Historiek Doorheen de tijd is er in de kathedraal altijd een regelmatige en vrij intense activiteit geweest op het vlak van orgelbouw. Tijdens het optrekken van de kathedraal werden er orgels geplaatst, afhankelijk van de vorderingen van de werken : op het doksaal, later in een zwaluwnest en/of in een dwarsschip, vervolgens op de galerij (Charles Demeure). Er is sprake van een dertigtal orgelbouwers. We overlopen ze in het kort :
1465 : 1e vermelding van een betaling aan Jan Banckaerdt, organist
1495 : twee stemmen toegevoegd door Gielis Boels, orgelbouwer en organist op de Zavel
1501 : een nieuw positieforgel door Pauwel Van der Goten en vervanging van een ander dat zou vervaardigd zijn in 1539. Jean Crinon uit Mons bouwt een nieuw orgel.
Van 1544 tot 1545 : Jan Van Lyere maakt het positief van het hoofdwerk schoon.
Van 1552 tot 1553 : revisie van het orgel door Jean Crinon en Rombaut Van der Meulen uit Mechelen.
2e helft van de 16e eeuw : onderhoud door Machiel Montmorency en François Van der Elst.
Van 1611 tot 1636 : Matthijs Langhedul, orgelbouwer van het hof van de Aartshertogen Albrecht en Isabella volgt hen op.
Vervolgens nog Jean-Baptiste Marquet, Antoine Lannoy, Jan Van Panhuysen (compagnon van Hans Goltfus, die het orgel verbouwt), François Noelmans, Antoine Bergère, (François ?) Royer Josse Vanden Waeyenberg.
1706 : onderhandelingen met het oog op het bouwen van een orgel ofwel achterin ofwel op het doksaal (in 1599, de periode van de Aartshertogen), of op een galerij in het dwarsschip. Op aanraden van de kapelmeester Pierre-Hercule Brehy, die contact wil houden met de liturgie, wordt uiteindelijk voor de oplossing van het doksaal gekozen.
De orgelkasten worden getekend door architect Guillaume De Bruyn en uitgevoerd door Martin Donckers. Het orgel wordt toevertrouwd aan Jean-Baptiste Forceville, orgelbouwer van het hof. Deze Forceville is geboren in Saint-Omer in 1660 en vestigt zich na 1680 in Antwerpen en later (uiterlijk in 1706) in Brussel. Hij woont op de kruising van de rue aux Pierres en de rue du Midi, tegenover de « Poids de la Ville ». Hij keert terug naar Antwerpen na de moeilijkheden met de bouw van orgel van de Kathedraal maar vestigt zich naderhand opnieuw in Brussel aan de Steenweg, die « rue de la Madeleine » wordt. Hij ontwerpt een orgel in vier delen : een groot corpus met hoofdwerk en reciet dat naar het schip gericht is, een rugpositief op het koor gericht en aan de uiteinden van het doksaal, twee grote kasten voor een vrij uitgebreid onafhankelijk pedaal, in die tijd een unicum in onze contreien.
Dat orgel raakt af in 1709 maar heeft al snel problemen met de windvoorziening. Christian Penceler wordt gevraagd maar weigert in de plaats te treden van Forceville omdat hij die bekwamer acht dan zichzelf.
1714 : het instrument wordt gelaten voor wat het is en Forceville bouwt een nieuw orgel op een galerij van het noordelijke dwarsschip, aan het begin van de kooromgang (zoals in Gent). Het orgel, dat in 1718 klaar is, telt 40 registers, verdeeld over hoofdwerk, echo en pedaal, ondergebracht in een op het schip gerichte kast en een rugpositief dat op de kooromgang uitgeeft. Het doksaal zal leeg blijven tot de Franse revolutie. Forceville onderhoudt het orgel tot aan zijn overlijden in Brussel, in 1739. Hij wordt begraven in de kerk van de Recollecten, waar nu de Beurs staat. Zijn ervaringen en zijn bijdragen tot de orgelbouw maken hem in onze streken wellicht tot de belangrijkste orgelbouwer van de 18e eeuw. Ook verschillende van zijn leerlingen zullen beroemd worden. Onder hen zijn zoon Jean-Thomas, die het onderhoud van het orgel overneemt, Pieter van Peteghem en J.-J. Van der Haeghen. Ook leerlingen van hem zijn de Brusselaars Egide Le Blas (nieuwe balgen in 1744, en in 1753 een klein orgel in het koor) die tot zijn dood in 1768 voor het onderhoud zal instaan, en Jean-Baptiste Barnabé Goynaut (tot in 1789), die in 1770 (400e verjaardag van het Sacrament van het Mirakel), ook voor een revisie zorgde.
Tot 1791 : onderhoud door Jan Smets.
1804 : na de Hervormingen, plannen om het orgel te verhuizen naar een westelijke galerij (afbraak van het Renaissance-doksaal). Dat is de periode waarin Adrien Rochet (Nivelles 1749-Brussel 1823) het orgel verplaatst en reconstrueert in een grote orgelkast met bovenop een horloge en een rugpositief (te zien op gravures).
Vervolgens : werken door Jacques-Philippe-Joseph Ermel, orgelbouwer en fabrikant van pianofortes van Prins Willem van Oranje in Brussel.
Tussen 1824 en 1829-1830, wordt aan Vanderstraeten senior de bouw toevertrouwd van een nieuwe galerij. Jean De Volder (Antwerpen 28/07/1767 - Brussel 27/06/1841) krijgt de reconstructie toevertrouwd van een orgel in twee kasten in Empire-stijl (of neogotisch, volgens oude gravures?), het driemanualig instrument met voetklavier en 47 registers.
In de daaropvolgende jaren wordt een neogotisch rugpositief geplaatst. Componist en violist De Volder zal zich vanaf 1833 exclusief aan de orgelbouw wijden. Hij zal in Henegouwen, Vlaanderen en Brussel zowat 150 orgels tot stand brengen.
1840 : wijzigingen door Hippolyte Loret, vooral aan de samenstelling van de registers. Hippolyte Loret heeft zo’n 500 orgels gebouwd, de meeste buiten onze grenzen, en had een belangrijke positie in de Belgische orgelwereld, zowel vanwege zijn standpunten als omwille van zijn artistieke kwaliteiten. Adrien Van Bever komt als schrijnwerker bij hem in dienst en de gebroeders Van Bever zullen na zijn dood zijn werkplaats en zijn materiaal overnemen.
1849-1853 : belangrijke veranderingen door Matthias Schmit, vooral de vervanging van het balgwerk en het mechaniek. Matthias Schmit, van Duitse komaf, is in Brussel actief geweest in de jaren 1850 tot 1870.
Vanaf 1857: vier vluchtige projecten, waaronder dat van Hermann Dreymann (Mayence) en Merklin-Schütze uit Brussel (vier manualen en pedaal) ondersteund door een commissie, waarin onder meer François-Joseph Fétis zitting heeft.
1896: revisie door Salomon Van Bever en voorstel voor een orgel van 58 registers, drie manualen en een pedaal. Salomon Van Bever die met zijn broer Adrien in Laken gevestigd is, liep zelf tien maanden stage bij Cavaillé-Coll in Parijs en was in de eerste helft van de 19e eeuw een van de beste vertegenwoordigers van de romantisch-symfonische orgelbouw.
Dan volgt een voorstel van Emile I Kerkhoff dat 70 registers en vier manualen omvat, waaronder het positief (in de balustrade) en het pedaal.
1928-1929 : volledig omsmelten door Louis Lemercinier van de pijpen van Forceville, De Volder, Schmit en Van Bever en geïntoneerd door de kleinzoon van Schyven. Door die recyclage en vanwege zijn laagste prijs (225.000 BF) haalde hij het op Jos. Stevens uit Duffel en de gebroeders Slootmaekers. Louis Lemercinier is vooral gekend door de instrumenten die hij in het Naamse bouwde. Hij had in 1923 de werkplaats van Xavier Wetzel overgenomen en vroeg op 14/04/1916 een brevet aan voor een « accordéorgue ». Omwille van de gebrekkige draagwijdte van het instrument, het verlies van de mixturen en het te zwakke karakter van bepaalde stemmen, werd een commissie opgericht met daarin Arthur Bockstael (organist in Sint-Geertrui) en Paul de Maleingreau (professor orgel aan het Conservatorium), die vaststelde dat Lemercinier niet opgewassen was tegen de omvang van de opdracht. Behalve de samenstelling van de beide orgels van Forceville en de laatste samenstelling, hebben we ook nog twee andere, zoals ze moeten geweest zijn in de tijd van De Volder en van Loret. Die samenstellingen stemmen overeen met die van een klassiek Frans Groot Orgel van 47 registers, met een meer ontwikkeld pedaal met onder meer een Bazuin 32’. Met Loret maakt deze samenstelling (43 registers) plaats voor enkele eerder romantische stemmen, waarbij de mixturen en de cornet van het positief en het reciet verdwijnen.
Jun 1961 : nog een ander project voor een koororgel door de Firma Stevens (?): twee manualen, een pedaal en achttien stemmen, waaronder verschillende transmissies.
Augustus 1970 : een brief van organist Ed. Teirlinck en Vicaris Van Tongerloo die voorstellen om een orgel van 100 stemmen en vijf klavieren te bouwen (naar het voorbeeld van andere kathedralen). In die brief wordt gewag gemaakt van de « jaarlijkse recitals ».
1971 : de komst van J. Sluys : het orgel heet nu in een heterogene en zelfs rampzalige staat te verkeren en wordt geleidelijk in de steek gelaten, ten voordele van de twee andere Collon-orgels en uiteindelijk het nieuwe zwaluwnestorgel, dat in 2000 door G. Grenzing gebouwd is.
WERKEN
Begindatum 1706
Type werkzaamheden Bouw van een groot orgel op het doksaal, met 32 registers en twee en een half klavier, onafhankelijk Pedaal en vier orgelkasten. Kasten door Martinus De Doncker, Brussels schrijnwerker, en houtsnijwerk van Pletinckx.
Naam van de orgelbouwer Jean-Baptiste Forceville
Ligging van de werkplaats Antwerpen en Brussel
Begindatum 1714
Einddatum 1718
Type werkzaamheden Bouw van een groot orgel van 40 registers met tweeëneenhalf klavier, onafhankelijk Pedaal en met een groot corpus aan de ingang van de kooromgang, gericht naar de dwarsbeuk en een Rugpositief gericht naar de kooromgang.
Naam van de orgelbouwer Jean-Baptiste Forceville
Begindatum 1804
Type werkzaamheden Na de Revolutie en het herstel van de cultus in 1804, reconstructie van een Hoofdorgel op de galerij (westkant), met groot corpus en Rugpositief op de balustrade. Daarbij werd gebruik gemaakt van het oude materiaal, waaronder een koororgel door Egide Le Blas uit 1749. Het renaissancedoksaal werd afgebroken.
Naam van de orgelbouwer Adrien Rochet
Ligging van de werkplaats Nivelles
Begindatum 1824
Einddatum 1830
Type werkzaamheden Reconstructie van het orgel op een nieuwe neogotische galerij. Verdeling van het corpus in drie, waaronder een Positief op de balustrade en een corpus links en rechts van de galerij, rond het glasraam.
Naam van de orgelbouwer Pierre-Jean De Volder
Ligging van de werkplaats Brussel
Begindatum 1838
Einddatum 1840
Type werkzaamheden Voornamelijk wijziging van de samenstelling van de registers
Naam van de orgelbouwer Hippolyte Loret
Ligging van de werkplaats Brussel
Begindatum 1852
Einddatum 1853
Type werkzaamheden Renovatie-restauratie, voornamelijk van mechaniek en balgwerk
Naam van de orgelbouwer Mathias Schmit
Ligging van de werkplaats Brussel
Begindatum 1896
Type werkzaamheden Renovatie-restauratie en onderhoud, vermeld in 1906
Naam van de orgelbouwer Salomon Van Bever
Ligging van de werkplaats Laken
DOCUMENTATIE
Type Documentatie
Titel Inventaris van de pijpen van het orgel
Auteur Patrick Collon
Herkomst Regie der Gebouwen, Directie Brussels Hoofdstedeli
Bijzonderheden Er zijn enkele foto's van de orgelkast, de speeltafel, het speelmechaniek en de pneumatische hefbomen, de versieringen en het type verpakking van de pijpen
Type Boek
Titel "Inventaire des orgues de Bruxelles - Bruxelles-Ville", 1994
Auteur Jean-Pierre FELIX
Plaats Brussel
Uitgever Jean-Pierre FELIX
Type Archieven
Beschrijving Op 10 maart 2003 heeft Jozef Sluys zijn archieven toevertrouwd aan de kerkfabriek
Type Artikel
Titel "Une grande menace pèse sur le jubé et le grand orgue de la cathédrale de Bruxelles"
Auteur Jean-Pierre Félix
Referenties "L’Organiste" , XXI, 1989, n° 1, pp. 6-25.
Type Artikel
Titel "Les orgues de la cathédrale"
Plaats Brussel
Referenties La Cathédrale des Saints-Michel-et-Gudule
ISBN 2873862173
Uitgever Racine
Type Radio
Beschrijving Tijdens uitzendingen van het "Te Deum" en andere nationale plechtigheden
Zender RTBF
Type Foto
Titel "Restauration de la Cathédrale des SS-Michel et Gudule 1983 – 1988"
Referenties Régie des Bâtiments, Bruxelles, 1989, 2e édition
Bijzonderheden Orgelfront (nr. 194.497 – 1987)
Binnenste pijpwerk (nr. 169.881 – 1986)
Schaalmodel (nr. 195.444 – 1988)
Type Archieven
Beschrijving Schilderij van het orgel Forceville of KIK
Foto KIK
Auteur Jean-Pierre Félix
Uitgever Jean-Pierre Félix