Klassiek koororgel, in de crypte (Loncke, 1965)

Heilig-Hartbasiliek

Klavier  / Klassiek koororgel, in de crypte (Loncke, 1965) - Heilig-Hartbasiliek
Orgelkast  / Klassiek koororgel, in de crypte (Loncke, 1965) - Heilig-Hartbasiliek
 Klik op een foto om te vergroten
HET INSTRUMENT
Orgelkast - bouwdatum 1965
Orgelkast - plaats Loodrecht op de crypte in wat in principe het koor van de crypte is maar dat tegenwoordig is omgedraaid
Orgelkast - stijl  Klassiek
Opstelling van de pijpen De frontale pijpen zijn slechts zichtbaar wanneer men een dubbele deur opent boven de klaviatuur en twee deuren in elk van de uitstekende gedeeltes links en rechts. Bovenaan ziet men 2 x 6 baspijpen van de Prestant 4’ en de baspijpen van het Regaal 4’ van het Pedaal. De deuren in het midden geven toegang tot het pijpwerk van de manualen te beginnen met de Cimbel 2 rangen; deze pijpen hebben een algemene opstelling in V-vorm, C links en C# rechts.
Beschrijving van de orgelkast Grote eikenhouten kast waarvan de uiteinden enkele centimers uitsteken. Er zijn nog deuren aan de zijkanten en achteraan bevinden zich vier panelen die toegang geven tot het binnenwerk. Het meubel en de deuren, bevestigd met koperkleurige bronzen scharnieren, zijn afgewerkt met decoratief lijstwerk.
Speeltafel - stijl Herinnert aan de barokstijl
Speeltafel - beschrijving In de speelkast onder het front ziet men een grote opklapbare lessenaar voor het onderhoud van de mechaniek die de vensteropening inneemt. Op de stijlen links en rechts van de manualen staan de registerknoppen in eik met knop in witte kunststof in een verticale rij opgesteld. De naam van elk register is met zwarte letters op de knop gegraveerd. De manualen worden beschermd door een eikenhouten kap die kan worden afgesloten. Er is een voetsteun en op de vloer zelf het voetklavier en de eikenhouten bank. Boven de lessenaar is er een buis in koperkleurig metaal die de verlichting van de klavieren bevat.
Bouwdatum 1965
Bouw - bijzonderheden Studieorgel van de heer en mevrouw De Broeck
Persoon belast met het onderhoud Firma Loncke
Datum/periode van het onderhoud Tegelijk met het groot orgel
Windwerk - druk Ongeveer 80 à 85 mm CE
Stemming Diapason 440 Hz
Stemming - bijzonderheden Bij 18°C
Temperatuur Egaal
Akoestiek 3 seconden
Orgelbouwer(s) Jozef Loncke
HET INSTRUMENT
Bouwdatum 1965
Orgelkast - stijl  Klassiek
Speeltafel - stijl Herinnert aan de barokstijl
Orgelbouwer(s) Jozef Loncke
HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT
Historiek Het instrument werd gebouwd voor mevrouw De Broeck en geïnstalleerd in het appartement van de De Broecks aan de Landsroemlaan in Koekelberg.
Het werd door de Basiliek aangekocht en overgebracht naar de crypte omstreeks 1980, na het overlijden van mevrouw De Broeck.
WERKEN
Begindatum 1970
Type werkzaamheden Toevoeging van het Regaal 4' aan het Pedaal. Installatie van een windlade en elektrische contacten op het voetklavier en van een transformator in de kist van de motor.
Naam van de orgelbouwer Firme Loncke
HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT
Historiek Het instrument werd gebouwd voor mevrouw De Broeck en geïnstalleerd in het appartement van de De Broecks aan de Landsroemlaan in Koekelberg.
Het werd door...
Werken
Begindatum 1970
Naam van de orgelbouwer Firme Loncke
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT
Speeltafel
Structuur speeltafel en muziekstaander 
De klaviatuur bevindt zich in de speelkast onder het front en maakt integraal deel uit van het instrument door te zijn ingebouwd in de structuur. Alleen de manualen steken uit het meubel evenals het voetklavier. Het gebruikte materiaal is eik en wenge voor de bakstukken en de lat die boven de manualen loopt.
De registers zijn verticaal geplaatst op de panelen links en rechts van de manualen. De lessenaar en de panelen onder de manualen zijn wegklapbaar en geven toegang tot de mechaniek.
Aantal klavieren 
2
Omvang van de klavieren 
56 toetsen
Beschrijving van de toetsen 
De toetsen zijn in grenen bekleed met kunststof of ebbenhout. De toetsen zijn aan de voorkant schuin.
Breedte van de toetsen 
12 mm
Diepte van de toetsen 
I : 122 mm ; II : 120 mm
Breedte van het octaaf 
165 mm (Malines)
Beschrijving van de boventoetsen 
Toetsen in grenen bekleed met ebbenhout
Diepte van de boventoetsen 
67-75 mm
Beschrijving van de bakstukken of kader 
Recht in wengéhout met twee inleglijsten van perenhout
Omvang van het voetklavier 
30 toetsen
Materialen van het voetklavier 
De boventoetsen in anobéhout zijn recht en concaaf met afgeronde voorkant en staan in een cirkelboog opgesteld. De treden zijn van eik.
Registers 
De registertrekkers zijn in eik met vierkante doorsnede en in verticale rijen geplaatst aan weerszijden van de manualen in een geperforeerd paneel van het meubel. De registerknoppen zijn rond en in witte kunststof met inscriptie in zwarte letters.
Voetsteun 
Er is een kleine houten voetsteun met een koperen lat op de rand
Met de voet bediende organen 
Drie pedalen in koper met ruitpatroon zijn op een aluminium stang geschroefd die wordt ingeduwd in een gleuf om de koppeling van de manualen en de twee pedaalkoppels te activeren. Witte ringen dragen de aanduiding I+II, V+I, V+II.
Toebehoren 
Onder de registers aan de rechterkant is er een schakelaar voor de motor.
Een veiligheidsschakelaar bevindt zich op een paneel achter het Regaal aan de rechterkant.
Adresplaat 
Boven de manualen op een houten lat in wenge.
Wit geverfde ijzeren plaat met het opschrift :
Jos. Loncke en Zonen / Orgelbouwers / Esen (West VL.)"
 
Klavieren en voetklavieren
  • Naam 
    I Hoofdwerk
    Omvang 
    56 toesen C-g'''
    Registers 
    Roerfluit 8'
    Prestant 4'
    Cimbel 2 rangs (1/3’)
    Koppelingen 
    I/II
  • Naam 
    II Positief
    Omvang 
    56 toetsen C-g'''
    Registers 
    Gedekt 8’
    Roerfluit 4’
    Kwint 1’ 1/3
  • Naam 
    Pedaal
    Omvang 
    30 toetsen C-f'
    Registers 
    Gedektbas 16’
    Regaal 4’
    Koppelingen 
    V/I
    V/II
 
Tractuur
  • Noten 
    Balansklavier met een kleine abstract aan de staart.
    Opgehangen mechaniek.
    Traject en beschrijving van de mechaniek 
    Het klein abstract aan de staart van elke toets duwt op een tuimelaar die naar voor is gericht voor het eerste manuaal en naar achter voor het tweede. Aan de tuimelaars zijn abstracten bevestigd die oplopen naar een verticaal wellenbord. Vandaar vertrekken andere abstracten die vastgehaakt zijn aan haken in messing en een draad die door een pulpeet in PVC gaat.
    De mechaniek is volledig in aluminium met schroeven in PVC.
    Beschrijving van de registers 
    De registers hebben een klassieke structuur met abstractwel en arm in ijzer die draait op een eikenhouten plank
    Zwelkast 
    De mogelijkheid bestaat om de dynamiek van het orgel te temperen door met de hand de deuren van de hoofdkast te sluiten en te openen
    Wellenbord 
    De abstracten bevinden zich onder de twee kleppenkasten en hun paneel is Multiplex. Het Pedaal heeft, voor de koppelingen, een zichtbaar vertikaal abstract achter het frontpaneel. De toetsen zijn voorzien van electrische kontacten voor het Regaal 4'.
 
Windladen
  • Type 
    Windlade met tooncancels
  • Aard 
    In de breedte is er een eikenhouten windlade voor de twee manualen waarvan de twee kleppenkasten, één vooraan en de andere achteraan, gesloten worden met houten tappen bevestigd met scharnierende metalen latten.
    De pijpstokken zijn van sipohout.
    De ventielen zijn in ceder en de geleider van de veren in eik.
    De slepen zijn in Pertinax, een soort PVC.
    Opstelling van de pijpen 
    De pijpen zijn geïnstalleerd in de volgorde Ut/Ut#. De frontale Prestant 4’ is geplaatst in de zijvelden. De windkanalen in westaflex verbinden ze met de windlade.
    De bassen van de Roerfluit 8’ zijn achter in het orgel geplaatst, lager dan de windlade en de bassen van het Gedekt 8’ op de rechterkant van de windlade.
    Beschrijving van de pijpstok 
    Van voor naar achter staan: er de Cimbaal 2 rangen, de Prestant 4', de Roerfluit 8’, de Gedekt 8’, de Roerfluit 4’ en de Kwint 1’1/3.
  • Aard 
    Er is een kleine windlade onderaan het orgel juist achter het pedaal en zijn wellenraam en waaruit verschillende loden windkanalen vertrekken naar andere windladen rechts en links onder de pijpen en die de membranen en drukknoppen bevatten.
    Opstelling van de pijpen 
    De orgelpijpen bevinden zich links en rechts van de grote windlade: links twee chromatische rangen en evenwijdig met de zijkanten 8 grote pijpen van de Gedektbas 16' en op de eerste rij evenwijdig met het front een gedeelte van de Regaal van de Ut kant.
    Rechts de rest van de Gedecktbas 16' met 1 Ut rij van 6 pijpen aan de kant en 2 rijen van 8 pijpen naar het centrum toe, en de Regaal de ut#kant.
 
Pijpwerk
  • Naam 
    I (Hoofdwerk)
    Bijzonderheden 
    Het Cymbaal en de Prestant bestaan voor 75 % uit tin en de andere registers voor 30 % uit tin gelegeerd met lood.
    De kernen bevatten slechts weinig kernprikken.
    Beschrijving 
    Van voor naar achter :
    CYMBAAL 2 rangen 1/3’ in tin. Repetities in c, c’, c’’ et c’’’.
    PRESTANT 4’ in tin. In het front hebben de pijpen zijbaarden en een overlengte met stemkrul aan de top.
    ROERFLUIT 8’. 12 gedekte pijpen met hoed vervoerd naar de achterkant van de windlade in koper met voetopening, mond, stemkrul in tin en lasnaden in lood. De andere pijpen op de windlade zijn in tin met hoed en daarna roerpijp.
  • Naam 
    II (Positief)
    Beschrijving 
    Van voor naar achter :
    GEDEKT 8’. In sipohout voor de bassen (gemeenschappelijk met de 16’), daarna in tin en gedekt met hoed.
    ROERFLUIT 4’ in tin. Van onder naar boven zijn de pijpen eerst gedekt, daarna met hoed en vervolgens konisch en open.
    KWINT 1’1/3 in tin. De 30 eerste pijpen zijn konisch, de rest cilindervormig. Ze zijn op toonhoogte gesneden behalve de 6 eerste die een kleine stemkrul hebben.
  • Naam 
    Voetwerk
    Beschrijving 
    GEDEKTBAS 16’ in sipohout voor de 30 eerste, de rest in tin; gemeenschappelijk register met de GEDEKT vanaf c.
    REGAAL 4’ volledig in tin met eerst konisch daarna cilindervormig corpus, hoed aan de top met twee gaten op de zijkanten. 15 pijpen aan elke kant; de kernen zijn in lood.
 
Windvoorziening
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Magazijnbalg
    Beschrijving 
    Een balg met inspringende vouw in het centrale achterste gedeelte van het orgel, achter de windlade van het Voetwerk. Het veiligheidsventiel zit in de balg evenals het regelventiel voor de luchtinlaat.
    Lengte 
    130 cm
    Breedte 
    44,5 cm
    Aantal en type gewichten 
    Pas de poids mais 2 x 3 ressorts de type matelas
    Aantal en type gewichten 
    Geen gewichten maar 2 x 3 matrasveren
 
Windkanalen
  • Naam 
    I en II
    Beschrijving 
    Twee windkanalen lopen van de magazijnbalg omhoog naar de windlade van de manualen. Er zijn ook drie kanalen in Westaflex die uit het windkanaal rechts vertrekken om de elders geplaatste registers te voeden.
    Materialen 
    Hout
    Afmetingen 
    14 x 10 cm
  • Naam 
    Voetwerk
    Beschrijving 
    Rechts een windkanaal voor het Regaal en links een windkanaal voor de Gedektbas en één voor het Regaal.
    Materialen 
    Westaflex
 
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT
Speeltafel Klavier(en) en voetklavier(en) : 3
Klavier(en) en voetklavier(en) I Hoofdwerk, II Positief, Pedaal
Tractuur
 Balansklavier met een kleine abstract aan de staart. Opgehangen mechaniek.
Het gebouw
Heilig-Hartbasiliek

Heilig-Hartbasiliek

Adres : Basiliekvoorplein 1
1081 Koekelberg
Bouwstijl : Art deco
Bouw : 1905-1970
Bouwstijl : Art deco
Orgel(s) aanwezig in dit gebouw