Romantisch galerijorgel (Goll & Cie, 1906)

Kloosters van de Paters van het Heilige Sacrament

Speeltafel  / Romantisch galerijorgel (Goll & Cie, 1906) - Kloosters van de Paters van het Heilige Sacrament
Architectuur, plaats, inplanting  / Romantisch galerijorgel (Goll & Cie, 1906) - Kloosters van de Paters van het Heilige Sacrament
 Klik op een foto om te vergroten
HET INSTRUMENT
Orgelkast - bouwdatum 1906
Orgelkast - plaats Op de galerij
Beschrijving van de orgelkast Het orgel bevindt zich onder een spitsbooggewelf en zit verborgen achter witgeschilderde grenenhouten luiken waarin zweldeuren zijn aangebracht. Er is een onderkas van gelakt grenenhout.
Speeltafel - stijl Romantisch
Speeltafel - beschrijving Eikenhouten meubel in omgekeerde plaatsing met twee wanden aan de zijkant, twee schuine en één aan de voorkant. Links en rechts van het voetklavier bevinden zich afgeronde panelen. Het achterste vlak is bovenaan driehoekig, volgt de vorm van de schikking binnenin en rust op een blad, dat zelf wordt ondersteund door een smaller paneel met een gesculpteerde voluut. Een wasdoek dient als afdekking voor de manualen. Onder de manualen bevindt zich een schuin aflopend luik afgesloten met een slot en de vijf wanden vooraan bestaan uit vastgeschroefde panelen. De bovenste wand is eveneens vastgeschroefd.
Onderhoud - bijzonderheden Geen meer sinds de voorbije 10 tot 15 jaar
Combinatieschakelaar - type en plaats Pneumatisch, zoals alle bedieningen van de registers en de toetsen
Crescendo De "rollschweller" werkt pneumatisch en progressief op de registermechaniek
Stemming Diapason 440 Hz
Temperatuur Gelijkzwevend
Akoestiek 3 seconden
Orgelbouwer(s) Friedrich Goll & Cie
HET INSTRUMENT
Speeltafel - stijl Romantisch
Orgelbouwer(s) Friedrich Goll & Cie
HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT
Historiek Pater Adolphe Locher, de organist-titularis, nam het initiatief om het orgel te kopen op de Tentoonstelling van 1906 in het Jubelparkpaleis. Hij had veel aandacht voor de kwaliteit van de muziek, meer bepaald tijdens het lof, waarvan hij vond dat het aan muziek ontbrak. Samen met andere componisten realiseerde hij een werk getiteld "Laudes", waarin men motetten kon vinden voor het begin of het einde van het lof. De kerk van het Heilige Sacrament had een "schola" waarmee hij regelmatig samenwerkte.
Het orgel werd gewijd en ingehuldigd op maandag 29 oktober 1906 door E. H. Adolphe Locher en Alphonse Mailly, eerste organist van de Koning. Op het programma stonden werken van Stehlé, Byrd, Haendel, Goltermann, Bach, Franck, Schumann, Salomé, Mailly, enz.

In 1939 vierde het klooster de vijftigste verjaardag van zijn bestaan in Brussel. Waarschijnlijk werden voor deze gelegenheid gedeeltelijke restauratiewerken uitgevoerd, maar werd ook het solomanuaal verplaatst van vooraan in de kerk naar het interieur van het orgel. Vond deze verandering plaats op initiatief van de Pater Jean-Marie Plum, organist en componist van het klooster van de Paters van de Servieten van Maria aan de Washingtonstraat in Elsene? Het was zeker hij die het orgel bespeelde tijdens de ceremonie op 19 september 1939.

Op een kleine verandering rond 1975 na, bleef het instrument intact tot in 1992 en was het een uniek voorbeeld in Brussel van een fabricage van Zwitserse orgels die vandaag hoog gewaardeerd wordt in dat land. Vandaag ontbreekt een belangrijk aantal pijpen aan het instrument. Het lijkt erop dat na de plaatsing van het vals plafond in de kerk de organisten niet langers geïnteresseerd waren in het instrument.

De dynastie van de orgelbouwers Goll werd gesticht door Joann Andreas Goll, geboren rond 1750 en gestorven in 1820, die zijn atelier had in Kirchheim aan de Tech in Würtemberg. De klankkleur van zijn orgels was in nauw verband met die van Gottfried Silbermann.

De verhuizing van de ateliers naar Luzern dateert uit 1868, wanneer Friedrich Goll (geboren in 1839 en gestorven in 1911) de leiding van de firma overneemt na een opleiding van twee jaar bij Merklin in Parijs en een reis naar Engeland. Het orgel van het Heilige Sacrament is zijn opus 287 en vanaf 1894 bouwt hij systematisch een pneumatisch regeerwerk in. Daarna interesseert hij zich al vlug voor de elektrische aandrijving.

In 1909 staat het atelier onder leiding van Paul Goll, die in 1927 een aandelenvennootschap stichtte. In 1973 nemen Beat Grenacher en Jacob Schmidt de leiding van het bedrijf over.
WERKEN
Begindatum 1992
Type werkzaamheden 865 pijpen werden verwijderd, hoofdzakelijk in de drie hoogste manualen terwijl het instrument voordien vrijwel intact was. Aan het Hoofdwerk werd ook een rang van de Mixtuur van de pijpen van de hoge noten afgenomen. Enkele van deze pijpen zijn, vaak verspreid, opgenomen in het koororgel Van de Loo, geëlektrifieerd en aangepast, de andere zijn verdwenen.
Naam van de orgelbouwer Romy Casteels
Ligging van de werkplaats Duffel
Begindatum 1939
Bijzonderheden Op aanbeveling van Pater Jean-Marie Plum (volgens Jean-Pierre Félix en Pater Quintin)
Type werkzaamheden Gedeeltelijke restauratie van het orgel en verplaatsing van het vierde manuaal, Solo genaamd, van het kleine oratorium rechts boven het koor naar het interieur van het Hoofdwerk, in een kleine holte, rechts aan de grond
Naam van de orgelbouwer Inconnu
Begindatum ca 1975
Type werkzaamheden Verbouwing van de Gamba 8' van het hoofdwerk in Doublette 2'
Naam van de orgelbouwer Emile Dresse
Ligging van de werkplaats Saint-Denis-Bovesse
DOCUMENTATIE
Type Boek
Titel "Inventaire des orgues de Bruxelles - Bruxelles-Ville"
Auteur FELIX Jean-Pierre
Plaats Brussel
Uitgever FELIX Jean-Pierre
Type Orale bron
Auteur Père Quintin
Type Orale bron
Auteur Père Evrard Etienne
HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT
Historiek Pater Adolphe Locher, de organist-titularis, nam het initiatief om het orgel te kopen op de Tentoonstelling van 1906 in het Jubelparkpaleis. Hij had veel aandacht...
Werken
Begindatum 1992
Naam van de orgelbouwer Romy Casteels
Ligging van de werkplaats Duffel
Begindatum 1939
Naam van de orgelbouwer Inconnu
Begindatum ca 1975
Naam van de orgelbouwer Emile Dresse
Ligging van de werkplaats Saint-Denis-Bovesse
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT
Speeltafel
Structuur speeltafel en muziekstaander 
Grote halfronde speeltafel met mahoniehouten binnenwerk. De registratuur is ingericht volgens afgeronde terrassen. De eikenhouten standaard wordt ondersteund door twee metalen plaatjes die vastziten in de bovenste plank van de speeltafel.
Aantal klavieren 
4
Omvang van de klavieren 
56 toetsen
Beschrijving van de toetsen 
Grenenhout bedekt met ivoor, met inbegrip van het fronton, dat een half-accoladevormig profiel heeft. Het bovenste toetsbeleg steekt lichtjes uit over de toets en is afgerond.
Breedte van de toetsen 
22 mm
Diepte van de toetsen 
I : 140 mm, II : 134 mm, III : 129 mm ; IV : 119 mm
Breedte van het octaaf 
160 mm
Beschrijving van de boventoetsen 
Ebbenhout met schuin front
Diepte van de boventoetsen 
I : 83-88 mm, II : 73-79 mm, III : 67-73 mm & IV : 65-71 mm
Beschrijving van de bakstukken of kader 
Zwartgekleurd hout met afgeschuinde en afgeronde hoek; verhoging vanaf het midden.
Omvang van het voetklavier 
30 toetsen
Materialen van het voetklavier 
Recht en vlak. De pedaaltoetsen zijn gemaakt van met cederhout gefineerd eikenhout en de boventoetsen zijn gefineerd met palissander. Hun voorzijde is recht en vlak.
Registers 
De registers, geplaatst in een cirkelboog met drie niveaus, hebben zeer korte registertrekkers en een ebbenhouten registerknop die voorzien is van een met ivoor ingelegde punt. De Echobasse 16' ontbreekt. Deze registers moeten worden opgehangen met een insnijding in de trekker om in geopende positie te blijven. Op de afgeschuinde hoek van het terras zijn porseleinen dichtingsringen die de registers en de de koppelingen aanduiden. Hun achterzijde heeft verschillende kleuren: wit aan het hoofdwerk, roze aan het Positif, blauw aan het Récit, geel aan de Solo en geel aan het Pédale.
Koppelingen 
Registerbediening
Combinaties 
Er zijn twee combinaties: de registers van de eerste vanaf een rij ivoren registerwippers, boven de derde rij registers en aan weerskanten van de speeltafel. Deze registerwippers sluiten aan op een kleine porseleinen dichtingsring in dezelfde kleur en hebben dezelfde namen als de registers en koppelingen. Boven elke registerwipper bevindt zich nog een klein register, van dezelfde soort als de andere maar twee keer kleiner. Het wordt gebruikt voor de tweede combinatie. Onder het manuaal I bevinden zich tien witte drukknoppen met een porseleinen dichtingsring onder elk van hen op het blad van de speeltafel. Op de uiteinden is A. (Annulateur) aangeduid, daarna, tussen deze twee drukknoppen, vindt men van links naar rechts:
Combinaison libre II / A. / P. / MF. / F. / FF. / TT. / Combinaison libre I.
De oplossers werken in op alle andere knoppen.
Boven manuaal IV bevinden zich op de verticale lat tien identieke, kleine registers, die geen twee porseleinen uiteinden hebben. De anderen lezen van links naar rechts:
Accouplement à mélodie / Elimination Voix humaine 8’ IV. Cl. / Elimination Hautbois 8’ III. Cl. / Elimination Trompette harm. 8’ I. Cl. / Trompette harmonique Elimination II. Cl. / Elimination Clarinette 8’ II. Cl. / Elimination Trompette 8’ Ped / Elimination Bombarde 16’ Ped.
Voetsteun 
De hoek van de vlakke, eikenhouten voetplank is bedekt met een koperen lat
Met de voet bediende organen 
Er zijn vijf grote houten balanstreden, twee links en drie rechts. Daarboven een klein geschroefd plaatje met vergulde inzet. Van links naar rechts leest men: Rollschweller. / Boîte à Récit IV / Boîte à Récit I. / Boîte à Récit II. / Boîte à Récit III
Toebehoren 
Tussen de tien kleine registers boven het manuaal IV is er een barst in het hout voorzien van een schuifknop die voor een koperen plaatje schuift waarop streepjes en cijfers van 0 tot 35 staan (algemeen crescendo).
Onder het blad verlichten twee gloeilampen het voetklavier en op de achterkant rechts van de speeltafel bevindt zich een schakelaar om ze aan te steken. Daartegenover, aan de linkerkant, bevindt zich de schakelaar van de windmotor.
Adresplaat 
Tussen de manualen III en IV, op het zwartgekleurde plankje, bevindt zich een plaat geslepen zwart spiegelglas die achteraan met letters bedrukt is en ingelijst in goud op een zwarte ondergrond. Men kan lezen: Goll & Cie Orgelbaugeschäft 1906. Luzern. Op. 287.
 
Klavieren en voetklavieren
  • Naam 
    I (Hoofdwerk)
    Omvang 
    56 toetsen C-g'''
    Registers 
    Bourdon 16’
    Montre 8’
    Bourdon 8’
    Gamba 8’ (recoupée en Doublette 2')
    Flauto dolce 8’
    Flûte à cheminée 4’
    Prestant 4’
    Fourniture 2'2/3 (5 rangs)
    Trompette harmonique 8’
    Koppelingen 
    Copule II-I
    Copule III.z.I.
    Copule d’octave en haut II-I
    Copule d’octave d’en bas II-I
    Accouplement collectif
    Accouplement à Mélodie (*)

    (*) : koppeling werkt enkel op de hoge noot van elk akkoord of polyfonie
  • Naam 
    II (Zwelpositief)
    Omvang 
    56 toetsen C-g'''
    Registers 
    II.M. Bourdon 16’
    Geigen-Principal 8’
    Flûte aimable 8’
    Salicional 8’
    Clarinette 8’
    Flûte traversière 4’
    Cornettino 2'2/3
    Trompette harmonique
    Koppelingen 
    Copule III-II
    Copule d’octave d’en haut III-II
    Copule d’octave d’en bas III-II
  • Naam 
    III (Zwelwerk)
    Omvang 
    56 toetsen C-g'''
    Registers 
    Liebl. Gedecht 16’
    Viola 8’
    Liebl. Bourdon 8’
    Eoline 8’
    Voix céleste 8’
    Flûte d’écho 4’
    Hautbois 8’
    Koppelingen 
    Copule d’octave en bas au III.Cl.
    Copule d’octave en haut au III.Cl.
    Tremulant 
    Tremulant III
  • Naam 
    Solo
    Omvang 
    56 toetsen C-g'''
    Registers 
    Vox angelica 8’
    Flûte concert 8’
    Bourdon 8’
    Voix humaine 8’
    Tremulant 
    Tremulant IV
  • Naam 
    Pedaal
    Omvang 
    30 toetsen C-f'
    Registers 
    Violonbasse 16’
    Soubasse 16’
    Echobasse 16’ (III)
    Octavebasse 8’
    Cello 8’
    Dolcebasse 8’ (III)
    Bombard 16’
    Trompette 8’ (I)
    Koppelingen 
    Copule du I. Cl. au Ped
    Copule du II. Cl. au Ped
    Copule du III. Cl. au Ped
    Copule du IV. Cl. au Ped
 
Tractuur
  • Naam 
    I, II, III, IV en Pedaal
    Noten 
    Pneumatisch
    Toetsen 
    De tuimeltoetsen drukken op een klein ventiel, geplaatst in een kast per manuaal
    Traject en beschrijving van de mechaniek 
    Vanuit de eerste kast vertrekken loden buizen die aansluiten op een vervoerplank onder elke windlade. Op deze plaats is er een klein membraan dat uitzet en een ventiel per noot optilt, en waarvan de kop in de windlade dringt
    Beschrijving van de registers 
    Pneumatisch, de registratuur werkt volgens hetzelfde principe als de noten
    Zwelkast 
    De hoofdkast (Recietkast I, in het front) is ontkoppeld evenals de Recietkast IV. De kasten I en II werken mechanisch met verschillende winkelhaken en houten stootlijsten. De kasten III en IV werken met een pneumatische motor, geplaatst in een grenenhouten kast, en bestaan uit vijf balgen die zich achtereenvolgens openen en ook de stang van de jaloezieën bedienen.
 
Windladen
  • Type 
    Pneumatische windladen met onderdruk
    Opstelling van de pijpen 
    Vanaf het front naar achter: hoofdwerk daarna, na een stempad, opent het Positif zich door middel van jaloezieën aan de voorkant en aan de rug opent het Récit zich door jaloezieën aan de zijkanten. Aan de linkerkant van deze windladen, een windladen voor twee registers van 8' van Pedaal en aan de rechterkant een windlade voor de Soubasse. Onderaan het orgel, geplaatst op de grond, een windlade voor twee registers Pédale van 16'.
    Het manuaal IV bevindt zich onder en naast de Soubasse 16' op hetzelfde niveau als de twee registers van 16' van Pedaal.
  • Inplanting 
    Klavieren I, II en III en Pedaal, parallel meet het front. Klavier IV bevind zich rechts en loodrecht met de andere windladen.
    Aard 
    De windladen zijn van gelakt grenenhout met opening en toegang tot de kleine balgen via de vastgeschroefde onderkant. Eenmaal open ziet men hier dat zich onder elke pijp een klein buisje bevindt dat afgesloten is door de kleine balg.
    In het Positif is een klein deel verhoogd voor het register van Cornettino met drie rijen. De stokken en de valse windladen van de Solo werden waarschijnlijk aangepast wanneer de pijpen niet pasten in de te lage ruimten.
    Opstelling van de pijpen 
    Diatonisch voor de manualen en de registers Pédale geplaatst aan de achterzijde van het orgel. De twee andere windladen Pédale zijn chromatisch.
    Beschrijving van de pijpstok 
    Zie de beschrijving van de registers
 
Pijpwerk
  • Naam 
    I (Hoofdwerk)
    Bijzonderheden 
    Diatonische dispositie met rechts C en links C#, de grote pijpen aan de zijkanten en de kleine in het midden. Het geheel van het labiaalpijpwerk kenmerkt zich door het vooruitstekende ontwerp van de onder- en bovenlippen zowel bij de zinken pijpen als bij de tinnen. Het bovenontwerp kan afgerond zijn of in spitsboogvorm. Enkele stemmen, hier genoteerd als "andere bouw" zijn lippen gemaakt van het eenvoudig afgeplatte metaal van de cilinder, maar zijn ook origineel.
    Beschrijving 
    Van voor naar achter:
    MONTRE 8' (56 pijpen). 2 x 4 zinken pijpen met stemrol en zijbaarden. Vervolgens 2 x 24 tinnen pijpen met zijbaarden en stemrol. Ten slotte 2 x 10 pijpen met stemrol.
    FLAUTO DOLCE 8' (56 pijpen). 2 x 18 grenenhouten pijpen met verschuifbare stemklep, vervolgens 2 x 10 tinnen pijpen met stemrol.
    GAMBA 8' (36 pijpen) eigenlijk PRINCIPAL 2'. 2 x 18 tinnen pijpen met zijbaarden en stemrol, vervolgens 2 x 10 lege plaatsen.
    BOURDON 16' (56 pijpen). 2 x 18 grenenhouten pijpen met deksel en eikenhouten onderlabium, vervolgens 2 x 10 tinnen pijpen met hoed en zijbaarden.
    BOURDON 8' (56 pijpen). 2 x 12 pijpen identiek aan Bourdon 16', vervolgens 2 x 16 tinnen pijpen met hoed en zijbaarden.
    FLÛTE A CHEMINEE 4' (56 pijpen). 2 x 16 tinnen pijpen met schoorsteenhoed en zijbaarden, vervolgens 2 x 12 conische pijpen met stemrol.
    PRESTANT 4' (44 pijpen). 2 x 12 tinnen pijpen met zijbaarden en stemrol, 2 x 22 tinnen pijpen met stemrol en 2 x 6 lege plaatsen.
    FOURNITURE 2'2/3 (5 rijen). Hersteld aan c (4') en c' (5'2/3). Nog vier rijen, de Fourniture mist een rij in elk deel; na C volgt de rij 3 (1'1/3), na c rij 4 (2'), vervolgens na c' rij 3 (2'2/3). Het pijpwerk is van tin en voorzien van stemrollen. De vier bestaande rijen missen hun 27 en 26 discantpijpen. Totaal aantal lege plaatsen: 109.
    TROMPETTE HARMONIQUE 8' (56 pijpen). 2 x 6 zinken bekers met stemrol, daarna tinnen bekers met stemrol, waarvan de 2 x 10 laatste bekers met een hogere mensuur. De 2 x 12 eerste bekers passen precies in een kleine koperen kegel die zelf in de kern geplaatst is. De voeten zijn van tin, de kernen van lood en de tongen van gehamerd metaal. Verscheidene kleine bekers zijn verzakt ofzelfs gebroken.
  • Naam 
    II (Zwelpositief)
    Bijzonderheden 
    Diatonische dispositie zoals bij het Hoofdwerk, maar voor 2 x 34 pijpen ofwel 68 toetsen
    Beschrijving 
    BOURDON 16' (12 pijpen). De twee eerste pijpen zijn rug-aan-rug geplaatst in het midden van de windlade, vervolgens zijn er 2 x 5 grenenhouten pijpen met onderlabium in eik. Daarna 2 x 28 lege plaatsen.
    GEIGEN-PRINCIPAL 8' (51 pijpen). 2 x 4 zinken pijpen op de windlade, daarna links 21 en rechts 22 tinnen pijpen met stemrol en zijbaarden, behalve bij de laatste 7 links en de laatste 8 rechts. Vervolgens zijn er links 9 lege plaatsen en rechts 8.
    SALICIONAL 8' (53 pijpen). Tinnen pijpen met kastbaard, daarna 7 links en 8 rechts met zijbaarden en 8 links en 9 rechts zonder zijbaarden. Vervolgens links 9 en rechts 7 lege plaatsen.
    FLÛTE AIMABLE 8' (68 pijpen). 2 x 18 grenenhouten pijpen met loden stemklep, vervolgens 2 x 16 tinnen pijpen voorzien van stemrol.
    FLÛTE TRAVERSIERE 4' (51 pijpen). 2 x 12 tinnen pijpen met zijbaarden en stemrol. Daarna links 13 en rechts 14 pijpen met stemrol en 1 gaatje halverwege het corpus. Vervolgens links 9 en rechts 8 lege plaatsen.
    CLARINETTE 8' (31 pijpen). Deze pijpen zijn nu neergelegd in een balgbak dichtbij de Pédale en het grote magazijn. Er zijn 31 pijpen met kleine mensuur. De bekers met stemrol en de voeten zijn van tin, de kernen van lood, de kelen hebben een vlak uiteinde en de tongen zijn doorslaand. Er ontbreken 37 pijpen.
    TROMPETTE HARMONIQUE 8'. 68 lege plaatsen.
    CORNETTINO 2'2/3 (3 rijen). 3 x 68 lege plaatsen.
  • Naam 
    III (Zwelwerk)
    Bijzonderheden 
    Diatonische dispositie C rechts en C# links met 2 x 34 pijpen, ofwel 68 noten, waarvan de grootste zich in het midden bevinden en de kleinsten aan de zijkanten
    Beschrijving 
    LIEBL.GEDECHT 16’ (68 pijpen). 2 x 18 grenenhouten pijpen met stemstop en houten zijbaarden voor de 2 x 6 eerste. Vervolgens 2 x 16 tinnen pijpen met hoed en zijbaarden.
    EOLINE 8’ (28 pijpen aan c). In sommige pijpen staat "Æoline" gegraveerd maar, zonder te kunnen verifiëren met het manuaal en gezien het begin bij ut is het denkbaar dat het gaat om het register Voix céleste 8’. 2 x 14 tinnen pijpen met snijbaard en stemrol, daarna 2 x 14 lege plaatsen.
    VIOLA 8’ (42 pijpen). 2 x 4 zinken pijpen met frein en stemrol, daarna 2 x 17 tinnen pijpen met snijbaard en stemrol, vervolgens 2 x 13 lege plaatsen.
    VOIX CELESTE 8’ (42 pijpen). 2 x 4 zinken pijpen met frein en stemrol, daarna 2 x 16 zinken pijpen met snijbaard en stemrol, vervolgens 2 x 14 lege plaatsen.
    LIEBL. BOURDON 8’ (44 pijpen). 2 x 6 grenenhouten pijpen met stemstop, daarna 2 x 16 tinnen pijpen met zijbaarden en stemhoed. 2 x 12 lege plaatsen.
    FLÛTE D'ECHO 4’. 68 lege plaatsen.
    BASSON-HAUTBOIS 8’. 68 lege plaatsen.
  • Naam 
    IV (Solo, verre afstand)
    Beschrijving 
    Diatonische dispositie met de grote pijpen in het midden en dan dalend naar de zijkanten toe. Beschrijving van de rechtermuur naar het midden van het orgel. Verschillende pijpen van Bourdon en Flûte zijn omgebogen om geplaatst te kunnen zijn geworden onder de boog die zich in de muur bevindt.
    FLÛTE CONCERT 8’ (23 pijpen). 2 x 6 lege plaatsen vervoerd op de volgende koorstok. Vervolgens 11 en 12 grenenhouten pijpen met houten stemklep en onderlabium in eik voorzien van een loden plaatje. Daarna 11 en 10 lege plaatsen. 2 x 22 lege plaatsen aan de linkerkant en rechts de vervoeringen van de Flûte concert.
    BOURDON 8’ (21 pijpen). 3 en 4 lege plaatsen in het midden, waarvan 4 houten pijpen afgenomen nabij de balg. Vervolgens 9 en 8 grenenhouten pijpen met stemstop en eiken onderlip. Daarna 2 x 16 lege plaatsen.
    VOIX HUMAINE 8’. 56 lege plaatsen.
    VOX ANGELICA 8’ (8 pijpen). 8 zinken pijpen met snijbaard en stemrol neergelegd in de hoek tegenover de achterkant van het orgel. 48 lege plaatsen.
    Heeft dit register de plaats ingenomen van de Voix humaine tijdens de verplaatsing van deze windlade naar het interieur van het orgel? Dat zou de adaptatie van de valse windladen verklaren.
  • Naam 
    Pedaal
    Beschrijving 
    Achteraan het orgel, van achter naar voor en in diatonische dispositie, met de grote pijpen in het midden:
    VIOLONBASSE 16’ (30 pijpen). 2 x 15 zinken pijpen met snijbaard en tinnen lippen.
    BOMBARD(E) 16’ (30 pijpen). 2 x 15 pijpen met zinken beker ingepast in een kleine ijzeren kegel. De voeten zijn van tin, de kernen van lood en de tongen van gedreven metaal. Langs de rechterkant van de windladen I, II en III in chromatische dispositie van voor naar achter.
    SOUSBASSE 16’ (30 pijpen). 5 pijpen van achter naar voor, daarna 3 pijpen van voor naar achter, vervolgens 5 en 7 pijpen na het stempad en op een tweede rij 10 pijpen, allemaal in grenenhout met stemstop. Langs de linkerkant van de windladen I, II en III in chromatische opstelling van voor naar achter, met vijf pijpen voor het stempad en daarna 15 erachter.
    OCTAVEBASSE 8’ (30 pijpen aan de kant van de muur). 5 en 15 zinken pijpen voorzien van een stemrol en snijbaard en met een tinnen voet.
    CELLO 8’ (30 pijpen aan de kant van het orgel). 5 en 15 zinken pijpen met zijbaarden, stemrollen en tinnen lippen.
 
Windvoorziening
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Magazijnbalg
    Beschrijving 
    Een grote balg van grenenhout en leer met magazijn (21 cm hoog). Een uitspringende en een inspringende vouw.
    Plaatsing: op vloerniveau, onder de windladen van het Positief en het Reciet.
    Lengte 
    370 cm
    Breedte 
    190 cm
    Aantal en type gewichten 
    Treize grandes pièces en fonte, quinze petites pièces en fonte et environ cinquante-cinq dalles « tertre »
    Aantal en type gewichten 
    Dertien grote delen van gietijzer, vijftien kleine delen van gietijzer en ongeveer vijfenvijftig "tertre" platen
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Schepbalg
    Beschrijving 
    Drie wigvormige manuele schepbalgen zijn geplaatst onder de grote magazijnbalg en verbonden door stalen trekkers aan een as van een zwengelboor, die uitkomen op de kleine inkomsluis tussen de trap en de galerij, in het linkerdeel van het orgel. Hier bevindt zich een grote stalen kruk voorzien van een eikenhouten greep.
    Lengte 
    190 cm
    Breedte 
    115 cm
 
Tremolos
  • Naam 
    III (Reciet)
    Type 
    Kast met pijpventiel aan de binnenkant
    Plaats 
    Onder de windlade, dichtbij het windkanaal van de aanvoer van het Hoofdwerk
  • Naam 
    IV (Solo)
    Type 
    Met hoger pijpventiel
    Plaats 
    Onder de windlade
 
Windkanalen
  • Naam 
    I (Hoofdwerk)
    Beschrijving 
    Van de grote magazijnbalg naar het midden van de windladen (kleppenkast met registers)
    Afmetingen 
    37,5 x 19,5 cm
  • Naam 
    II (Positief)
    Beschrijving 
    Waarschijnlijk aangesloten op die van het Hoofdwerk
  • Naam 
    III (Reciet)
    Beschrijving 
    Groot cilindrisch windkanaal
    Materialen 
    Zwaar karton en hout
    Afmetingen 
    25 x 22 cm
  • Naam 
    IV (Solo)
    Afmetingen 
    17,5 x 9,8 cm
  • Naam 
    Pedaal
    Beschrijving 
    Groot windkanaal naar de achterste windlade
    Materialen 
    Karton
 
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT
Speeltafel Klavier(en) en voetklavier(en) : 5
Klavier(en) en voetklavier(en) I (Hoofdwerk), II (Zwelpositief), III (Zwelwerk), Solo, Pedaal
Tractuur
I, II, III, IV en Pedaal Pneumatisch
Het gebouw

Kloosters van de Paters van het Heilige Sacrament

Adres : Waversesteenweg, 203
1050 Ixelles
Bouwstijl : Neogotiek
Bouw : 1869-1874
Bouwperiode : 19de
Bouwstijl : Neogotiek
Orgel(s) aanwezig in dit gebouw