Neogotisch galerijorgel (Van Bever, 1910)

Kapel van de Dominicanen

Voor. Volg.

Orgelkast / Neogotisch galerijorgel (Van Bever, 1910) - Kapel van de Dominicanen

Architectuur, plaats, inplanting / Neogotisch galerijorgel (Van Bever, 1910) - Kapel van de Dominicanen

Klik op een foto om te vergroten

+ Toon meer beelden

HET INSTRUMENT

Orgelkast - bouwdatum 1910

Orgelkast - plaats Op de galerij, boven het grote portaal

Orgelkast - stijl Neogotisch

Gebruikte materialen Eik

Opstelling van de pijpen Richting kerk is elke orgelkast samengesteld uit twee velden van 6 pijpen en naar het doksaal een groot veld van 7 pijpen van 16' die omkaderd zijn door twee velden van 7 pijpen van 8' waarboven een klein veld met 9 pijpen bevindt, waarvan het bovenste halve spitsbogen zijn.

Beschrijving van de orgelkast De orgelkast is verdeeld in twee grote corpussen die het westenventer omvatten. Elk element heeft in het front twee gekoppelde vlakvelden en op de binnenzijden drie vlakvelden, waarvan het middelste het hoogste is; er is een tweede niveau van velden boven de buitenzijden. Decoratie in neogotische stijl met spitsbogen, pinakels en bloemvormig sieraad. Beeld van Koning David en zijn lier tegen de brede hoekpilaster van de rechterkast. Onderaan het embleem van de Dominicanen.

Speeltafel - beschrijving Vrijstaande speeltafel in eik, met deksel, dwars opgesteld tussen de beide orgelkasten. De organist zit met de rug tegen de rechterkast. Ze is soberlijk versierd in de stijl van de meubels.

Persoon belast met het onderhoud Jean-Pierre Draps

Temperatuur Gelijkzwevend

Akoestiek Ongeveer 3 seconden

Orgelbouwer(s) Salomon Van Bever

HET INSTRUMENT

Orgelkast - stijl Neogotisch

Orgelbouwer(s) Salomon Van Bever

HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT

Historiek Het instrument werd gebouwd tussen 1909 en 1910 door de Brusselse orgelbouwer.
Salomon en Adrien Van Bever die in Laken waren gevestigd. Het werd geconcipieerd in de geest van een romantisch-symfonisch orgel van het einde van de 19de eeuw,en getuigt van de wil van gebroeders Van Bever de mechanische tractuur te behouden. Vele hedendaagse orgelbouwers hebben het mechanische geruild met pneumatische of gemengde systemen en pasten zelfs gesplitste windladen toe. De geschiedenis heeft gewild dat het steeds de leden van de familie Van Bever waren die opeenvolgens het onderhoud van het orgel deden. In het meubel van het expressieve Positief kan men in potlood geschreven de naam van Salomon Eyckmans, rue Fransman, 280 te Laken lezen. Hij heeft tenminste het orgel komen stemmen op 18/03/29, 01/10/29 en 18/12/29. Heden sinds verschillende jaren wordt het orgel onderhouden door de firma Draps pvba die in Erps-Kwerps gevestigd is.

WERKEN

Begindatum 1912

Type werkzaamheden Toevoegen van een Quintadeen 16' aan het Positief

Naam van de orgelbouwer Salomon Van Bever

Ligging van de werkplaats Brussel-Laken

Begindatum 1973

Type werkzaamheden Revisie

Naam van de orgelbouwer Jean-Pierre Draps

Ligging van de werkplaats Erps-Kwerps

Type werkzaamheden Volgens de archieven werd op het Hoofdwerk de Gamba 8' vervangen of hersneden tot een Superoctaaf 2'.
Op het Reciet moet de Vox Caelestis vervangen zijn door de Unda Maris die op het Reciet de Terts 1'3/5 is geworden.

Naam van de orgelbouwer Firme Delmotte

Ligging van de werkplaats Doornik

DOCUMENTATIE

Type Boek

Titel "Inventaire des orgues de Bruxelles - Bruxelles-Ville"

Auteur Felix Jean-Pierre

Plaats Brussel

Uitgever Felix Jean-Pierre

Auteur Jean-Pierre Felix

Uitgever Idem

Auteur Malou Haine et Nicolas Meeùs, 1986

ISBN 2-87009-250-4

Uitgever Pierre Mardaga

Type Artikel

Titel Les buffets d'orgues

Beschrijving Articles sur les orgues de l'abbaye de Floreffe (description et histoire) dans le cadre de la publication "L'ancienne abbaye de Floreffe, 1121 - 1996" dans la collection "Etudes et documents, Monuments et Sites, 2"

Auteur François Houtart, 1996

Plaats Namen

Referenties Editeur responsable : André Matthys, Inspecteur général du Patrimoine, rue des Brigades d'Irlandes, 1, B-5000 Namur.
Sous la coordination de Patricia Gillet-Mignot et de Gaëtanne Warzée avec l'aide de Constantin Chariot.

ISBN 2-930112-81-6

Uitgever Ministère de la Région wallonne, Division du Patri

HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT

Historiek Het instrument werd gebouwd tussen 1909 en 1910 door de Brusselse orgelbouwer.
Salomon en Adrien Van Bever die in Laken waren gevestigd. Het werd geconcipieerd...

Werken
Begindatum 1912
Naam van de orgelbouwer Salomon Van Bever
Ligging van de werkplaats Brussel-Laken
Begindatum 1973
Naam van de orgelbouwer Jean-Pierre Draps
Ligging van de werkplaats Erps-Kwerps
Naam van de orgelbouwer Firme Delmotte
Ligging van de werkplaats Doornik

TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT

Speeltafel

Structuur speeltafel en muziekstaander
Afzonderlijke speeltafel, in eik en met deksel, dwars geplaatst tussen de twee orgelkasten. De organist zit met de rug tegen de rechterkast. Een deksel uit eik bestaande uit twee delen sluit het klavier af. Opengeplooid zijn er twee houten richels waar een wegneembare lessenaar kan worden op geplaatst.

Aantal klavieren
3

Omvang van de klavieren
56 toetsen

Beschrijving van de toetsen
Versierd met ivoor

Beschrijving van de boventoetsen
In ebbenhout

Omvang van het voetklavier
30 toetsen

Materialen van het voetklavier
Licht concaaf.
In eik.
Boventoetsen in cirkelboog opgesteld.

Registers
De registertractuur is gerangschikt op twee horizontale niveaus langs beide zijden van de klavieren (voor Pedaal, Hoofdwerk en Positief), en boven het derde klavier (voor het Reciet en de combinaties).
De trekkers dragen een porseleinen medaillon met witte achtergrond voor het Hoofdwerk, geel voor het Positief, roze voor het Reciet en blauw voor het Pedaal. Inscripties in drukletters.

Koppelingen
Boven het pedaal zijn er zeven metalen haakpedalen voor de koppels

Combinaties
Boven het derde klavier, vijf knoppen voor vaste combinaties

Voetsteun
Op de bank en boven het pedaal

Met de voet bediende organen
Pedaalkoppeling aan het Positief/Pedaalkoppeling aan het Reciet.
Koppels Positief aan het Hoofdwerk/Reciet aan het Hoofdwerk/Groot octaaf van het Reciet aan het Hoofdwerk. Twee balanstreden voor zwelkast van het Positief en zwelkast van het Reciet. Vier metalen haakpedalen voor het oproepen van de tongspelen van het Hoofdwerk/oproep tongspelen Positief/ oproep tongspelen Reciet/Tremolo van het Reciet.

Toebehoren
In gang steken van het orgel aan de muur links van de speeltafel. Neon op de orgelkast voor de klavieren en lampen onder aan de klavieren voor het pedaal.

Adresplaat
Op de speeltafel
"Salomon Van Bever (Bruxelles-Laeken)"

Klavieren en voetklavieren

Naam
Hoofdwerk (I)

Omvang
56 toetsen C-g'''

Registers
Bourdon 16'
Flûte harmonique 8'
Montre 8'
Bourdon 8'
Prestant 4'
Flûte 4'
Doublette 2'
Fourniture (III à V)
Cornet V
Trompette 8'
Clairon 4'

Koppelingen
Positif au Grand-Orgue / Récit au Grand-Orgue / Octave grave Récit au Grand-Orgue
Naam
Positief (zwel) II

Omvang
56 toetsen C-g'''

Registers
Quintaton 16'
Principal 8'
Salicional 8'
Voix céleste 8'
Cor de nuit 8'
Flûte douce 4'
Flageolet 2'
Carillon II d (depuis c')
Clarinette 8'

Koppelingen
Récit au Positif
Naam
Zwelwerk (III)

Omvang
56 toetsen C-g'''

Registers
Bourdon 16'
Flûte traversière 8'
Violon 8'
Bourdon 8'
Flûte octaviante 4'
Quinte 2'2/3
Octavin 2'
Tierce 1'3/5
Trompette harmonique 8'
Basson-Hautbois 8'
Voix humaine 8'

Tremulant
Tremolo

Bijzonderheden
De basnoten van de Bourdons 16' en 8' zijn gemeenschappelijk tot f'
Naam
Pedaal

Omvang
30 toetsen C-f'

Registers
Contrebasse 16'
Soubasse 16'
Flûte 8'
Prestant 4'
Bombarde 16'

Koppelingen
Pedaalkoppel Hoofdwerk / Pedaalkoppel Positief / pedaalkoppel Reciet

Bijzonderheden
De registers van de Subbas 16' en de Prestant 4' zijn ontleend aan het Hoofdwerk. In de archieven: Viool 8' in de plaats van Prestant 4'.

Tractuur

Traject en beschrijving van de mechaniek
De tractuur van de manualen en het Pedaal is volledig mechanisch.
Voor de klavieren daalt ze onder de toetsen, gaat ze onder de organist om de pneumatische kleppen te bereiken hetzij een van wellenramen van het Reciet en het Positief. De wellen van het wellenbord zijn in metaal en de abstracten in grenen. De kleppen bevinden zich achter de windlade, het wellenraam is horizontaal geplaatst onder de lade voor het Reciet en het Positief. Voor het Hoofdwerk en het Pedaal zijn er twee wellenramen op elkaar geplaatst in eenzelfde plan. Alleen de mechaniek van het Hoofdwerk wordt ondersteund door een barkermachine die zich rechts in de orgelkast bevindt ter hoogte van de organist. Voor enkele geposteerde baspijpen zijn er pneumatische conducten die worden bevoorraad vanop de toets aan de windlade.

Beschrijving van de registers
Registertractuur: pneumatisch (telkens een grote ventiel voor elk register). De vier vaste combinaties en hun afsteller zijn eveneens pneumatisch.

Zwelkast
Mechanisch

Windladen

Naam van het klavier
Klavieren en Pedaal

Type
Mechanische windladen in eik en registers, cancellen en ventielen.
Aantal tooncancellen: 56 voor de drie klavieren en 30 voor het Pedaal. Aan het Hoofdwerk alterneren de bascancellen met deze van het Pedaal beginnend aan het uiteinde van het Hoofdwerk, dan van het Pedaal enz.

Inplanting
Een dubbele windlade, voor het Hoofdwerk en het Pedaal, bevindt zich onderin de linker orgelkast.
De windlade voor het Reciet en die voor het Positief zitten in de rechterkast, respectievelijk op het eerste en het tweede niveau.

Opstelling van de pijpen
Loodrecht ten opzichte van de balustrade in V en C rechts en C# links en omgekeerd wanneer men tegenover de rechtse kast staat

Beschrijving van de pijpstok
Zie pijpwerk

Pijpwerk

Naam
Hoofdwerk en Pedaal

Beschrijving
Frontpijpen in zink, deels sprekend. Binnen: tin, spotted metal en dennenhout.
Naam
Positief
Naam
Reciet

Windvoorziening

Magazijn- of hulpbalg
Magazijnbalg

Beschrijving
Een grote balg met parallelle bladen en twee pompen in de linker orgelkast. Van boven naar beneden is er een inslaande, een uitslaande en weer een inslaande vouw. Deze omvat gans de oppervlakte onder de windlade van het hoofdwerk/pedaal.