Modern groot koororgel (Loncke, 1959)

Heilig-Hartbasiliek

Klavier  / Modern groot koororgel (Loncke, 1959) - Heilig-Hartbasiliek
Architectuur, plaats, inplanting  / Modern groot koororgel (Loncke, 1959) - Heilig-Hartbasiliek
 Klik op een foto om te vergroten
HET INSTRUMENT
Orgelkast - architect - bijzonderheden De hoofdkassen van het orgel zijn ontworpen door architect Paul Rome
Orgelkast - plaats Grotendeels onder de linkerpilaster aan het begin van het 'parochiekoor' met fronten die uitgeven op de doksalen. Het Positief bevindt zich op de jubé central face au choeur paroissial.
Orgelkast - stijl  Modern, zichtbare pijpen op sokkel
Gebruikte materialen De pijpen bestaan uit 75 % tin en 25 % lood
Opstelling van de pijpen De lippen van de frontale pijpen hebben schilden bij de grootste en zijn afgeplat bij de kleinere. De monden zijn zo geplaatst dat ze een min of meer stijgende lijn vormen naar het midden toe. Alle pijpen in koper hebben voetopeningen, lippen, soldeernaden en stemkrullen in tin. Alle pijpen zijn functioneel met uitzondering van twee houten pijpen langs de kant van de galerij, die het houten veld flankeren.
Beschrijving van de orgelkast Sokkels met zichtbare pijpen. Het orgel is geplaatst tegen de grote pilaster doorbroken door vier gewelfde halfronde openingen, en geeft uit op het centrale doksaal en het dwarsschip. De frontale pijpen, die overeenstemmen met de registers van het Hoofdwerk en het Voetwerk, zijn alle in mijtervorm C/C# rond een centrale pijp geplaatst en zodanig achter of naast elkaar opgesteld dat het visuele effect wordt bereikt van een golvend pijpenlandschap met op- en aflopende reeksen van verschillende grootte. De pijpen zijn op houten sokkels geplaatst met stijlen in eik en panelen met eikfineer, alles zeer sober uitgevoerd (kaders, panelen en deuren naar de doksalen in elk van de twee hoofdsokkels) en tegen de muur leunend. Diverse deuren, zowel in de sokkel, in de gang die langs en onder het orgel naar het centrale doksaal loopt, als aan de achterkant van het orgel geven toegang tot de binnenkant van het instrumetn. De deuren zijn voorzien van sloten en in de sokkel links van de speeltafel is er een dubbele deur die toegang geeft tot een ingemaakte kast met verdelingen. Naast deze deuren zijn er nog wegklapbare panelen, bevestigd langs de binnenkant. Het Positief, oorspronkelijk op het centrale doksaal geplaatst, heeft een meubel van hetzelfde type als de andere maar A ETE staat autonoom op de galerij achter het podium van het kerkkoor. Il est aujourd'hui revenu à sa place d'origine. Een deur aan de achterkant geeft toegang tot het binnenwerk van het orgel en maakt het mogelijk vervolgens de andere panelen weg te nemen. Het pijpwerk is gegroepeerd in een veld bestaande uit de Prestantfluit 8’ in koper op drie mijters. De jaloezieën van het expressief manuaal gaan langs drie zijden open : een naar de galerij waar het Positief staat, de twee andere aan de binnenkant van het orgel, naar elk van de twee fronten die naar de doksalen zijn gekeerd. Boven op de sokkel van het front dat naar het dwarsschip is gekeerd, zijn twee koperen gedenkplaten geschroefd met een gegraveerde tekst.
Speeltafel - bouwdatum 1959
Speeltafel - stijl In overeenstemming met het buffet
Speeltafel - beschrijving Op de centrale galerij, omgekeerd voor de sokkel van het orgel. De speeltafel bestaat uit een meubel met een structuur van eikenhout waarin langs elke kant een wegklapbaar paneel is ingebouwd te beginnen met dat tegenover de manualen. Langs weerszijden van de manualen zijn de randen van de meubels bovenaan afgerond, waardoor het lattenluik in eik dat de manuelen bedekt gemakkelijker kan glijden. De eikenhouten lessenaar bestaat uit twee boven elkaar geplaatste kaders met kruisbalken, gemonteerd op twee metalen benen waarvoor een ruimte is voorzien onder het bovenste deksel van de speeltafel. Op het eerste kader zijn schroeven bevestigd en op het tweede gaten, waardoor de organist de hoogte van de lessenaar kan regelen. Op de sokkel van het orgel bevinden zich twee schijnwerpers om de manualen te verlichten, en onder de manualen zitten lampen voor het voetklavier. In de sokkel van het orgel zijn er ook twee met gaten doorboorde rozetten waarachter twee luidsprekers verborgen zijn die de stem van de celebranten doorgeven (buiten dienst). Het voetklavier is geïnstalleerd op een kleine sokkel van ongeveer 12 cm en heeft twee stopcontacten op een van de zijkanten.
Bouwdatum 1958
Datum van de voltooiing 1959
Bouw - bijzonderheden Projectauteur : Marcel De Broeck (adviseur)
Persoon belast met het onderhoud Joseph Loncke
Datum/periode van het onderhoud Aan het begin van de lente
Combinatieschakelaar - type en plaats Contactdozen in de speeltafel
Windwerk - druk 73,4 mm CE voor het Positief en 86,4 mm CE voor het Zwelwerk
Stemming Diapason 440 Hz
Stemming - bijzonderheden Bij 18°C
Temperatuur Gelijkzwevend
Akoestiek 6,5 tot 7 seconden
Orgelbouwer(s) Jozef Loncke, Pieter Loncke, Gérard Loncke, Gabriel Loncke
HET INSTRUMENT
Bouwdatum 1958
Orgelkast - stijl  Modern, zichtbare pijpen op sokkel
Speeltafel - stijl In overeenstemming met het buffet
Orgelbouwer(s) Jozef Loncke, Pieter Loncke, Gérard Loncke, Gabriel Loncke
HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT
Historiek Het orgel van de Basiliek is de opvolger van een pneumatisch orgel met 21 registers gelegen op de galerij tegenover het huidige koororgel.
Dit instrument gebouwd tijdens de Tweede Wereldoorlog door Joris uit Aarschot is door de firma Loncke ontmanteld tijdens de bouw van het nieuwe orgel en overgebracht naar de kerk van Kortemark.
Het huidige instrument is ontworpen met het advies van Marcel De Broeck, titularis sinds 1 december 1946, die in 1959 de medewerking van zijn echtgenote kreeg als begeleidster, waardoor hij in staat werd gesteld het koordirigentschap op zich te nemen.
Na haar overlijden keerde hij terug naar het orgelklavier en liet hij het dirigentschap aan Jacques Dehan die vandaag nog altijd in functie is op vrijwillige basis.
Het orgel van 1959 werd aangeboden aan Zijne Eminentie Kardinaal Van Roey, aartsbisschop van Mechelen, ter gelegenheid van zijn diamanten priesterjubileum door de Ziekenhuiscongregaties met medewerking van het Propagandawerk van de Nationale Basiliek, aldus de tekst van het drukwerk met de aankondiging van het openingsconcert.

De koperen platen op een van de sokkels luiden :
"Offert à son Eminence le Cardinal Van Roey,
Archevêque de Malines par des congrégations
hospitalières avec le concours de l’Œuvre de
la Propagande. A l’occasion de ses soixante
années de sacerdoce -------- Construit par
Jos. Loncke et Fils. Paul Rome architecte
Marcel De Broeck conseiller. 6 juin 1959."

"Aan Zijn Eminentie Kardinaal Van Roey
Aartsbisschop van Mechelen ter gelegenheid
Van zijn diamanten priesterjubileum. Door
Verplegende congregaties aangeboden met
medewerking van het Werk der Propaganda.
Gebouwd door Jos. Loncke en Zonen onder advies van
Marcel De Broeck. Paul Rome architect. 6 juni 1959."
WERKEN
Begindatum 1980
Bijzonderheden Op aanbeveling van titularis Marcel De Broeck
Type werkzaamheden De Fluit 4’ van het Hoofdwerk is omgevormd tot Kwint 2’ 2/3 die later eerder Nasard werd genoemd. In het Zwelwerk is het Kornetregister (dat de vijf enkelvoudige registers omvat) gebruikt om de Tremulant te bedienen.
Naam van de orgelbouwer Firme Loncke
Begindatum 1998
Type werkzaamheden Vervanging van de meeste membranen, behalve enkele aan het voetklavier
Naam van de orgelbouwer Firme Loncke
Begindatum 2003
Bijzonderheden Het orgel zal worden afgeschermd tegen het stof veroorzaakt door de werkzaamheden in het koor voor de restauratie van de terracotta panelen
DOCUMENTATIE
Type Archieven
Titel Alle archieven van de basiliek
Bijzonderheden Algemeen Rijksarchief
Type Archieven
Auteur Jean-Pierre Felix
Herkomst Aartsbisdom
Type Documentatie
Herkomst Parochie
Referenties Feuillet imprimé annonçant l’inauguration : Alléluia ! Bénédiction des orgues de chœur, samedi 6 juin 1959, à 16 h. Basilique nationale du Sacré-Cœur, Koekelberg. Outre un petit texte d’introduction, il y a également le programme de la bénédiction et du récital avec des œuvres de Purcell, J. S. Bach, Flor Peeters, J. B. Loeillet, C. Franck et J. Jongen et la composition de l’orgue.

Il est dit encore que "les orgues sont construites d’après le système électropneumatique".

Tous les jeux comme "les Prestants et Principals (sic), ainsi que les Mixtures ont une alliage (sic) de 75 % d’étain. "
Type Archieven
Herkomst Basiliek
Referenties Copie de l’inventaire des archives au secrétariat (Cérémonies, plan, comptabilité, photos, organisation, presse, etc.)
Type Documentatie
Herkomst Kerkfabriek
Referenties Archives porte 5 au Rectorat.
Type Orale bron
Type Boek
Auteur Pierre Rion, Institut supérieur d’archéologie et d’histoire de l’art, Collège Erasme – Place Blaise Pascal, 31
Uitgever Imprimerie E. Oleffe, 1490 Court-Saint-Etienne
Bijzonderheden Te koop in de basiliek
Type Boek
Titel Albert Van Huffel, architecte de la basilique (1877-1935)
Auteur Dom Braun Sébastien, O.S.B. (Abbaye de Maredsous)
Uitgever Editions de la basilique (épuisé)
Bijzonderheden 1986
Type Artikel
Titel Encyclopédie de Flandre
(Article sur la firme Loncke)
Plaats Nederland
Uitgever Winkler Prins
Type Plaat
Bijzonderheden Registratie van plechtigheden op minicassettes (zie Anne Lodens)
Type Radio
Zender Radio Spes 105 FM
Type Radio
Zender RTBF
Type Documentatie
Herkomst Kerkfabriek
HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT
Historiek Het orgel van de Basiliek is de opvolger van een pneumatisch orgel met 21 registers gelegen op de galerij tegenover het huidige koororgel.
Dit instrument...
Werken
Begindatum 1980
Naam van de orgelbouwer Firme Loncke
Begindatum 1998
Naam van de orgelbouwer Firme Loncke
Begindatum 2003
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT
Speeltafel
Structuur speeltafel en muziekstaander 
De binnenkant van de speeltafel is halfrond en samengesteld uit op elkaar geplaatste mahoniehouten elementen. Conform de Mechelse normen.
Aantal klavieren 
3
Omvang van de klavieren 
61 toetsen, C - c''''
Beschrijving van de toetsen 
Ceder belegd met ivoor, afgeschuinde toetsneuzen
Breedte van de toetsen 
12 mm
Diepte van de toetsen 
130 mm
Breedte van het octaaf 
165 mm
Beschrijving van de boventoetsen 
Ebbenhout, toetsneuzen licht afgeschuind en afgeronde achterkant
Diepte van de boventoetsen 
80 mm
Beschrijving van de bakstukken of kader 
Recht in mahoniehout
Omvang van het voetklavier 
32 toetsen, C - g'
Materialen van het voetklavier 
Recht en concaaf. De boventoetsen staan in een gebogen lijn, de neuzen zijn afgerond. Alle toetsen belegd met Braziliaans azobehout.
Registers 
De registers bestaan uit een horizontale rij registerwippers met concaaf oppervlak die boven de manualen geplaatst zijn en van uiterst links van de speeltafel naar rechts lopen : Voetwerk, Hoofdwerk, Positief, Zwelwerk. De benaming van de registers en een volgnummer van links naar rechts in de rij zijn gegraveerd op elke registerwipper en boven elk register zijn er twee boven elkaar geplaatste tongen voor de combinaties. De volgnummers zijn op elk register toegevoegd met dikke zwarte stift.
Koppelingen 
Maken deel uit van de rij registers op het einde van de groep per manuaal
Combinaties 
Een "Registratie", een "Vrij Registratie 1", een "Deelbaar Vrij Registratie 2", een "Registratie Voetwerk II", vier vaste combinaties (P, MF, F, FF), de afsteller (Af), een reeks "Afstellers" voor elk tongwerk en de Tremulant.

Boven elk register zijn er twee boven elkaar geplaatste tongen in witte kunststof. De afzonderlijke combinatie van het Voetwerk bevindt zich onder de registers in de ronding links van de manualen; ze wordt geactiveerd door twee knoppen in balans gehouden en geïnstalleerd in de twee eerste linker bakstukken van de manualen. In de rechterronding onder de registers is er een rij afsteltongen voor elk tongerk en de Tremulant die vroeger als register diende.
Onder het manuaal van het Hoofdwerk bevindt zich een rij witte drukknoppen voor de vaste en vrije combinaties : P, MP, MF, FF, AF (afsteller, rood), Registers, Vrij Registratie 1, Vrij Registratie 2.
Voetsteun 
De voetsteun in eik helt af naar het voetklavier
Met de voet bediende organen 
Op de voetsteun zijn in een groep van vijf een reeks halfbolvormige drukventielen geïnstalleerd van Braziliaans azobehout.
Van links naar rechts : Voetwerk/I, II, III, Koppellen I/II, I/III, II/III, Algemeen Tutti, zwelling van het Reciet bestuurd door een groot pedaal met wipplank, Vrij Registratie 2, Deelbaar Registratie (2) : Voetwerk, I, II, III, Tongwerken af: Voetwerk, I, II, III.
Toebehoren 
Op de vlakke rand links van het Hoofdwerk is er een wijzerplaat met naald voor de voltage en een klein blok met contact om luidsprekers aan te schakelen. Rechts van de manualen zijn er 2 x 2 schakelaars voor de motoren en voor de verlichting van de speeltafel.
Op de kist waarop het voetklavier is geplaatst zitten rechts twee stopcontacten die de elektrische verwarming voeden bevestigd boven de manualen.
Boven op de speeltafel staat een binnentelefoon.
Voor orgelconcerten wordt een tv-toestel geïnstalleerd aangesloten op een video.
Spiegels rond het orgel stellen de organist in staat om het verloop van de kerkelijke plechtigheden visueel te volgen.
Adresplaat 
Boven de registers in het midden van de speeltafel is een plaatje in wit geschilderd metaal vastgespijkerd :
"Jos. Loncke en Zonen
Orgelbouwers
Esen (West-Vl.)"
 
Klavieren en voetklavieren
  • Naam 
    Hoofdwerk (I)
    Omvang 
    61 toetsen, C - c''''
    Registers 
    Zingend Prestant 16’
    Kwintadeen 16’
    Prestant 8’
    Openfluit 8’
    Spitsgamba 8’
    Holpijp 8’
    Oktaaf 4’
    Kwint 2’2/3
    Zwegel 2’
    Vulwerk 3 k (2’)
    Cimbelstem 4 k (1/2’)
    Pommer 16’
    Trompet 8’
    Schalmei 4’
    Koppelingen 
    Norm. Kop. I/II
    Norm. Kop I/III
    Okt Kop I/II 16’
    Okt. Kop. I/III 16’
    Okt. Kop. I/III 4’
  • Naam 
    Positief (II)
    Omvang 
    61 toetsen, C - c''''
    Registers 
    Prestantfluit 8’
    Gedekt 8’
    Principaal 4’
    Roerfluit 4’
    Oktaaf 2’
    Nazaardeke 1’1/3
    Stemmeke 1’
    Cimbelstem 2 k (1/2’)
    Kromhoorn 8’
    Koppelingen 
    Norm. Kop. II/III
    Okt. Kop. II/III (16’)
    Okt. Kop. II/III (4’)
  • Naam 
    Zwelwerk (III)
    Omvang 
    61 toetsen, C - c''''
    Registers 
    Zacht Gedekt 16’
    Principaal 8’
    Wilgenpijp 8’
    Zweving 8’
    Zingend Gedekt 8’
    Zingend Principaal 4’
    Blokfluit 4’
    Nazaard 2’2/3
    Veldfluit 2’
    Terts 1’3/5
    Klein Vulwerk 4k (1’1/3)
    Dulciaan 16’
    Trompet 8’
    Hobo 4’
    Koppelingen 
    Okt. Kop. III/III (16’)
    Okt. Kop . III/III (4’)
    Norm. III
    Tremulant 
    Tremulant
    Bijzonderheden 
    Het register Zweving 8' is apart geplaatst vóór de 16'
  • Naam 
    Pedaal
    Omvang 
    32 toetsen, C - g'
    Registers 
    Brompijp 32’ *
    Prestantbas 16’ ***
    Gedektbas 16’ **
    Zachtbas 16’ (III)
    Oktaafbas 8’ ***
    Gedekt 8’ **
    Kwintbas 5’1/3
    Koraalbas 4’ ***
    Ruispijp 4 k (2’2/3)
    Bazuin 16’ ****
    Dulciaan 16’ (III)
    Trompet 8’ ****
    Hoorn 4’ ****
    Zink 2’ ****
    Koppelingen 
    Voetwerk/I
    Voetwerk/II
    Voetwerk/III
    Bijzonderheden 
    * : dit register bestaat uit de Prestantbas en de Gedektbas die als Kwint 10’ klinken in het eerste octaaf en daarna als suboctaaf.
    **, ***, **** : uitbreidingsregisters.
    (III) : registers van het Recietmanuaal.
 
Tractuur
  • Naam 
    Alle
    Noten 
    Elektropneumatisch
    Toetsen 
    Balansklavier, de toetsen hebben aan de staart een kleine koperen draad die een kleine koperen hefboom opheft die in een kast zit. Deze hefboom drukt tegen verticale koperen kabels om het elektrisch contact te creëren.
    Voor elk manuaal en het voetklavier is er een gelijkaardige houten kast.
    Traject en beschrijving van de mechaniek 
    Elektrische draden in PVC behalve voor de speeltafel waar ze nog met katoen bekleed zijn. Alle contacten gaan door drie kasten die zich onderaan in de speeltafel bevinden, aan de kant van het doksaal; de linkerkast is voor de toetsen, die in het midden voor de vaste combinaties en de rechterkast voor de rest van de toetsen, de koppelingen en de registers. De draden lopen naar de verschillende windlades en komen samen met klassieke elektromagneten.
    Beschrijving van de registers 
    Voorzien van elektrische contacten die dezelfde weg volgen als de toetsen
    Zwelkast 
    In het Zwelwerk, mechanische besturing van de speeltafel tot aan de zwelkast
  • Naam 
    Voetwerk
    Noten 
    De transmissie is dezelfde als bij de manualen met een kleine contactkast en messingdraden in de speeltafel voor dit klavier en identieke relais
 
Windladen
  • Type 
    Met ronde en platte ventielen, aangedreven door membranen die onder de windlades op latten uit Deense rode den zijn geplaatst, en dat voor elke noot.
    De windlades van de manualen hebben 61 toetsen behalve die van het Zwelwerk die er 73 hebben voor het gebruik van de koppeling met het superkoppel. In het Voetwerk zijn er van 32 tot 56 toetsen, naargelang het om uitbreidingsregisters gaat of niet.
    Inplanting 
    Hoofdwerk : een hoofdwindlade staat haaks op het centrale doksaal met ervoor een doorgang voor het stemmen, daarna diverse kleinere windlades voor de registers die uitgestald zijn op de sokkel.
    Achter het Hoofdwerk bevindt zich het Zwelwerk waarvan de twee windlades loodrecht op het Hoofdwerk staan met een loopbrug tussen beide.
    Naar het dwarsschip toe zijn er windlades voor de uitgestalde registers.
    In het instrument is er op de vloer zelf de grote magazijnbalg die in de diepte geïnstalleerd is ten opzichte van het front van het dwarsschip. Rond deze magazijnbalg zijn er windlades aan zijn linkerkant en achteraan voor het tongwerk 16’, 8’, 4’ van het Voetwerk en rechts twee windlades voor de boventonen van het tongwerk van het Voetwerk en voor de Gedektbas waarvan de discante registers doorlopen op de rechte hoek langs de muur onder het Hoofdwerk.
    Het Positief heeft een windlade waarvan de pijpstokken evenwijdig lopen met het front.
    De windlades zijn uitgevoerd in grenen, de pijproosters in okouméhout en de pijpstokken in sapeli.
    Alle windlades hebben hetzelfde registersysteem, namelijk een kegelventiel dat wanneer het wordt opgeheven door de elektromagneet, de wind binnenlaat in de kleppenkast van elk register.
    Er zijn verschillende vervoeringen in lood naar de frontale pijpen of de pijpen buiten de windlades.
    Voor de schikking van de pijpstokken en de toetsen wordt verwezen naar de schikking van de pijpen.
 
Pijpwerk
  • Naam 
    Hoofdwerk en Voetwerk (kant galerij)
    Bijzonderheden 
    Hoofdwerk en Voetwerk (kant galerij)
    Voor de twee grote fronten staan de pijpen uit diverse materialen opgesteld in opeenvolgende mijters UT/UT#, zichtbaar vanaf buiten, waarbij in elke mijter de pijpen aan weerszijden aflopen rond een centrale pijp (bijv. : ...,G#,E,C,D, F#, ...). Deze schikking wordt voortgezet in de registers op de sokkel, behalve voor de registers van het Voetwerk die in een centrale mijter staan opgesteld.
    Beschrijving 
    In het front naar achter staan de pijpen opgesteld in twee opeenvolgende mijters.
    Frontaal :
    PRESTANT 8’. Op de zijkanten en zijvelden. Oktaafbas 8’ en Koraalbas 4’ in ontdubbeling (Voetwerk) naar het midden, volledig in tin, bezetten de drie frontale mijters (2 x 27 pijpen aan de uiteinden en 1 x 24 pijpen in het midden) en de twee laterale mijters (2 x 13 pijpen). Achter deze eerste rij pijpen komen de Principaal 4’, de Openfluit 8’ in koper van C tot mi 3, de rest in tin, daarna komt de Prestantbas 16’ van het Pedaal in sipohout.
    OKTAAF 4’. In twee mijters, volledig in tin.
    OPENFLUIT 8'. In twee mijters. Van C tot c’ in koper, daarna volledig in tin.
    OKTAAFBAS 8’ (Voetwerk). In één mijter, 7 pijpen in tin.
    PRESTANTBAS 16’ (Voetwerk). 9 pijpen in sipohout met twee stomme pijpen aan de uiteinden van de mijter. Daarachter een rij van 19 houten pijpen.
    Doorgang voor het onderhoud.
    SCHALMEI 4’. Corpus en voeten in spotted, in de boventonen : 2 x 8 open pijpen met mond in tin.
    TROMPET 8’. Corpus en voeten in spotted, 3 en 2 discante labiaalpijpen, open en in tin.
    ZWEGEL 2’. Open register in tin.
    KWINT 2’2/3. In feite Fluit 4’ gerepeteerd : in tin, eerst met hoed, daarna enkele pijpen met roer en de rest open en konisch.
    HOLPIJP 8’. In tin, eerst gedekt daarna open en konisch.
    VULWERK 3 rijen, in tin.
    CYMBEL 4 rijen, in tin.
    POMMER 16’. Corpus en voeten in koper, de kernen in tin, daarna 11 en 13 labiaalpijpen in spotted. Enkele van de grootste bekers zijn haaks om onder het plafond te kunnen.
  • Naam 
    Zwelwerk (in het verlengde van het Hoofdwerk)
    Bijzonderheden 
    Loodrecht op de pijpen van het Hoofdwerk, van links naar rechts. Achteraan in het meubel zijn de 32 laagste toetsen geïnstalleerd in mijtervorm, daarna zijn de toetsen chromatisch tot vooraan.
    Beschrijving 
    Van vanachter naar het midden :
    ZACHTGEDEKT 16’. 2 oktaven in oregonhout waarvan de bassen vervoerd zijn, 26 pijpen in tin met hoed, 17 konische pijpen in tin, de rest konisch in tin.
    ZWEVING 8’. Vanaf c, in spotted.
    FLUIT 4’. In tin en konisch corpus.
    DULCIAAN 16’. Corpus in koper voor 3 oktaven, daarna corpus in spotted en alle voeten in tin. De bekers zijn cilindervormig en hebben een gelaste klep aan de bovenkant van elke pijp. De 5 laatste open labiaalpijpen.
    Loopbrug voor het stemmen.
    HOBO 4’. Volledig in spotted, met licht konisch corpus daarna duidelijk trechtervormig waarin een kegel steekt. Aan de bovenkant van elke pijp en in de kegel zijn er vier gaten om de intensiteit te regelen. De 29 laatste pijpen zijn open labiaalpijpen in spotted.
    TROMPET 8’. 48 pijpen met voeten en corpus in spotted, daarna 8 pijpen met een hogere beker en 29 open labiaalpijpen in spotted.
    KLEIN VULWERK 2’2/3. 4 rijen, in tin.
    TERTS 1’3/5. Open pijpen in tin.
    VELDFLUIT 2’. Open pijpen in tin.
    NAZARD 2’2/3. Open konische pijpen.
    ZINGEND PRINCIPAAL 4’. Spotted.
    ZINGEND GEDEKT 8’. 12 pijpen in oregon, daarna in tin met hoed, de 29 laatste open konische pijpen in tin.
    Met uitzondering van het Klein Vulwerk 4 rijen dat 61 toetsen heeft, hebben alle registers 73 toetsen om een "extension pour octave aiguë (sic) réelle" (uitbreiding naar reëel superkoppel) te hebben.
  • Naam 
    Voetwerk en Hoofdwerk (kant dwarsschip)
    Bijzonderheden 
    Het front van het dwarsschiop bestaat op de eerste rij uit het Zingend Prestant 16’ vanaf c, zonder het midden van het front te bedekken, waardoor de mijters zichtbaar zijn met als eerste de Ruispijp op 4 rijen, daarna komen de open pijpen van de Kwintbas 5’2/3 in koper, de Spitsgamba 8’ konisch, de Kwintadeen 16’ in koper met hoed in tin en ten slotte de bassen van het Zingend Prestant 16’. De Principaalpijpen bestaan uit 75 % tin en 25 % lood, mb, de Bourdons uit 35 % tin en 65 % lood.
    De koperen pijpen zijn voorzien van monden, schilden, stemkrullen in tin en soldeernaden in lood.
    Beschrijving 
    Van voor naar achter :
    ZINGEND PRESTANT 16’(Hoofdwerk). Frontaal op de zijkanten en vooraan, links en rechts, in tin.
    RUISPIJP 4 rijen 2’ 2/3 (Voetwerk). Eerste rij frontaal in het midden, in tin.
    KWINTBAS 5’2/3 (Voetwerk). In koper, in een mijter op twee rijen.
    SPITSGAMBA 8’ (Hoofdwerk). Een mijter van konische pijpen in tin.
    KWINTADEEN 16’ (Hoofdwerk). Een mijter van 24 pijpen in koper met hoed in tin, het bovengedeelte eveneens in tin.
    ZINGEND PRESTANT 16’(Hoofdwerk). De 7 grootste pijpen in tin net voor de muur en de arcade. Rond de grote magazijnbalg op de vloer naar de diepte toe.
    GEDEKTBAS 16’ en GEDEKT 8’. Rechts langs de muur, in oregonhout.
    BAZUIN 16’, TROMPET 8’, HOORN 4’en ZINK 2’. Uitbreidingsregisters die achteraan beginnen, langs het Zwelwerk, en doorlopen links van de grote magazijnbalg.
  • Naam 
    Positief
    Bijzonderheden 
    De algemene schikking van de pijpen is in twee mijters (symmetrisch met de grootste pijp in het midden) die respectievelijk de kanten C en C# bevatten
    Beschrijving 
    Van voor naar achter :
    PRESTANTFLUIT 8’. Drie mijters van 2 x 14 pijpen aan de uiteinden en 1 x 7 pijpen in het midden frontaal, in koper met mond, schild en stemkrul in tin. De rest op de windlade, achter het front links en rechts, in tin.
    GEDEKT 8’. 12 pijpen in okumihout in het midden achter het front, daarna in tin met hoed, daarna met roerpijp en ten slotte konisch en open.
    PRINCIPAAL 4’. In tin.
    ROERFLUIT 4’. 23 pijpen in koper met hoed in tin, daarna volledig in tin en ten slotte konische open pijpen.
    OKTAAF 2’. In tin.
    NAZARDEKE 1’1/3. In tin, konisch.
    STEMMEKE 1’. In tin.
    CIMBELSTEM 2 rijen, 1/2' in tin.
    KROMHOORN 8’. 6 en 7 pijpen met cilindrisch corpus en koper en voeten in tin, daarna cilindrisch met beker en ten slotte 5 Principaalpijpen.
 
Windvoorziening
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Magazijnbalg
    Beschrijving 
    Met parallelle vouwen, één inspringende vouw en één uitspringende vouw.
    In de sokkel van de hoofdkas, naar het dwarsschip toe, in de diepte.
    Lengte 
    225 cm
    Breedte 
    121,5 cm
    Aantal en type gewichten 
    Quatorze dalles
    Aantal en type gewichten 
    Veertien tegels
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Magazijnbalg
    Beschrijving 
    Met parallelle vouwen, één inspringende vouw en één uitspringende vouw.
    Voor het Hoofdwerk/Voetwerk : naar de galerij toe onder de windlade in de diepte. Hout en leer.
    Lengte 
    180 cm
    Breedte 
    80 cm
    Aantal en type gewichten 
    Cinq dalles de contrepoids
    Aantal en type gewichten 
    Vijf tegels tegengewicht
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Magazijnbalg
    Beschrijving 
    In hout en leer met een inspringende en een uitspringende vouw. In het verlengde van de vorige magazijnbalg onder het Zwelwerk.
    Lengte 
    180 cm
    Breedte 
    100 cm
    Aantal en type gewichten 
    Sept dalles de contrepoids
    Aantal en type gewichten 
    Zeven tegels tegengewicht
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Magazijnbalg
    Beschrijving 
    In hout en leer met een inspringende en een uitspringende vouw. In de sokkel van het Positief in de breedte en tussen de motor en de windlade.
    Lengte 
    170 cm
    Breedte 
    80 cm
    Aantal en type gewichten 
    Quatre dalles
    Aantal en type gewichten 
    Vier tegels
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Balg
    Beschrijving 
    Schokbalg, verticaal geplaatst op de muur boven de motor en verbonden met de hoofdmagazijnbalg
 
Tremolos
  • Naam 
    In het Zwelwerk, Tremulant genaamd
    Type 
    Met een veer op een kleine balg
    Plaats 
    Aan het uiteinde van een kort windkanaal dat uit de magazijnbalg van het Zwelwerk komt
 
Windkanalen
  • Naam 
    Kant dwarsschip
    Beschrijving 
    Een windkanaal komt van de motor, terwijl een ander afkomstig van de magazijnbalg naar het front gaat.
    Er zijn talrijke kleine windkanalen die onder andere naar de diverse registers van de twee fronten vertrekkken.
    Materialen 
    Hout en leer
    Afmetingen 
    32 x 29 cm aan de buitenkant.
    29 x 23 cm aan de zijkant.
  • Naam 
    Kant galerij
    Beschrijving 
    De wind komt binnen langs een groot windkanaal. Drie windkanalen vertrekken langs de twee lange zijden en nog twee langs de tegenoverliggende breedte, alle zijn van kleiner formaat.
    Afmetingen 
    24 x 30 cm
  • Naam 
    Positief
    Beschrijving 
    Eén windkanaal komt van de motor en twee vertrekken langs de lange zijde van de balg naar de windlade
    Afmetingen 
    29 x 20 cm.
    20 x 16,50 cm.
 
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT
Speeltafel Klavier(en) en voetklavier(en) : 4
Klavier(en) en voetklavier(en) Hoofdwerk (I), Positief (II), Zwelwerk (III), Pedaal
Tractuur
Alle Elektropneumatisch
Voetwerk De transmissie is dezelfde als bij de manualen met een kleine contactkast en messingdraden in de speeltafel voor dit klavier en identieke relais
Het gebouw
Heilig-Hartbasiliek

Heilig-Hartbasiliek

Adres : Basiliekvoorplein 1
1081 Koekelberg
Bouwstijl : Art deco
Bouw : 1905-1970
Bouwstijl : Art deco
Orgel(s) aanwezig in dit gebouw