Modern koororgel (Klais, 1930)

Sint-Suzannakerk

Voor. Volg.

Speeltafel / Modern koororgel (Klais, 1930) - Sint-Suzannakerk

Architectuur, plaats, inplanting / Modern koororgel (Klais, 1930) - Sint-Suzannakerk

Klik op een foto om te vergroten

+ Toon meer beelden

HET INSTRUMENT

Orgelkast - bouwdatum 1930

Orgelkast - plaats Links van het hoofdaltaar

Orgelkast - stijl Modern

Beschrijving van de orgelkast Zichtbare orgelpijpen geplaatst op een eiken voet. De achterkant van het orgel is afgesloten door een houten kist die op heipalen rust die de motor en de blaasbalg overspelen. Centraal, 9 metalen pijpen in mijtervorm, omgeven door 2 reeksen 6 metalen pijpen die in lengte afnemen van de zijkant naar het centrum. Aan weerszijden 2 velden van 5 metalen pijpen in mijtervorm. Het geheel afgescheiden met 4 grote houten pijpen.

Speeltafel - bouwdatum 1962

Speeltafel - stijl Modern

Speeltafel - beschrijving Speeltafel, met balansregisters aan weerszijden van de klavieren en boven de manualen, voor het koororgel

Speeltafel - plaats Links van het koor op de vloer. Het koororgel wordt bespeeld op dezelfde klavieren van het galerijorgel (Pels).

Speeltafel - materialen Eik met binnenin mooi licht mahoniehout

Speeltafel - bijzonderheden De speeltafel bedient de beide instrumenten : het galerijorgel én het koororgel.

Bouw - bijzonderheden Het orgel heeft een post-romantische klank

Persoon belast met het onderhoud Firma Delmotte

Ventilator - beschrijving Aanwezigheid van een oude Meidinger motor in geluiddempende kist die op de vloer rust onder het orgel en de blaasbalg

Temperatuur Gelijkzwevend

Orgelbouwer(s) Bernard Pels-D'Hondt, Johannes Klais

HET INSTRUMENT

Orgelkast - stijl Modern

Speeltafel - stijl Modern

Orgelbouwer(s) Bernard Pels-D'Hondt, Johannes Klais

HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT

Historiek Klein instrument, afkomstig uit de Kapel van de Wereldtentoonstelling van Antwerpen in 1930.
Werd vervolgens naar de Ste-Suzannakerk vervoerd. Werd eerst op de galerij geplaatst. Na een waterinsijpeling werd het in 1937 gerestaureerd en verplaatst naar het koor.
In 1962 werd het verbonden met de enige speeltafel dat destijds werd toegelaten door de Commissie van Monumenten en Landschappen.

WERKEN

Begindatum 1937

Type werkzaamheden Gerestaureerd na een overstroming

HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT

Historiek Klein instrument, afkomstig uit de Kapel van de Wereldtentoonstelling van Antwerpen in 1930.
Werd vervolgens naar de Ste-Suzannakerk vervoerd. Werd eerst...

Werken
Begindatum 1937

TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT

Speeltafel

Structuur speeltafel en muziekstaander
Zelfde speeltafel als voor het galerij-orgel – Oversteek 30 mm

Aantal klavieren
3

Omvang van de klavieren
61 toetsen

Breedte van de toetsen
22 mm

Diepte van de toetsen
134 mm

Breedte van het octaaf
164 mm

Omvang van het voetklavier
32 toetsen

Materialen van het voetklavier
Recht
Licht gebogen do# : 100 re#2 : 130
Loodrecht re3/re2
Oversteek 275 mm

Registers
Tuimelregisters links en rechts van de klavieren

Koppelingen
Aan de klavieren en aan het voetwerk (ventielen)

Combinaties
Onder de klavieren

Voetsteun
Onder de ventielen

Toebehoren
Via twee knoppen HO (Hoofdwerk, galerijorgel) en KO (Koororgel) is het mogelijk het hoofwerk, het koororgel of beide tegelijk te doen werken

Klavieren en voetklavieren

Naam
Hoofdwerk (I)

Omvang
61 toetsen C - c''''

Registers
Principal 8'
Open Fluit 8'
Nachthoorn 4'
Progressia 2'2/3 2-3 st.

Koppelingen
II+I 16’
II+I
II+I 4’

Bijzonderheden
Progressia 2'2/3 2-3 st.:
C: 2'2/3 + 2'
c: 2'2/3 + 2' + 1'3/5
Sans reprises jusque c''''.
Naam
Reciet (II)

Omvang
61 toetsen C - c''''

Registers
Roerfluit 8'
Salicional 8'
Prestant 4'
Zwitsersepijp 2'

Koppelingen
II+II 16’
II+II 4’
Naam
Pedaal

Omvang
32 toetsen C - g'

Registers
Subbas 16'
Gedekt 8'

Koppelingen
I+P II+P II+P 4’

Bijzonderheden
Subbas en Gedekt: spelen met uitbreiding

Tractuur

Noten
Elektrisch

Beschrijving van de registers
Elektrische transmissie

Windladen

Type
Kegellade

Inplanting
Van voor naar achter, klavier II dan klavier I dan het Pedaal en twee windlades.
Kleine windlade met vijf hoge toetsen tussen de windlades van het Pedaal.

Opstelling van de pijpen
De pijpen van de Soubasse 16' in en achter het front, dan achteraan het orgel.
Klavier I en II; diatonische opstelling in drie delen volgens de volgorde van het front.