Orgue de tribune néogothique (Van Bever, 1906)

Kerk van Onze-Lieve-Vrouw van de Rozenkrans

Speeltafel  / Orgue de tribune néogothique (Van Bever, 1906) - Kerk van Onze-Lieve-Vrouw van de Rozenkrans
Orgelkast  / Orgue de tribune néogothique (Van Bever, 1906) - Kerk van Onze-Lieve-Vrouw van de Rozenkrans
 Klik op een foto om te vergroten
HET INSTRUMENT
Orgelkast - plaats In het midden van de galerij
Orgelkast - stijl  Neogotisch
Beschrijving van de orgelkast Het rechthoekige eikenhouten meubel is vooraan samengesteld uit een onderbouw, twee buitentorens met elk 3 pijpen van zink en een centraal vlakveld dat in twee verdeeld is, met aan elke kant 10 pijpen van zink; alle pijpen zijn diatonisch opgesteld en zijn sprekend voor de Montre 8 en de Prestant 4. Bovenaan de vlakvelden en de pijptorens bevindt zich gotisch houtsnijwerk. Het vlakveld is lager dan de pijptorens en toont de bovenzijde van de zwelkast, die tot achter de pijpen van het front komt. In de onderkant van het orgel zijn er 4 wegklapbare panelen en aan de rechterzijde 4 deuren. Links zijn er twee deuren bovenaan, terwijl de onderzijde door de console in beslag wordt genomen. De achterzijde is van grenenhout en heeft 4 vouwdeuren.
Speeltafel - stijl In de stijl van de hoofdkas
Speeltafel - beschrijving Op een klein podium van 46 cm hoogte. Eikenhout, links in het meubel ingebouwd. Een deksel met twee kleppen bedekt de manualen.
Bouwdatum 1906
Bouw - bijzonderheden Datering volgens een groot gedrukt etiket dat in de kleppenkast van het reciet gelijmd is
Persoon belast met het onderhoud Jean-Pierre Draps
Datum/periode van het onderhoud 2 keer per jaar
Combinatieschakelaar - type en plaats De tongen worden opgeroepen door een kammensysteem met 4 takken die aan de horizontale staven van de registers hangen en waaraan een houten blokje bevestigd is. Op de as van de kam is een arm gelast, waaraan een metalen stang neerdaalt naar het pedaal, die als balans werkt. Wanneer men het pedaal indrukt, beweegt de kam de blokjes en aldus de registers. Voor het afstellen van de tongen is er een kam onder de registerstangen, die in de omgekeerde richting werkt. Hij duwt de houten blokjes terug en sluit daardoor de registers.
Stemming Diapason 430 Hz
Akoestiek 5,5 seconden
Orgelbouwer(s) Adrien Van Bever, Salomon Van Bever
HET INSTRUMENT
Bouwdatum 1906
Orgelkast - stijl  Neogotisch
Speeltafel - stijl In de stijl van de hoofdkas
Orgelbouwer(s) Adrien Van Bever, Salomon Van Bever
HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT
Historiek Het orgel werd in 1906 gebouwd voor een kapel van Zusters van Onze-Lieve-Vrouw, die op grond stond die voor de parochie was aangekocht. Het werd overgebracht naar de nieuwe kerk waarvan op 19/07/1936 de eerste steen was gelegd. Volgens een concertprogramma dat op de achterzijde van een van de deuren was geplakt, zou het orgel op 24/10/1937 “ingewijd” zijn. Op dit gedrukte programma is het jaartal met potlood ingevuld. Waarschijnlijk is het orgel ten vroegste in 1938 aangekomen, aangezien nog maar een travee van de kerk was gebouwd toen ze op 24/10/1937 door Monseigneur Carton de Wiart werd gewijd. Het concertprogramma beschrijft de samenstelling van het orgel zoals het vandaag bestaat, afgezien van het feit dat het “Dulciano” vermeldt staat in plaats van “Dulciana, “Fourniture 3 rangs” en “Place vacante”, nu “Clairon”.

Pastoor J. Beuckelaers nodigt de luisteraars uit op “l’Audition des Nouvelles Orgues … L’instrument sera tenu par Monsieur Louis Lavoye, 1er Prix du Conservatoire Royal de Liège, Organiste de l’église Saint-Servais à Liège et Franz Goeghuys, Organiste de la paroisse” (“de Beluistering van het Nieuwe Orgel .... Het instrument zal worden bespeeld door de heer Louis Lavoye, 1e Prijs van het Koninklijk Conservatorium van Luik, Organist van de Saint-Servatiuskerk van Luik, en Franz Goeghuys, Organist van de parochie”).
De inwijding door Eerwaarde Boon, Deken van Ukkel, werd gevolgd door stukken van J. Tilborchs, Mendelssohn, J.S. Bach en Lemmens, uitgevoerd door Franz Goedhuys. Na een preek door Eerwaarde Le Bon, S.J., speelde Louis Lavoye stukken van J.S. Bach, Saint-Saëns, Pierné, Haendel, Clérambault en César Franck. Daarna kwam een plechtig Lof met werken van O. Depuydt, Piel en Aloïs Desmet, terwijl het uitgaan werd begeleid door Léon Goedhuys, organist in Lodelinsart.

Volgens een opschrift in krijt op de achterzijde van een achterdeur, werd het orgel onderhouden door “Eyckmans S 1928”. Twee jaar later gebeurde dit nogmaals, volgens opschriften in inkt. Een ander opschrift in inkt dateert van 1940.
WERKEN
Begindatum 1981
Bijzonderheden Bestek van 05/05/1981, voorafgegaan door twee identieke bestekken uit 1977
Type werkzaamheden Grote schoonmaak en verplaatsing van het orgel, dat vroeger haaks op de balustrade stond. De sonoriteit van het orgel in de kerk werd hierdoor verbeterd.
Naam van de orgelbouwer Jean-Pierre Draps
Ligging van de werkplaats Erps-Kwerps
Begindatum 1996
Bijzonderheden Bestek van 02/09/1995
Type werkzaamheden Schoonmaak na een kleine brand in maart 1995, toevoeging van de in het reciet ontbrekende Clairon 4’, herstelling van een nieuwe Flûte octaviante 4’ die in een register van 2' was veranderd, en vervanging van de motor.
Naam van de orgelbouwer Jean-Pierre Draps
Ligging van de werkplaats Erps-Kwerps
DOCUMENTATIE
Type Archieven
Titel Parochiearchief
Herkomst Parochie en Kerkfabriek
Referenties Monsieur et Madame Jacques Roelandts à Uccle
Type Archieven
Titel Archieven Van Bever
Herkomst Jean-Pierre Draps
HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT
Historiek Het orgel werd in 1906 gebouwd voor een kapel van Zusters van Onze-Lieve-Vrouw, die op grond stond die voor de parochie was aangekocht. Het werd overgebracht naar...
Werken
Begindatum 1981
Naam van de orgelbouwer Jean-Pierre Draps
Ligging van de werkplaats Erps-Kwerps
Begindatum 1996
Naam van de orgelbouwer Jean-Pierre Draps
Ligging van de werkplaats Erps-Kwerps
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT
Speeltafel
Structuur speeltafel en muziekstaander 
Eikenhouten speeltafel met verdiepingen. Het deksel dient als lessenaar
Aantal klavieren 
2
Omvang van de klavieren 
56 toetsen
Beschrijving van de toetsen 
Eikenhouten toetsen met rechte neus voor het hoofdwerk en schuine voor het reciet. Bekleed met witte kunststof.
Breedte van de toetsen 
22-23 mm
Diepte van de toetsen 
131,5 mm
Breedte van het octaaf 
163 mm
Beschrijving van de boventoetsen 
Basis van eikenhout en boventoets van ebbenhout
Diepte van de boventoetsen 
75-83 mm
Beschrijving van de bakstukken of kader 
Recht en zwart gelakt
Omvang van het voetklavier 
30 toetsen
Materialen van het voetklavier 
Recht en concaaf, uitlijning van de boventoetsen in een cirkelboog. Eikenhouten toetsen met rechte fronten. Dit pedaalklavier lijkt van meer recente makelij.
Registers 
Een horizontale rij registers met ronde doorsnede en van eikenhout, boven het manuaal van het reciet. Op elke register, een knop van ebbenhout en een medaillon van wit porselein. De opschriften in drukletters zijn zwart voor het hoofdwerk, roodbruin voor het reciet en grijsgroen voor de pedaal.
Koppelingen 
Aan de voeten
Combinaties 
De pedalen voor de oproep en het afstellen van de tongwerken betreffen Prestant 4', Fourniture, Trompette en Clairon
Voetsteun 
Plat, van eikenhout
Met de voet bediende organen 
In het paneel boven de voetsteun zijn er pedalen van ijzer, met erboven een ovaal wit porseleinen medaillon met: Tirasse Grand Orgue, Tirasse Récit, Copula, Appel Anches, Renvoi Anches, Trémolo. Voor Trémolo, een grote balanspedaal van eikenhout voor het algemene zwelwerk.
Toebehoren 
Een grote industriële schakelaar met rode en zwarte knoppen is op de hoofdkas links van de speeltafel geplaatst. Links op de speeltafel zijn er drie lichtschakelaars.
Adresplaat 
Plat op de plank boven het manuaal van het reciet.
Een zwarte houten plaat met ingelegde drukletters: "Van Bever Frères Amiens et Bruxelles".
 
Klavieren en voetklavieren
  • Naam 
    Hoofdwerk (I)
    Omvang 
    56 toetsen C-g'''
    Registers 
    Bourdon 16
    Montre 8
    Gambe
    Flûte harmon: 8
    Bourdon 8
    Prestant 4
    Fourniture (2’, I à IV rangs)
    Koppelingen 
    Copula
  • Naam 
    Reciet (I)
    Omvang 
    56 toetsen C-g'''
    Registers 
    Salicional 8
    Voix-céleste 8
    Dulciana 8
    Cor de nuit 8
    Flûte octav: 4
    Trompette harmon: 8
    Clairon 4
    Tremulant 
    Tremulant
  • Naam 
    Pedaal
    Omvang 
    30 toetsen C-f'
    Registers 
    Soubasse 16
    Flûte 8
    Koppelingen 
    Pedaalkoppel hoofdwerk
    Pedaalkoppel reciet
 
Tractuur
  • Naam 
    Hoofdwerk
    Noten 
    Mechanisch
    Bijzonderheden: Horizontaal onder de windlade geplaatst. De grenenhouten structuur wordt gedeeld met de vervoering van het reciet. De ijzeren rollen en hun gesoldeerde armen draaien in koperen dokken.
    Toetsen 
    Met as op ongeveer 2/3
    Traject en beschrijving van de mechaniek 
    Door de toets loopt een neergaande draadstang die aan een winkelhaak trekt waaraan een horizontale abstract van grenenhout verbonden is. Deze is met een moer bevestigd aan de arm en rol van het wellenbord, die de beweging naar de voorzijde van het orgel overbrengt. Aan de andere arm van het wellenbord loopt een abstract naar de windlade, waar hij met een draad aan een andere draad verbonden die in de windlade verdwijnt.
    Beschrijving van de registers 
    De registertrekkers zijn aan een andere horizontale eikenhouten stang bevestigd, die een verticale ijzeren balans beweegt en die naar de voorzijde of achterzijde van het orgel kan hellen, waar hij de aanslag van de sleep raakt.
    De koppeling werkt met een systeem van balansen, net onder de twee manualen. Ze zijn op een houten structuur geplaatst die naar omhoog komt wanneer men de pedaal "Copula" indrukt.
    Zwelkast 
    Het pedaal is bevestigd aan een dalende stang van eikenhout die een horizontale ijzeren balans beweegt, van waar een stijgende stang vertrekt. Deze is verbonden aan een winkelhaak die de stang, die alle zweldeuren met elkaar verbindt, horizontaal verschuift. Merk op dat de zwelkast de twee manualen tegelijk beïnvloedt.
  • Naam 
    Reciet
    Noten 
    Mechanisch
    Bijzonderheden: De ijzeren rollen en hun gesoldeerde armen van het reciet zijn op de bovenzijde van de sructuur van het wellenbord geplaatst die met het hoofdwerk wordt gedeeld.
    Toetsen 
    Met as op ongeveer 2/3
    Traject en beschrijving van de mechaniek 
    Elke toets bedient een draadstang die op een ondersteboven geplaatste winkelhaak drukt en waaraan een horizontale grenenhouten abstract bevestigd is. Deze vertrekt onder de windlade naar een arm van het wellenbord, dat de beweging overbrengt naar de achterzijde van het orgel en naar een opgaande abstract met een moer aan de kant van het wellenbord en een messing draad die naar een andere kleinere draad gaat die in de windlade dringt.
    De tremulantpedaal bedient een reeks stangen en winkelhaken van metaal, die een houten klep met veer onder het midden van de windlade bewegen, ter hoogte van de registers van het reciet. De klep kan lucht vrijgeven die in de kleppenkast via een klein windkanaal naar de tremulant gaat.
    Beschrijving van de registers 
    Zoals bij het Hoofdwerk
    Zwelkast 
    Zoals bij het Hoofdwerk
  • Naam 
    Pedaal
    Noten 
    Mechanisch
    Toetsen 
    Met de staart bevestigd aan een metalen blad dat als veer dient. Door de kop loopt een metalen geleider.
    Traject en beschrijving van de mechaniek 
    De treden hebben een kleine neergaande staaf in de kop geschroefd, voorzien van een houten aanslag met een viltje. Deze drukt op een scharnierende houten arm die zelf een neergaande steker van grenenhout beweegt. Deze steker rust op een winkelhaak van waar een horizontale grenenhouten abastract onder de windlade vertrekt, naar een wellenbord waaraan het met een moer bevestigd is. Het wellenbord brengt de beweging over naar de linker voorzijde van het orgel, waar de arm van het wellenbord aan een opgaande abstract trekt, met aan zijn bovenzijde een messing draad die aan een draadje bevestigd is dat in de windlade verdwijnt.
    De pedaalkoppels werken net als de koppeling met een balanssysteem dat nog lager dan die van de koppeling geplaatst is. Door deze balansen lopen verticale draadstangen die met moeren aan de toetsen bevestigd zijn.
    Beschrijving van de registers 
    Zoals bij de manualen
    Zwelkast 
    Zie het Hoofdwerk
    Wellenbord 
    Het wellenbord is van dezelfde aard als deze van de klavieren en is tegen de grond geplaatst
 
Windladen
  • Type 
    Mechanisch met slepen
    Inplanting 
    Een grote windlade, haaks op de kerk
  • Naam van het klavier 
    Hoofdwerk, Reciet en Pedaal
    Aard 
    De grote eikenhouten windlade heeft twee kleppenkasten, een vooraan en een achteraan. In de voorste kleppenkast zijn er twee ventielen voor de 30 eerste toetsen, het tweede komt overeen met het pedaal.
    De ventielen van grenenhout hebben een as vooraan en achteraan en worden ondersteund door een grote lusveer, in het midden van het ventiel. De voorste as heeft schroefdraad en een moer die voorkomt dat het ventiel lager daalt dan zijn geleider. Het draadje dat in de windlade dringt, gaat door een kleine ring van PVC die als palpeet dienst doet, en is met een oog vastgemaakt aan een haak die zelf door een in het ventiel geschroefd oog gaat.
    De eikenhouten pijpstokken zijn geschroefd.
    De pijproosters zijn aan de uiteinden op houten structuren geschroefd en worden in het midden gesteund door stekers. Alles is van eikenhout.
    De voorslagen springen uit en zijn afgesloten door geschroefde welarmen.
    Opstelling van de pijpen 
    Diatonisch, UT rechts en UT# links, met dalende volgorde van de pijpen naar het midden van het orgel
    Beschrijving van de pijpstok 
    Van voor naar achter:

    Montre 8'
    Prestant 4'
    Bourdon 16' (twee slepen)
    Boudon 8'
    Flûte harmonique 8' (twee slepen)
    Fourniture
    Gambe 8'
    Salicional 8'
    Voix-céleste 8'
    Dulciana 4'
    Cor de nuit 8'
    Flûte octaviante 4'
    Trompette harmonique 8'
    Clairon 4'
    Bijzonderheden 
    In de kleppenkast van het reciet is een briefhoofd op de bodem gekleefd. Het toont een orgel, de naam, het adres van de firma en de verschillende prijzen die ze heeft gewonnen, versierd met loofwerk in art-nouveaustijl.
    Er is ook een datum: Laeken, le (gedrukt) 8 juni (in inkt) 190 (gedrukt) 6 (in inkt).
 
Pijpwerk
  • Naam 
    Hoofdwerk
    Bijzonderheden 
    De pijpen zijn diatonisch van de zijkanten naar het midden opgesteld, met UT rechts en UT# links. De noten zijn per octaaf gegroepeerd voor de 24 eerste toetsen en daarna in dalende volgorde. Men vindt een vrijwel identieke opstelling links en rechts van de windlade.
    De houten pijpen van de Bourdon zijn grijs geschilderd. De andere zijn naturel. Alle pijpen hebben onderaan kraantjes om het winddebiet te regelen.
    Beschrijving 
    Van voor naar achter:
    MONTRE 8’ (56 pijpen). De 24 eerste zijn van zink en in het front. In de pijptorens heeft men links RE#, UT#, FA en rechts, MI, UT, RE. De andere pijpen zijn in dalende volgorde geplaatst. Ze hebben allemaal oren en stemkrullen. Op UT zijn er sporen van de bevestiging van een snijbaard. De bovenlip eindigt met een kop in ogiefvorm. Op de windlade zijn er links en rechts 6 pijpen van tin met oren en stemkrul, vervolgens 10 pijpen met stemkrul.
    PRESTANT 4' (44 pijpen) à ut. De 12 eerste geworden gedeeld met de 8 in het front. De noten ut en ut# bevinden zich in het uiterste midden van het front. Op de windladen zijn er pijpen van tin. Links en rechts, 5 pijpen met oren en stemkrul, daarna 16 met stemkrul.
    BOURDON 16’ (56 pijpen). Links en rechts van de windlade zijn er voor de wand 8 pijpen van grenenhout op twee rijen, met onderlip van eikenhout en met stop. Aan de bovenzijde van de Prestant zijn er links en rechts 4 pijpen van grenenhout van dezelfde aard, en 3 pijpen van grenenhout op de pijpstok. Vervolgens 13 pijpen van tin met oren en hoed.
    BOURDON 8’ (44 pijpen) in ut. Links en rechts zijn de 3 eerste pijpen zijn van hout, zoals bij de Bourdon 16', en ernaast 3 pijpen die los staan van de Bourdon 16. Op de pijpstok zijn er nog 19 pijpen van tin met hoed en oren.
    FLUTE HARMONIQUE 8’ (56 pijpen). Langs de wand, naast de Bourdon 16', zijn er aan elke kant, op twee rijen, 6 pijpen van grenenhout met schuivende stemklep. Op de windlade zijn er aan elke kant 12 pijpen van tin met oren en stemkrul, en vervolgens 10 pijpen van dubbele lengte, met fijnere oren en een stemgatlinks en rechts van de pijp.
    FOURNITURE 2’ (132 pijpen). Opgesteld in I tot IV rijen, met:
    UT: 2’,
    fa#: 2’2/3 + 2’,
    fa#’: 4’ + 2’2/3 + 2’,
    fa#’’: 5’2/3 + 4’ + 2’2/3 + 2’.
    De 6 eerste pijpen hebben aan weerszijden een stemkrul aan de top en oren. Alle andere zijn oren. Alle andere zijn op toonhoogte gesneden.
    GAMBE 8’ (56 pijpen). Aan weerszijden zijn er 6 pijpen van grenenhout langs de wand, 3 tegen de wand en 3 meer naar voren. Deze pijpen hebben een schuivende stemklep en een snijbaard van tin of lood. Op de windlade zijn er tweemaal 18 pijpen van tin met stemkrul en beugel voor de mond, daarna tweemaal 4 pijpen met stemkrul.
  • Naam 
    Reciet
    Beschrijving 
    SALICIONAL 8’ (44 pijpen) in ut. De 12 eerste pijpen worden gedeeld met de aangrenzende Gambe. Daarna komen de pijpen op de windlade, van tin, aan elke kant 6 pijpen met stemkrul en beugel, 12 pijpen met stemkrul en oren, en 4 pijpen met stemkrul.
    VOIX CELESTE 8’ (44 pijpen) in ut. Zoals de 44 laatste van de Gambe.
    DULCIANA 4’ (44 pijpen) in ut. De 12 eerste worden gedeeld met het aangrenzende register, Cor de nuit. Sur de windlade zijn er aan elke kant 16 pijpen met oren en een schoorsteenhoed, daarna 6 op toonhoogte gesneden conische pijpen.
    COR DE NUIT 8’ (56 pijpen). Aan elke kant, voor de bassen van de Gambe, zijn er 4 en vooraan 2 pijpen van grenenhout met stemstop en onderlip van eikenhout. Op de windlade zijn er tweemaal 22 pijpen van tin met stemhoed en oren.
    FLÛTE OCTAVIANTE 4’ (56 pijpen). Aan elke kant, langs de wand voor de le Cor de nuit, zijn er 3 pijpen van spotted met oren en stemkrul. Daarna op de windlade nogmaals tweemaal 3 en 4 identieke pijpen, en ten slotte 18 pijpen van spotted met stemkrul, dubbele lengte en een stemgat aan weerszijden van de pijp.
    TROMPETTE 8’ (56 pijpen). Aan elke kant op de windlade hebben de 6 eerste pijpen bekers van zink met een meerlengte van tin en voorzien van een stemkrul voor de 3 eerste. Er zijn nog 3 bekers van zink en dan 13 bekers van tin en 6 bekers van tin maar met dubbele lengte. Alle bekers passen in een koperen kegel die zelf in de loden kern is geplaatst. De voeten zijn van tin maar de 9 eerste zijn bovenaan versterkt met een ring van koper. De tongen zijn uitgehamerd, net als bij de Clairon.
    CLAIRON 4’ (56 pijpen). Aan elke kant zijn er 22 pijpen met beker van tin en een kegeltje van koper in de loden kern voor de 16 eerste. De voeten zijn van tin en de 6 eerste hebben een koperen ring, zoals de Trompette. De 6 laatste pijpen hebben een mond en zijn op toonhoogte gesneden.
    Hoewel het hier niet werd bepaald, waren de bekers van de Trompette en Basson-Hautbois bij Van Bever vaak aan de binnenzijde met zink bekleed.
  • Naam 
    Pedaal
    Beschrijving 
    SOUBASSE 16’. 30 pijpen gemeenschappelijk met BOURDON 16’.
    FLÛTE 8’. 30 pijpen gemeenschappelijk met FLÛTE HARMONIQUE 8’.
 
Windvoorziening
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Magazijnbalg met parallele plooien
    Beschrijving 
    Een grote balg zonder magazijn met parallelle plooien, een inkomende en een uitgaande, in de onderkant van het orgel, onder de windlade. Hij is van grenenhout.
    Lengte 
    254,5 cm
    Breedte 
    125 cm
    Aantal en type gewichten 
    Deux poutres en métal reposant sur les bords dans la longueur et quatre reposant entre elles dans la largeur
    Aantal en type gewichten 
    Twee metalen balken rusten op de randen in de lengte en vier liggen er tussen in de breedte.
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Schepbalg
    Beschrijving 
    Voetpompen
    Twee keibalgen onder het grote magazijn, aangedreven door twee pedalen: een grote plank onder elke pomp komt achter het orgel naar buiten. De pompen zijn onderling vebonden door twee verticale metalen stangen, bevestigd aan een horizontale houten balans.
    Lengte 
    90 cm
    Breedte 
    125 cm
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Balg
    Beschrijving 
    Onder de linkse zijkant van de windlade, een schokwerende balg met parallele u-plooi.
    Kop naar onder, rustend op 6 spiraalveren.
    Lengte 
    97,5 cm
    Breedte 
    82 cm
 
Tremolos
  • Naam 
    Reciet
    Type 
    Met ventiel op het bovenvlak
    Plaats 
    Achter de windlade, onder de loopplank
 
Windkanalen
  • Naam 
    Hoofdwerk
    Beschrijving 
    Rechts onder aan de voorzijde van de balg vertrekt een windkanaal naar de kleppenkast
    Afmetingen 
    27 x 12,5 cm
  • Naam 
    Reciet
    Beschrijving 
    Rechts onder aan de achterzijde van de balg vertrekt een windkanaal naar de kleppenkast
    Afmetingen 
    26,5 x 12 cm
 
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT
Speeltafel Klavier(en) en voetklavier(en) : 3
Klavier(en) en voetklavier(en) Hoofdwerk (I), Reciet (I), Pedaal
Tractuur
Hoofdwerk Mechanisch Bijzonderheden: Horizontaal onder de windlade geplaatst. De grenenhouten structuur wordt gedeeld met de vervoering van het reciet. De ijzeren rollen en hun gesoldeerde armen draaien in koperen dokken.
Reciet Mechanisch Bijzonderheden: De ijzeren rollen en hun gesoldeerde armen van het reciet zijn op de bovenzijde van de sructuur van het wellenbord geplaatst die met het hoofdwerk wordt gedeeld.
Pedaal Mechanisch
Het gebouw
Kerk van Onze-Lieve-Vrouw van de Rozenkrans

Kerk van Onze-Lieve-Vrouw van de Rozenkrans

Adres : Montjoielaan
1180 Uccle
Bouwstijl : Byzantijnse Neogotiek
Bouw : 1937-1938
Bouwperiode : 20ste
Bouwstijl : Byzantijnse Neogotiek