Neobarok orgel op de grond (Collon, 1975)

Sint-Marcuskerk

Klavier  / Neobarok orgel op de grond (Collon, 1975) - Sint-Marcuskerk
Architectuur, plaats, inplanting  / Neobarok orgel op de grond (Collon, 1975) - Sint-Marcuskerk
 Klik op een foto om te vergroten
HET INSTRUMENT
Orgelkast - plaats Op de grond, tegenover het altaar
Orgelkast - stijl  Neobarok
Gebruikte materialen Eikenhout
Opstelling van de pijpen Diatonisch (buitenkant van het Hauptwerk), daarna in tertsen voor de binnenste vlakvelden. Diatonische pedaal. Tin.
Beschrijving van de orgelkast Orgel met drie afzonderlijke hoofdkassen: in het centrale gedeelte bevinden zich het Hauptwerk en het Brustwerk, opzij de twee kasten voor het Pedaal, C en Cis. Stemgang achter het HW sinds 2000.
Speeltafel - beschrijving In venster
Speeltafel - materialen Panelen, kaders en wangen in eik
Persoon belast met het onderhoud Patrick Collon
Stemming Diapason 440 Hz
Stemming - bijzonderheden Op 16°C
Temperatuur Werckmeister III
Akoestiek 0,2 seconden
Orgelbouwer(s) Patrick Collon
HET INSTRUMENT
Orgelkast - stijl  Neobarok
Orgelbouwer(s) Patrick Collon
HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT
Historiek Het instrument werd door Patrick Collon voor de Sint-Marcuskerk gebouwd. Collon moet echter verscheidene registers hebben hergebruikt die al door Eerwaarde Mathot voor diens overlijden waren gemaakt. Deze registers zijn in de lijst van de registers met een asterisk aangeduid.
Het instrument werd ingewijd door Jos Van Immerseel. Later gaven Marie-Claire Alain en Philippe Lefevre concerten.
In de jaren 1998-2000 verbouwde Patrick Collon zijn instrument door de metalen Subbas van Eerwaarde Mathot te vervangen voor een houten Subbas, de Trompet van het HW door een Vox humana te vervangen en twee nieuwe balgen toe te voegen op de plaats van de oude, achter het instrument met een voor de stemmer erg praktisch platform. Deze verbeteringen gingen samen met min of meer geslaagde tests om de vrij rampzalige akoestiek van de kerk te verbeteren.
DOCUMENTATIE
Titel Miss van César Frank. Aan het orgel: Hubert Schoonbroodt.
Referenties Musique en Wallonie
HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT
Historiek Het instrument werd door Patrick Collon voor de Sint-Marcuskerk gebouwd. Collon moet echter verscheidene registers hebben hergebruikt die al door Eerwaarde Mathot...
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT
Speeltafel
Structuur speeltafel en muziekstaander 
In de orgelkast ingebouwd in eik. Lessenaar in scharnier om toegang te verlenen tot mechaniek.
Aantal klavieren 
2
Omvang van de klavieren 
56 toetsen
Beschrijving van de toetsen 
Toetsen in eik met fruithout bekleed
Breedte van de toetsen 
12 mm
Diepte van de toetsen 
116 mm pour les deux claviers
Breedte van het octaaf 
165 mm
Beschrijving van de boventoetsen 
Het bovenklavier is in het zwart geverfd en zijn quasi rechthoekig
Diepte van de boventoetsen 
73 mm
Beschrijving van de bakstukken of kader 
Vierkant en in eik
Omvang van het voetklavier 
30 toetsen
Materialen van het voetklavier 
Treden en bovenklavier in eik. Plat pedaal, het bovenklavier is rechts gerangschikt.
Registers 
Aan weerszijden van de manualen, in kolommen en in groepen van vijf opgesteld.
Messing buizen met knop en etiquette in hout met opschrift in het zwart. Het trompet van het Hauptwerk is vervangen door een Vox Humana.
Koppelingen 
Koppel van het Hauptwerk. Koperen trekker onder het klavier.
Voetsteun 
Op de bank
Toebehoren 
Onderaan de registers van rechts, een trekker met koperen pal voor de tremulant. Onder het klavier een schakelaar met sleutel voor de motor. Kleine spiegel op beweegbare voet die kan worden neergelaten achter de lessenaar.
 
Klavieren en voetklavieren
  • Naam 
    Hoofdwerk (I Hauptwerk)
    Omvang 
    56 toetsen C-g'''
    Registers 
    Quintadena (16) *
    Principal (8)
    Gedackt (8) *
    Octave (4)
    Rohrfloete (4) *
    Quinte (2'2/3)
    Superoctave (2)
    Floete (2) *
    Mixtur (IV)
    Cymbel (III)
    Sesquialter (II)
    Vox Humana (8)
    Tremulant 
    Tremulant (2000) voor de twee klavieren?
    Bijzonderheden 
    Een Vox humana heeft een oorspronkelijk Trompet vervangen die niet gepast was voor dit soort akoestiek
  • Naam 
    Borstwerk (II Brustwerk)
    Omvang 
    56 toetsen, C-g'''
    Registers 
    Gedackt (8) *
    Floete (4) *
    Principal (2)
    Nasat (1'1/3)
    Siffloete (1')
    Scharf (II)
    Sesquialter (II)
    Regal (8)
  • Naam 
    Pedaal (Pedal)
    Omvang 
    30 toetsen, C-f'
    Registers 
    Subbass (16) *
    Octavbass (8)
    Octave (4)
    Floete (2) *
    Mixtur (IV)
    Posaune (16)
    Trompete (8)
    Cornet (4)
    Koppelingen 
    Hauptwerk pedaalkoppel
 
Tractuur
  • Noten 
    Alle manualen met hangend mechanisme
  • Naam 
    Hauptwerk
    Noten 
    Hangend mechaniek
    Toetsen 
    Staarttoetsen
    Traject en beschrijving van de mechaniek 
    Klein abstract die naar het midden van de toets opklimt en verbonden aan een eerste tuimelaar. Op het uiteinde ervan een steker die een tweede tuimelaar bedient die met een houten steker is uitgerust die uitmondt in een wellenbord dat zich achter het orgel bevindt. Vervolgens stijgende abstracten die in de windlade gaan.
    Beschrijving van de registers 
    Alle registers zijn mechanisch. Het uiteinde van de koperen trekkers zijn aan een arm verbonden door een vierkanten registerwals, allebei in eik, vervolgens metalen staven met gevezen aanhechtingen, dan stalen zwaarden.
    Wellenbord 
    Tafel in eik met metalen rollen en armen weerhouden door houten nokken
  • Naam 
    Brustwerk
    Noten 
    Hangend mechaniek
    Toetsen 
    Staarttoetsen en in het midden uitgerust met een draad met oog. Vandaar uit vertrekken de metalen abstracten. Vertikaal wellenbord van dezelfde constructie als het Hauptwerk die zich achter de pijpwand en de lessenaar bevindt.
    Beschrijving van de registers 
    Zoals het Hauptwerk
    Wellenbord 
    Zelfde fabricatie als het Hauptwerk
  • Naam 
    Pedaal
    Noten 
    Mechanisch, abstracten, winkelhaken
    Toetsen 
    Veren onder elk toets
    Beschrijving van de registers 
    Alle registers zijn mechanisch (zie Hauptwerk)
    Wellenbord 
    Zelfde materialen als het Hauptwerk
 
Windladen
  • Naam van het klavier 
    Hauptwerk (I)
    Type 
    Windladen met cancellen en slepen. Achteraan de kleppenkast met ingebouwde voorsponden en afgesloten door kleine draaiassen in hout. Staartkleppen ondersteund door ventielveren die tussen twee metalen geleiders aan de voorkant zijn geplaatst.Er zijn geen pulpeten en de metalen abstracten gaan rechtstreeks binnen in de windlade door een doorboord koperen lat.
    Inplanting 
    Parallel met het front
    Aard 
    Eik
    Opstelling van de pijpen 
    Aan de uiteinden 2x6 diatorische noten, C links en C# rechts. Tussen de twee en van links naar rechts:c ,e ,g#,etc. en re, f#, b, etc. Van rechts naar links: c#, f, a, etc. en eb, g, h, etc.(Dispositie in tertsen)
    2 x 2 eerste pijpen van de Quintadena zijn achteraan het orgel geposteerd en 3 x 2 pijpen zijn bovenaan geposteerd (vervoering in Westaflex)
    Beschrijving van de pijpstok 
    Ordre décroissant de l'avant vers l'arrière avec alternance des Principaux et des Flûtes. Vox Humana tout au fond, au-dessus de la laye.
  • Naam van het klavier 
    Brustwerk
    Type 
    Met cancellen en slepen. Kleppenkast zoals het Hauptwerk met ingebouwde voorsponden en sluiters met draaiassen.
    Inplanting 
    Parallel met het front onder het Hauptwerk
    Aard 
    Zoals het Hauptwerk
    Opstelling van de pijpen 
    Diatonisch, vervolgens per twee tonen zoals voor het Hauptwerk. In afnemende volgorde van achter naar voor. Gans vooraan de Regaal boven de ventielkast. De 12 bassen van het Gedackt zijn acheraan op de windlade geposteerd en lager liggend. Vervoeringen in Westaflex.
  • Naam van het klavier 
    Pedaal
    Type 
    In cancellen en slepen
    Inplanting 
    De windlade staat loodrecht op de facade, en van elke kant, C links en C# rechts van het orgel. De ventielkasten zijn naar het centrum van het orgel gekeerd. Uitvoering en materiaal, zoals het Hauptwerk, maar er zijn twee kleppen per noot. Dichtingsringen in vilt in de ventielkast waar de abstracten binnenkomen.
    Opstelling van de pijpen 
    Tegenover de ventielkast in afnemende volgorde van achter naar voor, de tongspelen vooraan. Diatonisch van zijkant naar het centrum.
 
Pijpwerk
  • Naam 
    Hauptwerk
  • Naam 
    Brustwerk
  • Naam 
    Pedaal
 
Windvoorziening
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Magazijnbalg
    Beschrijving 
    Twee dezelfde keibalgen achter het instrument in een eiken koffer. De balgen zijn van schapenvel.
    Lengte 
    140 cm
    Breedte 
    68,50 cm
    Aantal en type gewichten 
    Feuilles de plomb
    Aantal en type gewichten 
    Loden platen
 
Tremolos
  • Naam 
    Hauptwerk en Brustwerk
    Type 
    Met veer in de koffer achteraan het orgel, naast de motor
    Plaats 
    In het windkanaal
 
Windkanalen
  • Naam 
    Hauptwerk, Brustwerk en Pedaal
    Beschrijving 
    Windtoevoer voornamelijk in eik in zwart geschilderd, met evenwel enkele kanalen in Westaflex
 
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT
Speeltafel Klavier(en) en voetklavier(en) : 3
Klavier(en) en voetklavier(en) Hoofdwerk (I Hauptwerk), Borstwerk (II Brustwerk), Pedaal (Pedal)
Tractuur
 Alle manualen met hangend mechanisme
Hauptwerk Hangend mechaniek
Brustwerk Hangend mechaniek
Pedaal Mechanisch, abstracten, winkelhaken
Het gebouw
Sint-Marcuskerk

Sint-Marcuskerk

Adres : De Frélaan 74
1180 Uccle
Bouw : 1968-1970
Bouwperiode : 20ste
Bouwstijl :