Neogotisch orgel, in het schip (Van Bever, 1889)

Sint-Martinuskerk

Klavier  / Neogotisch orgel, in het schip  (Van Bever, 1889) - Sint-Martinuskerk
Architectuur, plaats, inplanting  / Neogotisch orgel, in het schip  (Van Bever, 1889) - Sint-Martinuskerk
Architectuur, plaats, inplanting  / Neogotisch orgel, in het schip  (Van Bever, 1889) - Sint-Martinuskerk
 Klik op een foto om te vergroten
HET INSTRUMENT
Orgelkast - plaats Ingebouwd in de linkermuur van het schip vlak voor de zijbeuk die dienst doet als weekkapel
Orgelkast - stijl  Neogotisch
Gebruikte materialen Eik en tin
Opstelling van de pijpen Diatonisch, de grootste pijp in het midden in elk veld. Al deze pijpen zijn louter decoratief.
Beschrijving van de orgelkast Vanuit de kerk ziet men enkel het orgelfront dat bestaat uit twee velden van 7 pijpen, omringd door twee vlakke torens van 3 pijpen, alle in tin en met schild. De sokkel van het orgel rust op een muurtje van drie bakstenen hoog en heeft eenvoudige panelen waarvan de twee onder de torens versierd zijn met een spitsboog. Onder het front zijn er drie ornamenten waarvan de middelste loofwerk draagt. De twee velden zijn verhoogd en geplaatst op twee horizontale balustrades die zijn opengewerkt met drie klavertjes vier. Bovenaan in de velden is er klein snijwerk met klavertjes drie gevolgd door een kroonlijst met kantelen. De drie torens worden bekroond door een spitsboog waarop torentjes in middeleeuwse trant staan, waarvan de middelste een kruis draagt. In de sokkel zijn er twee grote wegklapbare panelen en onder de kroonlijst van het front geven twee kleppen toegang tot de kleppenkasten. De achterkant van het orgel komt gedeeltelijk uit in een kleine hal die als kapel toegewijd aan de Maagd Maria dient en gedeeltelijk in een trappenhuis. Dit gedeelte van het meubel is van recente makelij en vervaardigd in lichte eik; het bevat deuren zowel onder- als bovenaan.
Speeltafel - stijl In overeenstemming met de orgelkas
Speeltafel - beschrijving In het venster, aan de rechterkant van het orgel (in feite komt deze kant uit in de weekkapel vlak achter het houten gordijn). Een paneel klapt schuin neer op de manualen die op een blad zijn geplaatst. Onder de manualen is een paneel dat toegang geeft tot de mechaniek en boven de speeltafel zijn er twee deuren die toegang geven tot het binnenwerk en waardoor de organist, die van de geluidsbron verwijderd zit, het instrument beter kan horen. De speeltafel is oud en in eik, maar de bovenkant is recenter en de deuren zijn van Multiplex.
Bouwdatum 1889
Datum van de voltooiing 1890
Persoon belast met het onderhoud Gérard Pels
Datum/periode van het onderhoud Eén keer per jaar, vóór Pasen
Stemming Diapason 435 Hz
Temperatuur Gelijkzwevend
Akoestiek ± 1, 5 seconde
Orgelbouwer(s) Adrien Van Bever, Salomon Van Bever
HET INSTRUMENT
Bouwdatum 1889
Orgelkast - stijl  Neogotisch
Speeltafel - stijl In overeenstemming met de orgelkas
Orgelbouwer(s) Adrien Van Bever, Salomon Van Bever
HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT
Historiek Het bestek en het plan van de orgelkast gekoppeld aan de staat van het orgel lichten ons in over de beslissingen die aan de bouw van het orgel voorafgingen. Het met de pen geschreven document, ondertekend door A. Van Bever (Gebroeders), legt in twee titels en zes artikels het programma uit "voor een volledig expressief orgel met twee manualen van 56 noten en een voetklavier van 27 noten, met orgelkast in gotische stijl (volgens bijgaand plan) voor de Sint-Martinuskerk van Ganshoren (kanton Molenbeek)".

"Nomenclatuur van de registers : stemt overeen met de huidige met ("Plaats blijft vacant)" naast de Klaroen 4' en "(1ste groot octaaf gemeenschappelijk met de Viola)" naast de Salicionaal 8'.

Combinatiepedalen
1 Koppeling van het Reciet met het Hoofdorgel
2 Introductie van de Bombarde
3 Expressie

Klavieren
Art 1. ... De genoemde manualen gebouwd in eikenhout en palissander. De witte toetsen belegd met eerste keus ivoor en de zwarte met ebbenhout. Het voetklavier in eikenhout en de # in eilandenhout. Model aangepast aan het Congres van Mechelen.

Windlades
Art 2. ...in mooi eikenhout van eerste kwaliteit en bekleed met huiden van eerste keuze. Ze moeten voldoende groot zijn om alle registers van het orgel te kunnen ontvangen en te voeden.

Zwelkast
Art 3. ... van een goede houtsoort en goede dikte om echo-effecten te kunnen voortbrengen zoals crescendo's en decrescendo's.

Windwerk
Art 4. Het windwerk met magazijnen zal worden gemaakt van hout dat goed droog is en een goed uitgebalanceerde dikte heeft voor de stevigheid. Het zal bekleed worden met dubbele en driedubbele huiden van 1ste kwaliteit, en voorzien zijn van twee pompen in beweging gebracht door twee pedalen. Op die manier zal het windwerk zeer gemakkelijk te bedienen zijn. Bovendien zal elke windlade een regelend magazijn hebben. Het aldus gebouwde windwerk zal overvloedig en regelmatig wind geven in alle delen van het orgel.

Mechanismen
Art 5. Het volledige mechanisme bestemd om de windlades te verbinden met de manualen en het voetklavier, de registers en de pedalen, en dat de wellenborden, de wellen, de winkelhaken, de armen, de abstracten, de registerwalsen, enz. omvat, zal volledig worden vervaardigd in ijzer, koper en hout. Het zal nauwkeurig worden afgesteld en soepel en geruisloos werken.
De registertrekkrers zullen eindigen op een knop in palissander bekleed met een porseleinen plaatje waarop de naam of de tonaliteit van de registers zal worden vermeld. De functie van elk combinatiepedaal zal worden aangeduid met een opschrift in porselein.

Pijpen
Art 6. De metalen pijpen zullen over het algemeen gemaakt zijn van een legering van 4/5de tin en 1/5de lood. Hun dikte zal in overeenstemming zijn met de afmeting van de pijpen. De baspijpen zullen worden vervaardigd in mooi noordelijk dennenhout van eerste keuze, de kernen in perenhout en de monden in eikenhout."

Ook de garantietermijn van 10 jaar en de prijs van negenduizend frank worden nog vermeld.

"Opgesteld te Laken op vijf oktober 1800 negenentachtig. A Van Bever (Gebroeders)".

Dit bestek is om twee redenen interessant : vanwege de vergelijking die het mogelijk maakt met het huidige orgel en wegens de beschrijvingen van de materialen, het ontwerp en de gebruikte termen.

Verder lezen we :

"Voor gezien ondertekend door de Kerkfabriek om als bijlage bij de beraadslaging van vandaag te worden gevoegd. Ganshoren, 6 oktober 1889", gevolgd door de handtekening van de secretaris en de voorzitter.

Verder nog :
"Gezien voor gunstig advies op de zitting van de Gemeenteraad op 16 oktober 1889", gevolgd door de handtekening van de burgemeester-voorzitter en de secretaris. Met stempel van de gemeente.

Op het plan (schaal 1/10de) zien we het instrument in vooraanzicht met dezelfde vermeldingen en handtekeningen maar ook "Gezien door ons, Minister van Justitie, om als bijlage te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 februari 1890, Nr. 6221."

De huidige orgelkast beantwoordt vrij getrouw aan dit plan waarop de tekening van het gewelf van de oude kerk valt te onderscheiden.

Op een andere plan van het orgel in bovenaanzicht zien we de contouren van de positie van het orgel, de muren, het manuaal en het voetklavier, de windlade, de zwelkast en de orgelkast waarvan alleen het front nog bestaat. Op dit recentere plan zien we dat het orgel lichtjes schuin staat ten opzichte van het front omdat de klaviatuur die voor de speeltafel gereserveerd was geen loodrechte inbouw mogelijk maakte.
Alexandre Papazoglacis is organist.
WERKEN
Begindatum 1971
Type werkzaamheden Ter gelegenheid van de verplaatsing zijn enkele aanpassingen uitgevoerd. Vooraf diende men bij de architect aan te dringen om voldoende plaats te laten voor het instrument. De orgelkast kon echter niet volledig heropgebouwd worden en de organist zit iets verder van het orgel door het houten gordijn dat in opgevouwen toestand nog 80 cm meet, plus 30 cm muur. In die periode zijn nieuwe eikenhouten wanden gemaakt met verschillende deuren aan de achterkant van het orgel en werd de kast in functie van de plaats aangepast.
De twee voetpompen zijn overigens afgeschaft en er is een nieuwe ventilator met windkanaal in westaflex geplaatst evenals een nieuwe gordijnkast. De eerste 4 pijpen Bourdon 16' geplaatst op kleine windlades zijn voorzien van afzonderlijke kleppen gevoed door een conduct afkomstig van de stok van de grote windlade. Een windkanaal in westaflex voedt deze kleine windlades van elk 2 noten.
Naam van de orgelbouwer Gerhart Pels (père)
Ligging van de werkplaats Dorp 73, 2230 Herstel
Naam van de auteur Guy Van Waas
Begindatum Rond 2002
Type werkzaamheden Herstel dat het volgende omvat:
Het uitnemen van de orgelpijpen en het stofvrij maken.
Het stofvrijmaken van de binnenkant van het orgel.
Nazien en regeling van de mechaniek, regeling der veren.
Intoneren en harmonisatie.
Dit alles en kleine herstellingswerken zoals het pijpwerk werden uitgevoerd voor een bedrag van 4.428,60 EUR(=BTW inbegrepen)
Naam van de orgelbouwer Adrien Paulus
Ligging van de werkplaats Luik
Naam van de auteur François Houtart
DOCUMENTATIE
Type Archieven
Beschrijving Bestek ingediend door Adrien Van Bever
Plan van het front in bijlage
Plan in bovenaanzicht
Auteur Adrien Van Bever
Herkomst Archief van de Kerkfabriek
Type Boek
Titel "Dictionnaire des facteurs d’instruments de musique en Wallonie et à Bruxelles du 9e siècle à nos jours"
Auteur Direction Haine Malou et Meeûs Nicolas
Plaats Luik
ISBN 2-87009-250-4
Uitgever Pierre Mardaga
Type Documentatie
Auteur Felix Jean-Pierre
Tijdschrift / Uitgave La Renaissance de l’Orgue
HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT
Historiek Het bestek en het plan van de orgelkast gekoppeld aan de staat van het orgel lichten ons in over de beslissingen die aan de bouw van het orgel voorafgingen. Het...
Werken
Begindatum 1971
Naam van de orgelbouwer Gerhart Pels (père)
Ligging van de werkplaats Dorp 73, 2230 Herstel
Begindatum Rond 2002
Naam van de orgelbouwer Adrien Paulus
Ligging van de werkplaats Luik
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT
Speeltafel
Structuur speeltafel en muziekstaander 
De twee manualen komen uit de orgelkast en worden omkaderd door twee planken die bovenaan hellend zijn en waarop het deksel rust. Opgeklapt dient dit deksel als lessenaar met een neerklapbaar plankje waarop partituren neergezet kunnen worden. Het geheel is in eik.
Aantal klavieren 
2
Omvang van de klavieren 
56 toetsen
Beschrijving van de toetsen 
De toetsen zijn in eik en belegd met ivoor.
Verticale fronten voor het hoofdwerk en hellend voor het positief.
Breedte van de toetsen 
23 mm
Diepte van de toetsen 
135 mm
Breedte van het octaaf 
162 mm
Beschrijving van de boventoetsen 
Eik belegd met ebbenhout.
Halve toontoetsen (boventoetsen).
Diepte van de boventoetsen 
80-85 mm
Beschrijving van de bakstukken of kader 
Recht en in ebbenhout
Omvang van het voetklavier 
27 toetsen
Materialen van het voetklavier 
Recht en plat. De toetsneuzen van de boventoetsen zijn afgerond en recht uitgelijnd.
De toetsen zijn in eik en de boventoetsen zijn belegd met een donkerder houtsoort. De zichtbare lengte van een pedaaltoets is 52 cm.
Registers 
De trekkers met ronde doorsnede staan horizontaal op een rij boven de manualen en de klavierplank.
Ze hebben een zwarte registerknop en een ring in witte porcelein met zwarte belettering voor het Hoofdwerk (links) en rood voor het Reciet (rechts).
Voetsteun 
Een kleine vlakke voetsteun in eik is ingewerkt in het voetklavier
Met de voet bediende organen 
Boven de voetsteun is er een horizontale plank voorzien van groeven onder het toegangspaneel waaruit ijzeren lepels steken.
Van links naar rechts is er de koppeling van het Positief met het Hoofdwerk; het oproepsysteem van Principaal, het Flagelolet en de Trompet van het Hoofdwerk; het afstelsysteem van dezelfde registers; het Tremulant van het Positief en ten slotte de lepel dat iets groter is dan de andere.
Toebehoren 
Links van de klaviatuur is er een ronde kappersspiegel met kompas, rechts een gewone spiegel en lager een schakelaar voor de motor en lampen met twee knoppen. In het gedeelte van de hoofdkast boven de klaviatuur is er een neonbuis en op de muur rechts van de speeltafel zit een gloeilamp voor het voetklavier.
Adresplaat 
Plat op de plank die het tweede manuaal bedekt.
Plank met ebbenhouten kleur ingelegd met koper. Een dunne draad, voorzien van bladwerk aan twee kanten, omringt de tekst in gotische letters :
Médaille d’Or Anvers 1885
A. Van Bever Frères
Laeken les Bruxelles
 
Klavieren en voetklavieren
  • Naam 
    (Hoofdwerk) (I)
    Omvang 
    56 toetsen C-g'''
    Registers 
    Bourdon 16'
    Montre 8'
    Viola di Gamba 8'
    Prestant 4'
    Flûte 4'
    Octavin 2'
    Trompette 8'
    Clairon 4' (muet)
    Koppelingen 
    (I/II)
    Bijzonderheden 
    Geen vermelding van de besturing en naam van de klavieren
  • Naam 
    (Positief) (II)
    Omvang 
    56 toetsen C-g'''
    Registers 
    Salicional 8'
    Bourdon 8'
    Voix céleste 8'
    Flûte octaviante 4'
    Basson 8' (bas)
    Hautbois 8' (dessus à c’#)
    Tremulant 
    Tremulant
  • Naam 
    (Pedaal)
    Omvang 
    27 toetsen C-d'
    Koppelingen 
    Permanent pedaalkoppeling voor het hoofdwerk
 
Tractuur
  • Naam 
    Hoofdwerk
    Noten 
    Mechanisch
    Toetsen 
    Met centrale as
    Traject en beschrijving van de mechaniek 
    De toetsen heffen een kleine houten tuimelaar op die trekt aan een kleine messing schroefdraad verbonden met een winkelhaak en vastgehouden door een schroef. Van de winkelhaak vertrekt een houten abstract vastgehouden door een schroef en die bevestigd is aan een kleine arm vastgemaakt op een rol met aan het eind daarvan een andere kleine haakse arm. Vandaar vertrekt een abstract naar boven en waarin een messing draad bevestigd is die doordringt in de kleppenkast.
    Beschrijving van de registers 
    De trekkers zijn in eik en bevestigd aan een metalen tuimelaar aan de bovenkant waarvan een andere metalen arm scharniert die bevestigd is aan de sleepkop van de sleep
    Zwelkast 
    Het zwelpedaal is een tuimelaar die aan een kleine verticale arm trekt die een winkelhaak in beweging brengt, daarna een horizontale arm, een andere winkelhaak en een verticale arm die omhoog gaat tot aan de bovenkant van de zweldeuren waar er nog een winkelhaak is, een horizontale arm bevestigd aan een houten stuk dat een ander in beweging brengt waarop de zweldeuren zijn bevestigd. De zwelkast werkt gelijktijdig voor de twee manualen.
    Wellenbord 
    De abstractwellen en armen in ijzer, plat onder de windlade, lopen axiaal in eikenhouten pijpenroosters. De kleine assen zijn van messing. Het wellenbord is geïnstalleerd op een eikenhouten structuur die dezelfde is als bij het wellenbord van het Positief. De abstracten van het Hoofdwerk komen echter langs onder uit het wellenbord en de abstractwellen zijn naar onder gekeerd terwijl dit voor het Positief omgekeerd is.

    De oproep en het afstellen van het forte naar het Hoofdwerk (Principaal 4', Octaaf 2' en Trompet 8') worden geactiveerd vanaf twee pedalen die met een tuimelaar werken die trekt aan een verticale arm verbonden met een winkelhaak die trekt aan een lage abstract, daarna een winkelhaak, een verticale abstract en ten slotte een horizontale abstractwel met vier armen. Twee zijn verbonden met de abstractwellen en drie zijn vrij en steunen in de ene of andere zin op de sleepkoppen van de slepen die met dat doel verlengd zijn.
  • Naam 
    Positief
    Noten 
    Mechanisch
    Toetsen 
    Met centrale as
    Traject en beschrijving van de mechaniek 
    De toets fungeert als tuimelaar en heft een kleine messing schroefdraad waarop twee moeren zitten waartussen de koppeltuimelaar geklemd is. De bovenkant van de schroefdraad zit vast in een houten steker die wordt opgeheven en een winkelhaak in beweging brengt met de kop naar beneden. Van deze winkelhaak vertrekt een abstract naar het wellenbord met een vergelijkbaar parcours als bij het Hoofdwerk maar omgekeerd. De draad die in de windlade doordringt is echter direct bevestigd aan een schroefdraad die zelf bevestigd is aan de arm van het wellenbord door twee lederen moeren. De kleine ring aan het uiteinde van de schroefdraad heeft een klein omhulsel in draad.
    Bijzonderheden : de Tremulant wordt in beweging gezet door een opeenvolging van zeven elementen : het pedaal als tuimelaar, een verticale houten arm, een grote metalen winkelhaak, een lange en redelijke dikke abstract, een wellenrol met twee armen, een andere verticale en ten slotte een kleine haakse arm vastgelast aan de as die doordringt in de kast en die de klep openzet.Is slecht ingesteld.
  • Naam 
    Pedaal
    Noten 
    Mechanisch
    Toetsen 
    De pedaaltoetsen vormen een staartklavier door middel van een schroef. Aan de voorkant is er een metalen draad die dienst doet als veer en die zich inplant onder de pedaaltoets, die gevorkt is aan het andere uiteinde.
    Traject en beschrijving van de mechaniek 
    De pedaaltoets trekt aan een abstract die omhooggaat naar het wellenbord dat zich verticaal vlak achter de wand van de speeltafel bevindt. Van het wellenbord vertrekt een andere abstract die trekt aan een tuimelaar. Deze heft een steker op die de tweede tuimelaar van het mechaniek van het Hoofdwerk opheft.
    Wellenbord 
    Op dezelfde manier vervaardigd als de andere
 
Windladen
  • Type 
    Mechanisch
    Inplanting 
    Eén grote windlade voor de twee manualen, in de breedte geplaatst ten opzichte van het front
  • Naam van het klavier 
    Hoofdwerk
    Aard 
    De windlade, klassiek van ontwerp met dammen en slepen, is in eik evenals de vastgeschroefde pijpstokken en de pijproosters. Alle conducten zijn van lood.
    Opstelling van de pijpen 
    Diatonisch en in V
    Beschrijving van de pijpstok 
    Vanaf het front : Klaroen 4', Trompet 8', Bourdon 16', Prestant 8', Principiaal 4', Flageolet 2', Fluit 4', Viola di Gamba 8'.
    Bijzonderheden 
    Volgens de plaatsing van de registers op de speeltafel
  • Naam van het klavier 
    Positief
    Aard 
    Zoals bij het Hoofdwerk. De kleppenkast is aan de achterkant, gesloten met uitspringende tappen bevestigd met gevezen haken.
    De ventielen zijn staartkleppen en bezitten een messing geleider die vooraan voorzien is van een moer in leer om te verhinderen dat het ventiel loskomt. In het midden van het ventiel is het verankeringspunt van de veer in messing die daarna bevestigd is in een houten kam op de bodem van de kleppenkast. De kleppenkast is bekleed met blauw papier.
    Aan elk ventiel is een haakje bevestigd dat tot een ring geplooid is waaraan een draad in messing vastzit die het blauwe papier doorboort en zonder pulpeet de windlade verlaat.
    De windlade is voorzien van eikenhouten slepen.
    Opstelling van de pijpen 
    Diatonisch en in V
    Beschrijving van de pijpstok 
    Salicional 8', Bourdon 8', Voix Céleste 8', Flûte octaviante 4', Basson en Hautbois 8’
 
Pijpwerk
  • Naam 
    Hoofdwerk
    Beschrijving 
    KLAROEN 4' niet geplaatst.
    TROMPET 8'. Pijpen in tin met de 12 laatste bekers van hoger formaat. De 2 x 6 eerste hebben een stemkrul bovenaan en de 2 x 15 eerste pijpen hebben een kleine koperen kegel waarin de beker gevat is. De tongen zijn gehamerd.
    BOURDON 16'. De 2 x 2 eerste pijpen zijn van hout en verbonden vooraan rechts en links met de windlade, daarna 2 x 4 houten pijpen geposteerd aan de zijkanten vooraan rechts en links waarvan de grootste bovenaan gekropt zijn. Daarna zijn er 2 x 6 houten pijpen gemeenschappelijk met de Bourdon 8', 2 x 3 pijpen van hout geposteerd op een speeltafel die hoger staat dan de registers, gevolgd door 2 x 13 pijpen in tin met hoed en zijbaarden op de windlade.
    PRESTANT 8'. 2 x 6 geposteerde pijpen vooraan aan de zijkanten van de windlade (drie monden naar buiten en drie naar binnen), daarna in tin op de windlade met stemkrul en zijbaarden behalve voor de 2 x 10 laatste.
    PRINCIPAAL 4'. De eerste twee pijpen zijn geposteerd op de stok van de Prestant, 9 pijpen rechts en 10 links met stemkrul, daarna 17 rechts en 16 links op toonhoogte gesneden.
    FLAGEOLET 2'. Er zijn 2 x 28 pijpen in tin waarvan de 2 x 6 eerste met zijbaarden, de 2 x 8 eerste met stemkrul en de andere op toonhoogte gesneden.
    FLUIT 4'. Aan de linker- en rechterrand van de windlade zijn er 2 x 3 houten pijpen, daarna 2 x 22 pijpen in tin met hoed en zijbaarden en ten slotte 2 x 6 konische pijpen in tin en op toonhoogte gesneden.
    VIOLA DI GAMBA 8'. De 2 x 3 grootste pijpen zijn geposteerd op de zijkanten van de windlade vlak achter de Bourdon 8'. Ze zijn van hout, hebben een snijbaard voor de mond en een regelkraantje in de voet. De drie rechterpijpen zijn gekropt bovenaan, wat waarschijnlijk nodig was in de oude kerk maar niet hier. Daarna zijn er 2 x 3 pijpen van dezelfde makelij op de windlade. Op de windlades zijn er 2 x 22 pijpen in tin met snijbaard behalve voor de 2 x 5 laatste die allemaal een stemkrul hebben.
  • Naam 
    Positief
    Beschrijving 
    SALICIONAAL 8'. De 16 eerste noten van het Salicionaal zijn gemeenschappelijk met de Viola di gamba die geïnstalleerd is op de aanpalende pijpstok. Daarna zijn er 2 x 20 pijpen in tin van e/f tot f’’#/g’’ : 2 x 6 met snijbaard, 2 x 6 met zijbaarden, 2 x 8 zonder snijbaarden en alle met stemkrul.
    BOURDON 8'. 2 x 9 houten pijpen geposteerd op de linker en rechterkanten achteraan op de windlade, tegenover de wand. De 12 grootste pijpen hebben een regelkraantje in de voet. De 19 x 2 andere zijn in tin, op de windlade met zijbaarden en hoeden afgesloten met blauw papier.
    VOX CAELESTIS 8'. 44 pijpen in tin met snijbaard voor de monden behalve voor de 12 laatste. Stemkrullen.
    DWARSFLUIT 4'. Open pijpen met stemkrul en zijbaarden, behalve voor de 26 laatste en regelmatige kernprikken. De 2 x 16 discante pijpen, hoger, zijn "harmonisch" en bezitten daarvoor op halve hoogte een rij gaatjes over heel de omtrek van de pijp.
    FAGOT 8'. 13 pijpen links en 12 rechts met konische beker in tin met stemkrul. Kleine koperen kegel aan de voet van de beker en de voet in tin. Tongen met geschaafd uiteinde.
    HOBO 8'(suite du Basson). 16 pijpen rechts en 15 pijpen links. Verwijde beker, kleine koperen kegel om de bekers vast te zetten. De tongen zijn gehamerd. De tweede pijp rechts bezit een recente stemkrul.
 
Windvoorziening
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Magazijnbalg
    Beschrijving 
    Grote parallelbalg met twee plooien die zich onder de windlade en in de breedte ten opzichte van het front bevindt. Er zijn vier parallellogrammen in metaal bevestigd op de lange zijden van de magazijnbalg.
    Lengte 
    229 cm
    Breedte 
    107,5 cm
    Aantal en type gewichten 
    Deux grosses pierres bleues taillées (pinacles de poteau) et deux plus petites
    Aantal en type gewichten 
    Twee grote arduinstenen (pinakels van palen) en twee kleinere
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Schepbalg
    Beschrijving 
    Voetbediening.
    Twee schepbalgen, afgesloten en vastgemaakt in gesloten positie, onder de hoofdmagazijnbalg geplaatst.
    Lengte 
    107,5 cm
    Breedte 
    85 cm
 
Tremolos
  • Naam 
    Positief
    Type 
    In de kast wordt een groot schuin ventiel tegengehouden door een touwtje dat, wanneer de Tremulant wordt ingeschakeld, het ventiel loslaat dat dan de windinlaat bedekt. Het ventiel is voorzien van een klein tegengewicht in lood gemonteerd op een veerplaatje en maakt een heen- en weer- gaande beweging.
    Plaats 
    Op het windkanaal van het Positief
 
Windkanalen
  • Naam 
    Hoofdwerk
    Beschrijving 
    Een windkanaal komt van onder de balg links en gaat naar boven naar de kleppenkast van het Hoofdwerk
    Materialen 
    Hout bekleed met blauw papier, alle sleepstuiten bekleed met schaapsvel
    Afmetingen 
    22,5 x 11 cm
  • Naam 
    Positief
    Beschrijving 
    Een windkanaal komt van onder de balg links en gaat omhoog naar de kleppenkast van het Positief. Dit kanaal is vergelijkbaar met dat van het Hoofdwerk.
    Afmetingen 
    20,5 x 8,5 cm
 
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT
Speeltafel Klavier(en) en voetklavier(en) : 3
Klavier(en) en voetklavier(en) (Hoofdwerk) (I), (Positief) (II), (Pedaal)
Tractuur
Hoofdwerk Mechanisch
Positief Mechanisch
Pedaal Mechanisch
Het gebouw
Sint-Martinuskerk

Sint-Martinuskerk

Adres : Koningin Fabiolaplein
1083 Ganshoren
Bouwstijl : Modern
Bouw : 1970
Bouwperiode : 20ste
Bouwstijl : Modern