Historiek Volgens de plannen van Loret had het orgel gedeeltelijk moeten verschillen van wat we vandaag kennen.
Hieronder een vertaling van het "Projet d’un Orgue pour l’Eglise des R.R. Pères Conventuels, rue d’Artois, à Bruxelles.
Facteur, Monsieur F. Loret, à Malines"
Het orgel zal omvatten:
1° Een manuaal voor het hoofdwerk van 56 noten
10 registers, 784 pijpen
2° Een manuaal voor het zwelwerk, 56 noten
9 registers, 504 pijpen
3° Een voetklavier met zelfstandige pedalen, 27 noten
5 registers, 135 pijpen
________________
Totaal 24 registers, 1.423 pijpen
4° Een reeks van koppelings- en combinatiepedalen.
Beschrijving van de registers:
1e manuaal Hoofdwerk
1. Montre 8 pieds (tin, met rondlabium
[doorstreept en vervangen door] Orgelfront)
2. Bourdon ouvert [geschrapt] 16'
3. Bourdon 8
4. Grosse Flûte 8'
6. Flûte harmonique 4'
Combinatieregister
7. Bombarde 16'
8. Trompet harmonique 8'
9. Clairon harmonique 4'
10. Fourniture 5 rangs
2e manuaal zwelwerk (boven het eerste manuaal)
11. Bourdon 8 pieds
12. Flûte harmonique 8'
13. Viola di Gamba 8'
14. Dolciana 8'
15. Flûte Echo 4'
Combinatieregister [geschrapt]
16. Flageolet 2'
17. Clarinette 8'
18. Basson-Hautbois 8'
19. Voix humaine 8'
3e klavier gescheiden pedalen
20. Contrebasse ouverte [toegevoegd] 16'
21. Flûte ouverte [toegevoegd] 8'
22. Grand Bourdon 16'
23. Bourdon 8'
24. Bombarde 16'
Koppelings- en combinatiepedalen
1. Réunion du Grand Orgue au Pédalier
2. Réunion du Récit Expressif au Pédalier
3. Réunion du Récit Expressif au Grand-Orgue
4. Réunion du Récit Expressif à l’octave grave [geschrapt]
5. Jeux de Combinaison du Grand-Orgue
6. Jeux de Combinaison du Récit [geschrapt]
7. Bombarde 16 pieds [geschrapt]Pédalier [geschrapt]
8. Expression } agissant sur les jeux du Récit Expressif
9. Trémolo } agissant sur les jeux du Récit Expressif
Naast elk register, bevestigt Loret het aantal pijpen.
De plannen zijn medeondertekend door J.-B. Coppens, organist van de Johannes-de-Doperkerk en broeder Julien, blindenleraar aan het Institut Royal de Bruxelles.
In een brief wordt François Loret "facteur d’orgues, ingénieur, Mécanicien à Malines" aangeworven om het bovenvermelde orgel te realiseren voor de prijs van twintigduizend franken.
De brief doet tegelijk dienst als lastenboek
1° De plaatsing van de manualen, van het voetklavier en van de registers “op een kleine eikenhouten kast in het midden van het doksaal"
2° « …een grote magazijnbalg die wind krijgt via drie pompen die door een zwengel bediend worden… »
3° « twee windmagazijnen, waarvan één voor de vrije pedalen, het andere voor het hoofdwerk … »
4° « …materialen van eerste kwaliteit »
5° « …transport en plaatsing… »
6° « Het afgewerkte orgel zal in de werkplaats van de heer Loret gekeurd worden door afgevaardigden van de eerwaarde paters. Een tweede expertise zal plaatsvinden nadat het orgel in de kerk werd geplaatst, enz. »
7° De heer Loret geeft op het orgel een garantie van vijfentwintig opeenvolgende jaren… »
8° Betalingsmodaliteiten : 2.000 frank bij de expertise in de kerk, de rest door « jaarlijkse schijven van tweeduizend frank met een intrest van drie procent per jaar op de uitstaande som… »
9° « De eerwaarde paters verbinden er zich toe de heer Loret een jaarlijks honorarium te betalen voor het onderhouden en stemmen van het orgel. »
In dubbel opgemaakt te Mechelen, op 4 december 1872 » met de vermelding « gaat akkoord met het bovenstaande » François-Bernard Loret en voor de Eerwaarde Paters Conventuelen Pater Hyacinthe…, Vicaris M.C.
Vooral wat de dispositie van het orgel betreft, wijken de plannen af van het gerealiseerde orgel maar er is ook het bijkomende windmagazijn voor het reciet.
Hier is geen sprake van pneumatische hefbomen, hoewel ze mogelijk zijn op dit type orgel.
Het feit dat alleen het hoofdwerk over een dubbele ventielkast beschikt bevestigt het feit dat oorspronkelijk enkel een combinatiepedaal voorzien was.
Een kleine toegevoegde windlade bewijst dat het pedaal oorspronkelijk maar 27 noten telde.
Moeilijker om vast te stellen is hoe ver de ingrepen aan het orgel gegaan zijn, door wie en wanneer (zie werkzaamheden die het instrument onderging).
Een ander interessant document, hoewel wat moeilijk van spelling, leert ons meer over de aanstelling van organist Victor Vande Walle « om de functie van Organist waar te nemen, op basis van de volgende voorwaarden: dat alle Diensten tijdens de week, zowel de Missen als het Lof, alsook op zondag, met Gregoriaans gezang worden uitgevoerd …. » Er volgen bepalingen voor de feestdagen waarop « de aan te trekken voorzangers voor rekening zijn van het klooster, dat bepaalt hoeveel er nodig zijn, afgezien van de organist die er zich toe verbindt het doksaal te leiden ». En verder : « De zangen van de Derde Orde zijn niet in de verbintenis inbegrepen, als volgt: de Maand mei en [geschrapt] de processie en het Lof op de 3e zondag van elke maand. Bezoldiging voor deze aanstelling 500 frs.
Opgemaakt in twee exemplaren in Brussel, op 10 juli 1890. V. Vande Walle»
Tot voor enkele jaren bezat het klooster tal van zangpartituren met orgel (momenteel verhuisd naar Leuven), waaronder missen en uiteenlopende versies van het fameuze « Si quaeris » dat gezongen werd tijdens de noveen van Sint-Antonius, wiens naamfeest gevierd wordt met een hele feestdag op 13 juni. Die muziek getuigt van de specifieke muzikale activiteit eigen aan de heilige Antonius.
In de archieven van de Gemeenschap wordt nog het programma bewaard van de inhuldiging van het orgel. Die vond plaats op donderdag 19 maart 1874 om 15 uur en werd verzorgd door « Pater Julien, professor aan het Instituut voor doven en blinden » en « J.-B. Coppens, kapelmeester van de kerk ».
Samen speelden ze werk van Julien, Bach, Lux, Lemmens, Mendelssohn, Guilmant, Mailly, Lefébure-Wély, Rinck en Coppens.
Het concert werd gevolgd door het Lof, gezongen door Zijne Excellentie Monseigneur Cattini, apostolisch nuntius van de Heilige-Stoel in Brussel. De « Cercle Sainte-Cécile » voerde werk uit van Coppens, Aldega, A. De Doss en C. L. Hanssens.
In de jaren 1910 werd het orgel onderhouden door Salomon Van Bever en in de jaren 1940 à 1950 was dit het werk van Salomon Eyckmans, opvolger van Van Bever als verantwoordelijke voor het onderhoud.
Samen met het bestek van Loret wordt ook bewaard het « Projet d’un orgue pour l’église des Pères conventuels sur d’Artois à Bruxelles » van de Naamloze Vennootschap Etablissements Merklin Schütze. Die plannen dateren van 06/12/1871 en zijn ondertekend door afgevaardigd bestuurder Jacques Verreyt. Ze omvaten enkele nuances ten opzichte van het project van Loret, met name in de dispositie en de samenstelling van de registers:
« 1e manuaal hoofdwerk
1. Montre 8’
2. Bourdon 16'
3. Bourdon 8'
4. Flûte harmonique 8'
5. Salicional 8'
6. Gamba 8'
7. Flute 4'
8. Prestant 4
9. Fourniture 3’ [?]
Combinatieregister
10. Basson 16'
11. Trompette 8'
12. Clairon 4'
Als tweede manuaal stelt het project een Positief voor dat echter gebruik maakt van « Transmissieregisters, gevormd door het Hoofdwerk (gebrevetteerd systeem) », met name de registers nr. 3, 4, 5, 6, 7 die hier « Overblazende fluit 4. » genoemd worden, Doublette 2. Uit de Fourniture en register nr. 11. We herinneren eraan dat dit systeem gebruikt werd in het orgel van O.L.V van Laken en in Sint-Vincentius in Evere.
« 3e manuaal zwelwerk
1. Flûte octaviante 8'
2. Bourdon 8'
3. Dolciana 8'
4. Voix céleste 8'
5. Flûte écho 4'
6. Voix humaine 8'
Combinatieregister
7. Trompette harmonique
8. Basson-Hautbois 8'
4e Voetklavier gescheiden pedalen
1. Contrebasse 16'
2. Bourdon 16'
3. Flûte 8'
4. Bombarde 16’»
Naast de registers nr. 2 et 3 is een gegolfde lijn te zien met de aanduiding « Jeux de transmission, formés du Grand orgue (Système breveté) »
De rest van het voorstel beschrijft in 13 punten het programma dat de orgelbouwer zou volgen:
Windladen, mooie eik, zonder knopen en grenen uit het noorden, met een lange beschrijving van het systeem met dubbele kleppenkast en dubbel en driedubbel ventiel voor de « toegevoegde » registers.
Windwerk, « er zal een windwerk gemaakt worden met horizontale ontwikkeling, voorzien van afwisselend zuig- en perspompen. Het zal gebouwd worden in grenen van 1e kwaliteit en voorzien van dubbel vel. De regelbalgen zullen aangepast zijn ten einde elke verandering in de luchtdruk tegen te gaan. Er wordt ook een regelbalg gebouwd die voor doel heeft om de nodige druk te regelen voor de grondregisters en de grote druk die nodig is voor het tongwerk. »
Klavieren « 1e manuaal - De toetsen zijn in hout belegd met ivoor en ebbenhout, de omkadering palissander 2e - Een voetklavier van 27 noten in eikenhout, versierd met palissander.… Speeltafel vóór het orgel… »
Windkanaal « …voorzien van regelapparatuur en kleppenkasten voor het aanvoeren van voldoende wind voor de combinatieregisters… »
Zwelwerk « … dat zal werken door middel van een kast met bewegende lamellen… »
Timmerwerk « voor het dragen van alle windladen, balgen, mechanische onderdelen en pijpen, zal een stevige structuur gebouwd worden in dennenhout uit het noorden »
Mechaniek « … walsen, abstracten, wellenbord, winkelhaken, tuimelaars... uit materialen van eerste keus en volgens de meest geperfectioneerde procédés »
Vervoering-conductenplanken « … in lood voor alle vervoerde pijpen die niet op de windlade staan … »
Prestant « voor de decoratie van het front van de orgelkast zullen pijpen vervaardigd worden uit fijn Engels tin en gebruineerd en gepolijst; de monden zijn voorzien van rondlabia. Die pijpen, zullen voor zover hun formaat en plaats het toelaat gebruikt worden om de basoctaven van de achtvoets prestantstemmen te vervolledigen »
Intonatie, stemmen van de registers « …intonatie van de stemmen; elk register krijgt zijn eigen karakter en klankkleur. Ze worden afzonderlijk en in hun geheel gestemd, gelijkzwevend en op de normale toonhoogte. »
Plaatsing « … door en voor rekening van de firma. »
Keuring « Het afgewerkte orgel zal voorgelegd worden aan een commissie daartoe samengesteld door de Eerwaarde Vader-Overste van het klooster. Als het instrument blijkt tegemoet te komen aan de vereisten van onderhavig bestek en in zich de kwaliteiten verenigt van een uitstekend instrument, zal aan de firma de som verschuldigd zijn van twintigduizend franken, betaalbaar aan de afgevaardigd bestuurder of zijn zaakgelastigde. De betaling gebeurt op de volgende manier:
1° Frs 10.000 bij de levering van het orgel.
2° Diverse aanbetalingen in de loop van het eerste jaar, indien mogelijk
3° Het openstaande saldo na afloop van het eerste jaar zal betaalbaar zijn in één of twee annuïteiten, volgens de voorkeur van Eerwaarde Pater Prior en zal een interest opbrengen van vijf percent per jaar. Er wordt uitdrukkelijk overeengekomen dat in de genoemde prijs de orgelkasten niet inbegrepen zijn. »
Garantie « De firma geeft een garantie van tien jaar op de goede kwaliteit en degelijkheid van het instrument, op voorwaarde dat zij alleen instaat voor het onderhoud ervan. …
WERKEN
Begindatum 1923
Einddatum 1925
Bijzonderheden De lectuur van het bestek van Loret leert ons niets over de bouw van de registers noch over hun regeerwerk. Betrof het wellicht een mechanisch systeem? Zonder enige twijfel waren pneumatische systemen in die tijd nog niet aan de orde. De huidige registratie is evenwel pneumatisch, met een vrije combinatie, appèlsystemen voor alle klavieren en een algemeen crescendo.
Het is mogelijk dat De Lil de registerarmen behouden heeft maar er de pneumatische overbrengingselementen op aangesloten heeft.
De registerplaatjes op de speeltafel zijn homogeen en dat geldt ook voor hun plaats. Dit zou bewijzen dat de speeltafel werd aangepast, wat nog eens bevestigd wordt door de adresplaat in het midden van de speeltafel.
Men kan zich ook de vraag stellen voor de pneumatische hefbomen die niet in het bestek beschreven staan, hoewel die in die tijd vaak geïnstalleerd werden.
In de buurt van de registermotoren bevindt zich een kleine windlade voor drie noten van het Pedaal, waardoor dat van 27 naar 30 noten werd uitgebreid.
Uit tests, met de pijpen aan de mond gemeten, blijkt dat het instrument wellicht op 440 hertz gestemd is. Dat moet een verhoging van de oorspronkelijke toon gevergd hebben, hetgeen bevestigd wordt onder meer door het pijpwerk voor de Contrabas en de Fluit van het pedaal waar de stemkleppen systematisch verlaagd zijn ten opzichte van hun oorspronkelijke plaats. Ze werden aanvankelijk met 4 krammen op hun plaats gehouden, terwijl het er nu maar twee meer zijn. Een en ander zou ook de soms vrij grove stemkrullen verklaren op het pijpwerk achterin of op het tongwerk.
Heeft men in diezelfde periode de hoge reeks van het mixtuur verwijderd en een balg geïnstalleerd voor het zwelwerk? Dat laatste punt lijkt minder makkelijk te bevestigen vermits Loret de balg ook zelf, buiten het bestek om, zou kunnen geplaatst hebben.
Ook zijn veranderingen merkbaar aan de tuimelaars waaraan de abstracten van de barkermachine bevestigd zijn. De armen zijn voorzien van drie bevestigingspunten, waarvan het derde zich vlakbij de as van de tuimelaar bevindt. Het is op die plaats dat de abstracten momenteel bevestigd zijn en bepaalde tuimelaars hebben een afgekraakt uiteinde, wat aantoont dat ze niet meer hersteld werden omdat die bevestigingspunten toch geen nut meer hadden.
Type werkzaamheden Verbouwing (en groot onderhoud?) : verscheidene registers zijn niet in overeenstemming met het oorspronkelijke plan of hebben een ongebruikelijke plaats in het instrument, met name:
in het Hoofdwerk heeft de Bombarde plaats geruimd voor een Prestant 4’ van recentere datum.
De Mixtuur die een tertsrij omvat is voorzien voor vijf rangen, terwijl er momenteel maar vier van bestaan.
De grote Bourdon 16’ van het Pedaal lijkt plaats gemaakt te hebben voor een open 4’ register van andere makelij. We merken ook op dat de pijproosters ruimere boorgaten hebben dan voor dit register vereist is.
Op dezelfde windlade vinden we ook een Trompet 8’, terwijl het bestek gewag maakt van een Bourdon 8’. Ook hier zijn de boorgaten van de hoge toetsen breder dan de voeten van de pijpen, hetgeen opgevangen wordt door een ringetje dat onder het pijprooster gekleefd werd.
Naam van de orgelbouwer Albert De Lil (ou J De Lil) selon la barre d'adres
DOCUMENTATIE
Type Documentatie
Titel "Projet d’un orgue pour l’église des Pères conventuels rue d’Artois à Bruxelles"
Auteur Jacques Verryt , administrateur délégué de la Société Anonyme Merklin Schütze, Paris-Bruxelles
Herkomst Jacques Verreyt , afgevaardigd bestuurder van de N
Type Documentatie
Titel "Projet pour l’orgue de l’Eglise des R. R. Pères Conventuels"
Auteur Loret
Herkomst Gemeenschap van de Minderbroeders - Conventuelen
Type Documentatie
Titel Bevestigingsbrief van Loret voor de realisatie van zijn projekt
Herkomst Gemeenschap van de Minderbroeders - Conventuelen
Type Documentatie
Titel Bevestiginsbrief van de organist Victor Vande Walle
Herkomst Gemeenschap van de Minderbroeders - Conventuelen
Type Documentatie
Titel "Geschiedenis van het Klooster St. Antonii te Brussel"
Auteur Frère Willibrord Lendemeiers
Herkomst Gemeenschap van de Minderbroeders - Conventuelen
Type Artikel
Auteur Joe Braeken
Herkomst Gemeenschap van de Minderbroeders - Conventuelen
Type Boek
Titel "Inventaire des orgues de Bruxelles - Bruxelles-Ville"
Auteur Jean-Pierre Felix
Plaats Brussel
Uitgever Felix Jean-Pierre
Type Artikel
Titel "À propos de l’orgue de Saint-Antoine"
Auteur François Houtart
Plaats Brussel
Referenties Périodique trimestriel n° 19, juin 1999
Uitgever Organum NOVUM
Type Boek
Titel "Dictionnaire des facteurs d’instruments de musique en Wallonie et à Bruxelles du 9e siècle à nos jours"
Auteur Direction Malou Haine et Nicolas Meeûs
Plaats Liège
ISBN 2-87009-250-4
Uitgever Pierre Mardaga
Type Foto
Titel De Sint-Antonius-van-Paduakerk in Brussel
Auteur Joe Braeken
Herkomst Gemeenschap van de Minderbroeders - Conventuelen
Bijzonderheden Foto's van het gebouw waarop het orgel zichtbaar is
Type Documentatie
Titel Bestek van Merklin.
Bestek van Loret.
Programma van het inhulding concert.
Contract van de organist.
Persuittreksel in verband met de inhuldiging door J.-B. Coppens, leerling van Lemmens, Fétis en Samuel.