart, door de experts G. Roulet of Boulet, organist van de H.-Mariakerk, Brussel, broeder Julien, leraar aan het Koninklijke Blindeninstituut van Brussel, en J.-B. Coppens, organist van de kerk Sin-Jan-de-Doper in het Begijnhof van Brussel. 23 mei 1871.
Type Artikel
Titel "L’Eglise et la Paroisse Sainte-Anne à Auderghem 1943-1993"
Auteur Léo Everaert et Jacques Deconninck
Herkomst Parochie
Type Boek
Titel "Dictionnaire des facteurs d’instruments de musique en Wallonie et à Bruxelles du 9e siècle à nos jours"
Auteur Direction Malou Haine et Nicolas Meeûs
Plaats Liège
ISBN 2-87009-250-4
Uitgever Pierre Mardaga
Type Documentatie
Type Archiven en Artikels
Titel Correspondances, articles, devis
Beschrijving Volgens een tekst, neergeschreven door Jean-Pierre Felix, meegedeeld door juffrouw Delmée, secretaris van de kerkfabriek, met bronnen:
A/ Archieven van de pastorie van de Sint-Annakerk (1844-1870)
B/ Jean-Pierre Felix, "L’orgue Blasius Bremser de l’hôpital Sainte-Elisabeth à Anvers" (1676)
C/ Jean-Pierre Felix, "Inventaire descriptif des archives des facteurs d’orgues Kerkhoff", Brussel, 1987, pp. 52-53.
D/ Documents et correspondances des facteurs d'orgues, des experts, du groupe de travail diocésain des orgues, des administrations communale et régionale.
Auteur A la cure, Jean-Pierre Félix, etc.
Herkomst Kerkfabriek
Type Devis
Titel Estimation des travaux à effectuer pour la restauration de l'orgue de tribune de l'église Sainte-Anne à Auderghem
Beschrijving Lettre, description et estimation
Auteur Jean-Pierre Félix, 1987
Herkomst Kerkfabriek
Type Brief
Titel Examen et ré-estimation des travaux
Auteur Jean-Pierre Félix et Roland Servais, 1993
Herkomst Kerkfabriek
Type Brief
Titel Recommandations
Auteur Patrick Collon
Herkomst Kerkfabriek
Type Artikel
Titel L'orgue Henri Vermeersch de l'église Ste-Anne à Auderghem
Beschrijving Historique, brève description, appréciation-conclusion, photos
Auteur Jean-Pierre Félix
Referenties 34e année, n° 136, 4e trimestre 2002
Tijdschrift / Uitgave L'Organiste
Uitgever E. De Vos. Rue Romainville, 25. 4520 Bas-Oha
HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT
Historiek Bij de oprichting van de parochie Sint-Anna in Oudergem (1844) gebruikte men een klein huurorgel. Datzelfde jaar nog werd een orgel besteld bij François-Bernard...
Werken
Begindatum 1927
Begindatum 1940
Naam van de orgelbouwer Delmotte
Ligging van de werkplaats Doornik
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT
Speeltafel
Structuur speeltafel en muziekstaander 
De klavierkaders komen gewoon uit het meubel, onder een horizontale rij registers en een brede lessenaar in grenen latwerk van 150 cm, dat de breedte van de klavieren overschrijdt. De lessenaar is aan de bovenzijde bevestigd en helt naar achter met behulp van twee staanders die in metalen uitsparingen zijn bevestigd.
Aantal klavieren 
2
Omvang van de klavieren 
56 toetsen, C - g'''
Beschrijving van de toetsen 
De toetsen bestaan uit een laag eik, aan boven- en onderkant bedekt met een dunner laagje grenen. Deze zijn ingelegd met ivoor.
Breedte van de toetsen 
22 mm
Diepte van de toetsen 
I: 148 mm, II: 150 mm
Breedte van het octaaf 
163 mm
Beschrijving van de boventoetsen 
Zoals bij de toetsen, maar bedekt met ebbenhout
Beschrijving van de bakstukken of kader 
Kaders in eik
Omvang van het voetklavier 
27 toetsen, C - d'
Materialen van het voetklavier 
Recht en vlak in eik; de voorzijde van de boventoetsen is afgerond
Registers 
In de horizontale rij boven de klavieren, bevinden de registers van het Hoofdwerk zich links; die van het Positief rechts. Dit komt overeen met de orde van de pijpstokken.
De grenenhouten trekkers met een ronde doorsnede worden getrokken met een zadelknop in fruitboomhout met een plaatje in wit aardewerk en zwarte inscriptie voor het Hoofdwerk, en oker (verschoten kleur) voor het Positief.

De drie Pedaalregisters staan op een afzonderlijk blok, links van de klavieren. Het gaat hier om synthetische balansen, met een zwarte inscriptie erin gegraveerd.
Voetsteun 
De structuur van het pedaalklavier bevat een vlakke voetplank. Hierboven verzorgen drie afgeronde brede welarmen de Koppeling van het Positief met het Hoofdwerk, Tremulant en Pedaalkoppel van het Hoofdwerk.
Elke pedaal heeft een ovalen registerplaatje in wit of blauw aardewerk voor het Tremulant, een verguld geborduurde draad met zwarte inscripties. Aan de rechterkant is dit losgemaakt en bevindt het zich in het orgel, vlak achter de lessenaar.
Toebehoren 
Op de achterwand bevindt zich een schakelaar met twee toetsen om de motor in te schakelen. Als verlichting werd een neonlamp bevestigd op de kolom die de boog van het doksaal ondersteunt.
 
Klavieren en voetklavieren
  • Naam 
    Hoofdwerk (I)
    Omvang 
    56 toetsen, C - g'''
    Registers 
    Bourdon 16' bas
    Bourdon 16' sup
    Montre 8'
    Flûte traversière 8' sup
    Bourdon 8'
    Pressant (sic) 4'
    Flûte 4'
    Doublette 2'
    Fourniture
    Trompette basse 8'
    Bombarde 16' sup
    Clairon 4'
    Trompette D
    Koppelingen 
    Positif/Grand-Orgue
    Bijzonderheden 
    Coupure uit c’/c’#
  • Naam 
    Positief (II)
    Omvang 
    56 toetsen, C - g'''
    Registers 
    Flûte ouverte 8'
    Viola di Gamba 8'
    Salicional 4'
    Flageolette (sic) 2'
    Hautbois 8' sup
    Basson 8' bas
    Tremulant 
    Trémolo
    Bijzonderheden 
    Coupure uit c’/c’#
  • Naam 
    Pedaal
    Omvang 
    27 toetsen, C - d'
    Registers 
    Soubasse 16'
    Bourdon 8'
    Octave 4'
    Koppelingen 
    Grand-Orgue/Pédalier
 
Tractuur
  • Naam 
    Hoofdorgel
    Noten 
    Mechanisch
    Traject en beschrijving van de mechaniek 
    De toets is namelijk gericht naar het centrum en heeft een kleine drukknop die afdaalt naar een eerste balans van waaruit een grenen abstrakt opstijgt naar een koperen haak. Van daaruit vertrekt een horizontaal abstrakt dat bevestigd is aan de arm van het metalen wellenbord dat bevestigd is op een ijzeren cilinder met een tweede haaks gebogen arm. Deze trekt ten slotte op het abstrakt dat bevestigd is aan schalmstokje van de windlade.
    Beschrijving van de registers 
    De registertrekkers zijn met hun uiteinde bevestigd aan een naar links gebogen verticale balans in grenenhout, en bereikt de slede op de windlade
    Wellenbord 
    Het wellenbord is horizontaal geïnstalleerd onder de windlade; de cilinders zijn enerzijds met het houten kader zelf en anderzijds met dokken, bevestigd op een schuine staaf.

    De Koppeling gebeurt via het pedaal dat boven de voetplank is geplaatst en waarvan de hefboom in staart gericht is. Aan de voorkant steunt de hefboom op een arm die verbonden is met een cilinder met twee andere armen die een houten structuur dragen waarop de balansen rusten die verbonden zijn met de mechaniek van het Positief en het Hoofdorgel. Het koppel werkt wanneer de structuur opgeheven wordt; het heft immers het register op dat de balansen belet om de twee mechanieken samen mee te voeren.
  • Naam 
    Positief
    Toetsen 
    Centraal gericht
    Traject en beschrijving van de mechaniek 
    De toets duwt aan zijn uiteinde een steker met vierkante doorsnede opwaarts, die op zijn beurt in een omlaag hellende messing haak is gedreven. Deze trekt zelf een grenen abstrakt dat bevestigd is aan een kleine metalen arm, bevestigd op een ijzeren cilinder met aan het andere uiteinde een gebogen arm waaraan een ander abstrakt bevestigd is. Deze is bevestigd aan het schalmstokje die in de windlade verdwijnt.
    Beschrijving van de registers 
    Zoals in het Hoofdwerk
    Wellenbord 
    Het ijzeren wellenbord is horizontaal geplaatst onder de windlade van het Positief
  • Naam 
    Pedaal
    Noten 
    Hangende en elektrische traktuur
    Toetsen 
    De treden steunen op een veer die uitmondt in een leiding onder de voetplank
    Traject en beschrijving van de mechaniek 
    Aan het uiteinde van de toets is een grenenhouten abstrakt bevestigd dat een kleine arm trekt die bevestigd is op een houten cilinder met aan het eind een andere kleine ijzeren arm. Deze duwt een steker die op zijn beurt een balans activeert die verbonden is met de mechaniek van het Hoofdwerk.
    Voor het elektrische gedeelte is een contact bevestigd onder het midden van elke pedaaltoets. De draden lopen naar een contactdoos achteraan in het orgel, dicht bij de registers, en vandaar naar de Pedaalregisters op de rechterzijde van de galerij.
    Beschrijving van de registers 
    De elektrische bedieningen van de registerwippers volgen dezelfde weg als de speeltoetsen
    Wellenbord 
    Het wellenbord is op een plank bevestigd en verticaal rechtover de organist geplaatst.

    Het Pedaalkoppelsysteem werkt volgens hetzelfde principe als de koppeling, behalve dat het het wellenbord van het Pedaal opheft, wat een einde maakt aan het vlotten dat plaatsvindt indien het pedaalkoppel niet is aangebracht.
 
Windladen
  • Type 
    Mechaniek met gravures en glijregisters. Elektrisch voor het Pedaal.
    Inplanting 
    Het Positief vooraan en het Hoofdwerk achteraan vormen samen een windlade met twee kleppenkasten.
    De windlade van het Pedaal bevindt zich rechts van het orgel, tegen de muur en hoog genoeg om de deur naar de toren te kunnen gebruiken.
  • Naam van het klavier 
    Hoofdwerk
    Aard 
    De windlade is in eik en in de breedte opgesteld, net zoals de registers en slepers. De kleppenkast is achteraan de algemene windlade opgesteld, in feite onder de tongregisters; hij opent via achteraan ingekaste buffers. De ventielen zijn in staart opgesteld; ze zijn voorzien van een messing veer en aan het wilgenhout bevestigd via een roede die een lederen beursje doorboort. Er zijn enkele stalen versterkte veren. De kleppenkast is behangen met perkamentpapier. De pijproosters zijn in eik.
    Op de achterwand zijn er kleine vervoerde windladen voor de baspijpen van twee registers met pneumatische kegelventielen en membranen.
    Opstelling van de pijpen 
    Diatonische C links, C# rechts; de pijpen opzij
    Beschrijving van de pijpstok 
    De pijpstokken zijn zoals de pijpen opgesteld
  • Naam van het klavier 
    Positief
    Aard 
    De windlade van het Positief is op dezelfde manier gevormd als het Hoofdwerk en behoort tot dezelfde entiteit. De kleppenkast bevindt zich centraal onder het Basson-Hautbois 8' register; de buffers zijn naar voren gekeerd. Voor het overige heeft het alles gezamenlijk met het Hoofdwerk. De vervoerde pijpen zitten allemaal op de windlade of op de zijkanten ervan.
  • Naam van het klavier 
    Pedaal
    Aard 
    Oorspronkelijk heeft dit klavier geen eigen windlade. De huidige is in de loop van 1950 gebouwd. Het betreft in feite een grote kleppenkast waarin de kegelventielen op elektromagneten bevestigd zijn; deze kleppenkast gaat onderaan open met buffers, bevestigd met schroefringen.
    De registerbediening verloopt via hetzelfde principe maar met grotere kegelventielen en een klein ventiel per "register".
    Opstelling van de pijpen 
    De pijpen zijn in diatonische volgorde opgesteld op drie rijen; de achterste en de voorste in mutsvorm en de middenste in V; de pijpen staan van groot naar klein en van achter naar voor.
    Beschrijving van de pijpstok 
    Op drie parallelle pijpstokken aan de rechterkant van het orgel
 
Pijpwerk
  • Naam 
    Positief (II)
    Bijzonderheden 
    De frontpijpen zijn volledig namaak
    Beschrijving 
    OPEN FLUIT 8’. Rechts 22 tinnen pijpen met kegelvorm, links 17 pijpen en 5 gaten zonder pijpen. Deze pijpen zijn op toonhoogte gesneden; de zwaarste hebben echter een akkoordsnede. Op de schuine kanten staan regelmatig, om de 2 à 3 mm, tanden. De metalen pijpen hebben vleugels, behalve de hoge tonen. Voor de bassen zijn er 5 houten open pijpen op een rij, plus één achter de voorzijde van de windlade.
    VIOLA DE GAMBA 8’. Op de windlade staan rechts 20 pijpen en 2 gaten; links 14 pijpen en 10 gaten (?) Deze pijpen zijn in tin; ze hebben vleugels en akkoordinsnedes. Opzij van de voorzijde van de windlade zijn er rechts 3 en dan 2 houten pijpen; links 3 en dan nog 1 houten pijp.
    BOURDON 8’. Rechts 21 en links 22 tinnen pijpen met kappen, vleugels en kleine tanden op de schuine kanten. Een krantenpapier dat rond de bovenzijde van één van de pijpen is gewikkeld, draagt een datum 187?. Op de voorzijde van de windlade, aan weerszijden van de centrale doorgang, zijn er rechts 7 en links 6 houten pijpen.
    SALICIONAAL 4’. Rechts 26 (en 2 gaten?) en links 28 tinnen pijpen met akkoordinsnedes en vleugels, behalve voor de hoge tonen.
    FLAGEOLET 2’. Rechts 4 pijpen met kap en vleugels, dan 18 'zuigfles'-pijpen met vleugels en, voor de hoge tonen, 6 pijpen met kegelvormige, op toonhoogte gesneden top. Links hetzelfde type pijpen, maar dan in de aantallen 3, 18, 1 open pijp en 6.
    BASSON 8’. Rechts 13 pijpen waarvan 6 gedeeltelijk in ijzer in de basis van de kegel van de hoorn die zich daarna in cilindervorm verheft. Daarna 15 Hobo-pijpen 8’ met een buskern en trechtervormige hoorn. Links zijn er 12 Basson-pijpen waarvan 6 gedeeltelijk in ijzer en 1 ontbrekende, daarna 16 Hobo-pijpen.
  • Naam 
    Hoofdorgel (I)
    Bijzonderheden 
    7 pijpen of pijpelementen zijn in de motorzaal geplaatst, naast een wellenbordvak met inscriptie: Bonal De Vos
    Beschrijving 
    FRONTPIJP 8'. Links en rechts 6 pijpen naast de windlade met akkoordinsnede, daarna 16 pijpen op toon gesneden. Vleugels, behalve voor de 7 laatste. 1 geplooide pijp op elke zijde. Al deze pijpen zijn in tin. Op de achterwand aan weerszijden van het venster 6 houten pijpen, diatonisch opgesteld op een kleine pneumatische windlade.
    BOURDON 16’. Rechts 15 en links 16 tinnen, gedekte pijpen met kap en vleugels. Op de achterwand, links en rechts van de Frontpijp 8', zijn er 2 x 6 Bourdon-baspijpen 16' geïnstalleerd op een kleine windlade met membranen.
    De tweede octaaf van dit register is gelijk aan de Bourdon 8'.
    DWARSFLUIT 8' boven. Rechts 15 en links 16 tinnen pijpen met akkoordinsnede en vleugels, behalve voor de 2 x 4 laatste.
    BOURDON 8’. Links en rechts 22 pijpen plus 1 in tin, gedekt met een kap en uitgerust met vleugels. Op de achterzijde van het meubel zijn er 2 x 6 houten Bourdon-pijpen op een lijn opgesteld, parallel met de zijkanten van de windlade.
    PRESTANT 4’. Op de uiteinden 2 x 6 pijpen met gekrulde akkoordinsnede, dan 2 x 9 pijpen met akkoordinsnede en tot slot 2 x 13 op toonhoogte gesneden pijpen. Ze zijn allemaal gevleugeld en in tin.
    FLUIT 4’ in tin. De 2 x 8 grootste pijpen zijn voorzien van een kap en vleugels. Verder links 19 en rechts 18 'zuigfles'-pijpen met vleugels.
    DOUBLETTE 2’. 2 x 28 tinnen, op toonhoogte gesneden pijpen. De grootste zijn voorzien van kleine vleugeltjes.
    FOURNITURE IV-III (sic) 1’1/3. Links 15 en rechts 16 x 4 rijen pijpen, daarna links 13 en rechts 12 x 3 rijen pijpen. Er zijn herhalingen op c, c’, c’’ en c’’’.
    TROMPET 8’ bas. Recenter gebouwd dan de andere registers. Links en rechts 6 pijpen met zinken hoorn, daarna links 6 en rechts 7 tinnen pijpen.
    BOMBARDE 16’ boven. Geplaatst op dezelfde pijpstok als de Bastrompet, maar van oudere makelij. Links 16 en rechts 15 pijpen met buskernen.
    KLAROEN 4’. Oudere makelij, met links 12 en rechts 13 tinnen pijpen, zoals de Trompet.
    TROMPET 8’ hoog, in tin, van recentere makelij dan de andere registers, op dezelfde pijpstok als de Klaroen 4’. Links 10 en rechts 9 pijpen, dan 2 x 6 pijpen met hogere hoorn. 1 pijp ontbreekt.
  • Naam 
    Pedaal
    Beschrijving 
    ONDERKAST 16’, BOURDON 8’ en OCTAAF 4’ vormen slechts één register.
    Op de derde rij de eerste 11 houten pijpen, in 'muts' opgesteld, met C op rechts. Op de tweede rij, opgesteld in V, 7 houten pijpen links, 6 rechts; centraal nog 4 tinnen pijpen met kap. Op de eerste rij 23 tinnen pijpen, opgesteld in muts. De tinnen pijpen hebben een kap, vleugels en vele tanden op de schuine kant.
 
Windvoorziening
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Balg
    Beschrijving 
    Met twee parallele en inspringende plooien.
    De balg is in de breedte in de sokkel van het orgel geplaatst en beschikt over vier houten plooibare geleidingsarmaturen. Op elke hoek is ook een veer verbonden met de bovenkant van de balg, gewikkeld rond een verticale houten staaf die de maximale hoogte van de balg overtreft.
    Lengte 
    249 cm
    Breedte 
    121 cm
    Aantal en type gewichten 
    Sept grosses pierres
    Aantal en type gewichten 
    Zeven grote stenen
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Schepbalg
    Beschrijving 
    Onder de grote magazijnbalg zijn er twee manuele keilbalgen, via een metalen stang verbonden met haken op een grote balans waarvan het uiteinde rechts uit het meubel komt
    Lengte 
    121 cm
    Breedte 
    107 cm
 
Tremolos
  • Naam 
    Positief en Hoofdwerk
    Type 
    Er is een doos met een ventiel voor een Tremulant, maar er is ook een elektrisch systeem opzij. Beide zijn buiten gebruik.
    Plaats 
    Op het hoofdwindkanaal
 
Windkanalen
  • Naam 
    Positief en Hoofdorgel
    Beschrijving 
    Een breed houten windkanaal springt van voren centraal uit de magazijnbalg en stijgt naar de algemene windlade
    Afmetingen 
    25,5 x 10,5 cm doorsnede buitenkant, over de hele lengte
  • Naam 
    Pedaal
    Beschrijving 
    Een windkanaal met vierkante snede verlaat het orgel langs achter op vloerniveau en stijgt naar de windlade van het Pedaal
    Materialen 
    Hout
 
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT
Speeltafel Klavier(en) en voetklavier(en) : 3
Klavier(en) en voetklavier(en) Hoofdwerk (I), Positief (II), Pedaal
Tractuur
Hoofdorgel Mechanisch
Positief 
Pedaal Hangende en elektrische traktuur
Het gebouw
Sint-Annakerk

Sint-Annakerk

Adres : Tervuurse Steenweg 91
1160 Auderghem
Bouwstijl : Neoklassiek
Bouw : 1843
Bouwperiode : XIXe
Bouwstijl : Neoklassiek
Orgel(s) aanwezig in dit gebouw