Orgelkast - bouwdatum 2000
Orgelkast - architect - bijzonderheden Positief-koffer
Orgelkast - plaats In het koor (verhoogd koor), rechts van het altaar, tegenover het schip
Gebruikte materialen Eikenhouten geraamte; weichselhut voor de uitneembare panelen opzij, achteraan en bovenaan; smeedijzer voor het traliewerk van het front.
Eik en smeedijzer voor de lessenaar.
Frontale pijpen in orgelmetaal.
Opstelling van de pijpen Van links naar rechts, pijpenfront van 2', diatonisch :
C# à b,(),c'#,(),d'#,(),f',(),f'#,(),e',(),d',(),c',(),a# tot C, waarbij () de stomme pijpen aanduidt.
In totaal 31 sprekende pijpen en 8 stomme.
Elke pijp is voorzien van een metalen staafje vastgelast aan de voet en vastgezet in een gleuf in het pijprooster, waardoor de mond van de pijp evenwijdig blijft met het front.
Beschrijving van de orgelkast Kofferorgel (132 x 65,5 x 94,5 [H]cm)
Front gevormd door een veld van pijpen van 2', met daarboven een zwart metalen traliewerk.
Aan de zijkanten en achteraan : (verwijderbare) opengewerkte panelen (uitgesneden vierkanten van 4 x 4 cm).
Vol paneel (opklapbaar, met houten knoppen die dienen als galmborden) aan de bovenkant.
Het bovenste gedeelte loopt achteraan door in een overstek waarin het manuaal is ingebouwd en waaruit de registertrekkers steken. De bovenkant van het instrument ziet er dus uit als een blad van 132 x 74 x 11 cm.
Speeltafel - beschrijving Manuaal aan de achterkant van het instrument, ingekapseld in de overstek en daaruit stekend.
Excentrisch aan de rechterkant (kant C) van het instrument.
Eikenhouten bank (54,8 x 23 x 56 [H]cm).
Persoon belast met het onderhoud Mark Nagels
Temperatuur Gelijkzwevend
Akoestiek 4,8 seconden
Orgelbouwer(s) Mark Nagels