Neogotisch galerijorgel (Haupt, 1937)

Collegiale Sint-Pieter-en-Sint-Guido

Detail houtsnijwerk  / Neogotisch galerijorgel (Haupt, 1937) - Collegiale Sint-Pieter-en-Sint-Guido
Klavier  / Neogotisch galerijorgel (Haupt, 1937) - Collegiale Sint-Pieter-en-Sint-Guido
Speeltafel  / Neogotisch galerijorgel (Haupt, 1937) - Collegiale Sint-Pieter-en-Sint-Guido
Architectuur, plaats, inplanting  / Neogotisch galerijorgel (Haupt, 1937) - Collegiale Sint-Pieter-en-Sint-Guido
Architectuur, plaats, inplanting  / Neogotisch galerijorgel (Haupt, 1937) - Collegiale Sint-Pieter-en-Sint-Guido
 Klik op een foto om te vergroten
HET INSTRUMENT
Orgelkast - bouwdatum 1937
Orgelkast - plaats Op de galerij, aan weerszijden van het gebrandschilderde raam
Orgelkast - stijl  Neogotisch
Gebruikte materialen Eik
Opstelling van de pijpen In elke toren zijn de zinken pijpen per 7 gerangschikt, in dalende orde van grootte links en rechts van een centrale pijp. Alle pijpen zijn functioneel en de grootste stemmen overeen met Montre 16'.
Beschrijving van de orgelkast Het orgel bevindt zich in een meubel dat in twee delen is verdeeld steunend op de zijmuren en de achtermuur. Elk meubel heeft een toren in spitsboogvorm van 7 pijpen vooraan en drie bundels spitsbogen van 7 pijpen naar het centrum van het doksaal. De achterkant bestaat uit panelen. Het achterste gedeelte van de hoofdkas (sokkel) is versierd met diverse sculpturen in neogotische stijl. De culs-de-lampe zijn versierd met bladwerk en bovenop is er nog overvloedig beeldhouwwerk met spitsbogen, bladwerk, pinakels en klaverbladen. Het geheel bestaat uit eikenhouten elementen die op maat vervaardigd en met spijkers en schroeven verbonden zijn. De meubels zijn aan de muren bevestigd met schroeven die in houten pennen gedreven zijn. Deze pennen zijn zelf vastgepleisterd in daartoe in de muren gemaakte uithollingen. Het meubel dient als behuizing voor een orgel dat op een houten structuur geïnstalleerd is. Er is geen plafond en de positieven en recieten zijn ondergebracht in twee zwelkasten. De Vox Humana is zelf in een koffer geplaatst aan de binnenkant van het reciet. Het deksel van deze koffer wordt opgeheven door een hijssysteem met een touw, dat momenteel gebroken is, en tegengewichten. De zwelkasten gaan open naar de galerij door rijen jaloezieën. Bij het reciet zijn twee boven elkaar geplaatste rijen onderling verbonden.
Speeltafel - beschrijving De hoofdspeeltafel heeft aanzienlijke afmetingen (breedte : 203,5 cm, diepte : 123 cm en hoogte : 175,5 cm)en bevindt zich tussen de twee meubels in het voorste gedeelte van de galerij. De organist zit met het gezicht naar de kerk gekeerd, en een ruimte is bestemd voor het koor. Vijf met scharnieren bevestigde panelen geven toegang tot het binnenwerk van de speeltafel : drie vooraan en een langs elke zijkant. Onder de manualen kan een paneel worden verwijderd waardoor men toegang krijgt tot het mechanisme van de pedalen.
Speeltafel - materialen In eik; een luik met gelijmde latten op doek bedekt de manualen
Speeltafel - bijzonderheden Voor de rechterhoofdkast is het mogelijk het positief te spelen vanaf een afzonderlijke speeltafel. De organist heeft daarbij de kerk aan zijn rechterkant. Deze speeltafel bestaat uit een eenvoudig meubel met een deksel dat neergeklapt wordt op het manuaal en dat in open stand dient als lessenaar.
Bouwdatum 1933
Datum van de voltooiing 1937
Bouw - bijzonderheden De werken werden vertraagd door diverse financiële en andere moeilijkheden. Inwijding door Charles Hens en pater Plum.
Orgelbouwers - bijzonderheden Verschueren uit Tongeren, die in 1975 het orgel had gerestaureerd, stond vroeger ook in voor het onderhoud. Eerder had Emile Kerkhoff, gevestigd aan het Masuiplein in Brussel, het orgel onderhouden, tenminste in de jaren 1952 tot 1954.
Combinatieschakelaar - type en plaats Voor de vaste combinaties gebeurt dit via de contactdozen die in de speeltafel geplaatst zijn. In deze dozen zitten talrijke koperen staafjes die bevestigd zijn op beweeglijke houten latten die de staafjes al dan niet loodrecht doen drukken op koperen staven.
Crescendo Elektrisch
Stemming Diapason 435-436 Hz
Temperatuur Egaal
Akoestiek ± 4 seconden
Akoestiek - bijzonderheden Het kerkkoor wordt momenteel gerestaureerd en is door een wand afgesloten
Orgelbouwer(s) Georges Haupt
HET INSTRUMENT
Bouwdatum 1933
Orgelkast - stijl  Neogotisch
Orgelbouwer(s) Georges Haupt
HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT
Historiek De aanwezigheid van orgels in Anderlecht gaat ver terug in de tijd.
De archieven vermelden dat Antonius Sanctus in 1436 de functie van organist uitoefende in de Sint-Guidokerk. Er bestonden daar dus al orgels vóór die datum.
In 1496 vinden we de eerste naam van een orgelbouwer in de kerkrekeningen : Gielis Boels, priester, orgelbouwer en organist aan de Zavel.
De documenten en de boekhouding van de kerk tonen aan dat diverse instrumenten elkaar zijn opgevolgd. Hieruit blijkt dat de traditie van het orgelspel aan de collegiale bijzonder levendig was.
Volgens de oudste documenten ontving een zekere Peter in 1473 twee pond en 13 stuivers als organist.
In de loop der jaren zijn er talrijke orgelbouwers in de Sint-Guidokerk actief geweest, onder wie sommige beroemde namen. De voornaamste zijn : Jean de Louvain, Meester Machiel, François Van der Elst, nieuw orgel door Mathieu Langhedul, Antoine Lannoy, Jan Bremser, restauratie door François Noelmans, Jean II Royer, Egide Le Blas, Guillaume Boutmy en Jean-Baptiste Barnabé Goynaut.
Na de Franse Revolutie, hoewel het niet bekend is of er toen een nieuw orgel was, treffen we de namen aan van Peter Van Geel en Matthias Schmit. In 1885 werd een nieuw orgel gebouwd door Billion en Van de Loo.
Vanaf 1930 werden plannen gemaakt voor de aankoop van een nieuw orgel.
Op 13 april 1933 stuurde Georges Haupt een zeer gedetailleerd bestek naar de kerkfabriek voor de bouw van een orgel met drie manualen en een onafhankelijk pedaal, voor de prijs van 375.000 Belgische franken.
Hij was in concurrentie met vier andere Belgische orgelbouwers die minder duur waren, maar hij lijkt de voorkeur te hebben gekregen door zijn ontwerp van elektropneumatische tractuur, een systeem dat in die tijd redelijk nieuw was. De andere orgelbouwers waren Joseph Stevens (Duffel), Jules Anneessens-Tanghe (Menen), H. Stinkens en Art. Heeren (Haren) en Reygaert uit Geraardsbergen die echter niet antwoordde. Pater Plum drong er bij de pastoor op aan te kiezen voor Haupt omdat hij "meer doet voor de Belgische handel dan de Belgen zelf door alles in België te kopen terwijl de Belgische orgelbouwers het grootste gedeelte van hun materiaal in Duitsland kopen" (brief van 08/08/1934).
Het instrument van Haupt kwam in de plaats van het orgel van Billion en Van de Loo waarvan sprake was om het buffet te behouden.
Na diverse financiële en andere moeilijkheden werd het orgel geleverd en in gebruik genomen op zondag 4 april 1937.
Het oude buffet zou uiteindelijk worden vervangen door een nieuw buffet ontworpen door architect Van Langenrock.
Organist Charles Hens (1898-1967), leraar aan het conservatorium van Luik en organist van de collegiale Sint-Goedele in Brussel, speelde het orgel in samen met andere collega's zoals pater Plum en Arthur Clément, de titularis.
Charles Hens stelde een positief verslag op over de kwaliteit van de werkzaamheden waarin men de hand herkende van Joseph Schyven "aan wie de opmerkelijke harmonisatie van de grondregisgters te danken is, een prestatie die in de lijn ligt van zijn illustere voorgangers."
Van de vorige instrumenten is niets bewaard gebleven.
Het huidige orgel daarentegen is wel degelijk hetzelfde als waarover uitvoerige en gedetailleerde archiefstukken bestaan die vermeld worden door Jean-Pierre Felix in "Orgues, Carillon et Chanterie à Anderlecht" uit 1976.
Hoewel het orgel niet helemaal overeenstemt met het bestek, lijdt het geen twijfel dat het om het instrument gaat dat door Georges Haupt gebouwd is of werd in 1937.
Vermelden we ook de voorlopige aanwezigheid, in een kapel van de rechterzijbeuk, van het orgel gebouwd door de Italiaan Carlo Russo in 1713 en eigendom van Robert Krohnen, die het momenteel buiten Brussel heeft ondergebracht.
WERKEN
Begindatum 1975
Bijzonderheden Ingebruikname : 20 juni 1975 met een concert door Luc Dupuis
Type werkzaamheden Vernieuwing van de membranen en nieuwe harmonisering
Naam van de orgelbouwer Verschueren
Ligging van de werkplaats Tongeren
DOCUMENTATIE
Type Documentatie
Titel "Collégiale des Saints Pierre-Paul-et-Guidon" et "Paroisse des Saints Pierre et Guidon"
Auteur Anonyme
Type Documentatie
Auteur François Houtart
Referenties Cahier des charges pour la restauration de l’orgue pour le compte de la Commune, maître de l’ouvrage, février 2001
Type Boek
Auteur Jean-Pierre Felix
Plaats Autre-Eglise
Uitgever A compte d’auteur
Type Artikel
Titel "Projet de restauration de l’orgue Georges Haupt à la Collégiale des Saints-Pierre-et-Guidon à Anderlecht"
Auteur François Houtart
Plaats Elsene
Referenties Organum Novum
N° 21. Avril-Mai 2000
Uitgever Edouard Houtart
HISTORIEK VAN HET INSTRUMENT
Historiek De aanwezigheid van orgels in Anderlecht gaat ver terug in de tijd.
De archieven vermelden dat Antonius Sanctus in 1436 de functie van organist uitoefende...
Werken
Begindatum 1975
Naam van de orgelbouwer Verschueren
Ligging van de werkplaats Tongeren
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT
Speeltafel
Structuur speeltafel en muziekstaander 
Halfronde speeltafel met binnenkant in gelakte eik.
Een brede, regelbare lessenaar in eik was bevestigd op twee metalen regels die in de bovenkant van het meubel steken.
Aantal klavieren 
3
Omvang van de klavieren 
61 noten
Beschrijving van de toetsen 
Toetsen in grenen bekleed met kunststof en schuine toetsneuzen
Breedte van de toetsen 
22,5 mm
Diepte van de toetsen 
I : 129 mm, II : 130 mm , III : 132 mm
Breedte van het octaaf 
165 mm
Beschrijving van de boventoetsen 
Toetsen in grenen bekleed met ebbenhout, schuine toetsneuzen en afgeronde achterkant
Diepte van de boventoetsen 
83-85 mm
Beschrijving van de bakstukken of kader 
Recht, met afgeronde hoeken en in eik. Links verdubbeld voor de ebbenhouten ventielen die het Pedaal regelen.
Omvang van het voetklavier 
30 toetsen
Materialen van het voetklavier 
Recht en concaaf met uitlijning van de gebogen boventoetsen met schuine toetsneuzen. Totale lengte van een trede : 56 cm. Eikenhout in diverse tinten (donkerder boventoetsen).
Registers 
Een horizontale rij registerwippers loopt boven de manualen en wordt in het midden onderbroken door de verklikkerlampjes van de zwelkasten en het algemeen crescendo. Deze registerwippers zijn in kunststof dat ivoor imiteert en bevatten een registerplaatje in gekleurd porselein dat de registers opsomt voor de verschillende manualen I, II, III en Pedaal (wit, roze, blauw en geel).
Koppelingen 
Alle koppelingen zijn geïntegreerd in de registers terwijl de koppelingen met octaaf en unisono geactiveerd worden door een rij registerwippers die zich loodrecht links naast de manualen bevindt.
In het linkergedeelte van de rij ventielen onder het manuaal van het Hoofdwerk zijn er zes ventielen om de registertrekkers en gewone koppelingen op te roepen met daarboven een plaatje in gekleurd glas gemonteerd.
Combinaties 
Boven elke registerwipper zijn er twee knoppen (rode en groene), die dienen om de combinaties te registreren.
Onder het manuaal van het Hoofdwerk zitten er witte en drie gekleurde (zwart, rood en groen) ventielen waarboven een plaatje van gekleurd glas is gekleefd waarop geschreven staat : "Registration manuelle (manquante), Comb. libre I, Comb. libre II, Annulateur, Comb. fixe 1, Comb. fixe 2, Comb. fixe 3, Comb. fixe 4, Comb. fixe 5" (loszittend).
Een zwarte drukknop (in de vorm van een champignon op het linker dubbele bakstuk van elk manuaal)dient om de verschillende pedaalregistraties op te roepen; een kleine zwarte knop op het derde bakstuk annuleren deze oproepingen. Hiervoor bevinden zich rechts onder de pedaalregisterwippers twee rijen gekleurde knoppen voor : Registration de Pédale – Positif, Registration de Pédale – Récit.
De registerwippers om het tongwerk te annuleren : Bombarde, Trompette, Clairon, Clarinette, Trompette harmonique, Basson-Hautbois, Voix humaine, Bombarde, Trompette.
Ze liggen op een rij loodrecht op de rechter manualen.
Voetsteun 
In eik, horizontaal en vlak aan de uiteinden, volgt de buiging van het voetklavier
Met de voet bediende organen 
Boven het voetklavier, een rij van tien koperen welarmen met inkeping, drie grote balanstredes en nog eens vijf welarmen. Boven dat alles bevindt zich een plaatje in wit glas of een kleur die overeenstemt met de kleur van het manuaal en de combinaties :
"Appel jeux d’anches Pédale, Appel jeux d’anches Récit, Appel jeux d’anches Positif, Appel jeux d’anches Grand-Org., Appel Reg. manuelle, Appel Comb. libre I, Appel Comb. libre II, Annulateur Fourniture, Annulateur Jeux d'anches, Annulateur Crescendo-général, Crescendo général, Expression Positif, Expression Récit, Tutti général, Tutti (sans accouplements) à l'octave, Appel accoupl. Octaves, Annulateur accoupl. à l'octave, Annulateur Jeux de 16'."
Het algemeen crescendo bezit een rij van acht witte verklikkerlampjes boven de klavierplank die het mogelijk maken om de geleidelijke opening ervan te volgen. Onder de linkerrij welarmen en op de voetsteun is er een schuin blok hout dat de buiging van het voetklavier volgt waarop zes ventielen met metalen voet zijn geplaatst met daarboven een glazen plaatjes waarop geschreven staat : "Tirasse Grand-Orgue, Tirasse Positif, Tirasse Récit, Accoupl. Positif au Grand-Orgue, Accoupl. Récit au Grand-Orgue, Accoupl. Récit au Positif."
Toebehoren 
Rechts zit een grote zwarte schakelaar voor de motor het instellen van de motor, een metalen knop met het etiket : "Si la dynamo excite trop lentement pousser sur le bouton (normal 12 v.)", een schakelaar (aan / uit) met verklikkerlampje en een binnentelefoon.
Links van de manualen : Cadrant Sifam, volt 0 à 15, Breveté, S.G.D.G.
Made in France.
Er is een grote eiken bank met twee grote regeldraaiknoppen.
Adresplaat 
Op een klein schuin blok boven het manuaal van het reciet en onder de verklikkerlampjes zit een vastgeschroefde houten plaquette met metalen ingelegde belettering :
"MANUFACTURE D’ORGUES LUXEMBOURGEOISE Succ. Georges HAUPT LINTGEN (GR. D. Lux)".
Structuur speeltafel en muziekstaander 
Tweede speeltafel. Binnenkant in gelakte eik met eenvoudig manuaal en daarboven een horizontale rij wipschakelaars voor de registers van het Positief.
Aantal klavieren 
1
Omvang van de klavieren 
61 toetsen
Beschrijving van de toetsen 
In grenen met fineer van witte kunststof en rechte fronten
Breedte van de toetsen 
225 mm
Diepte van de toetsen 
139 mm
Breedte van het octaaf 
165 mm
Beschrijving van de boventoetsen 
In grenen bekleed met ebbenhout
Diepte van de boventoetsen 
80-87 mm
Beschrijving van de bakstukken of kader 
Recht met afgeronde hoek in geverniste eik
Registers 
Registerwippers zoals bij de grote speeltafel juist boven het manuaal in het midden van het verticale paneel
Voetsteun 
Een houten balk bevestigd in de linker- en rechterwand
 
Klavieren en voetklavieren
  • Naam 
    Hoofdwerk
    Omvang 
    61 toetsen C-c''''
    Registers 
    Montre 16'
    Bourdon 16'
    Montre 8'
    Flûte harmonique 8'
    Viole de Gambe 8'
    Bourdon 8'
    Prestant 4'
    Flûte harmonique 4'
    Quinte 2'2/3
    Doublette 2'
    Cornet 3-5 rangs
    Fourniture 4 rangs
    Bombarde 16'
    Trompette 8'
    Clairon 4'
    Koppelingen 
    Positif/Grand-Orgue
    Récit/Grand-Orgue
    Unisson Grand-Orgue

    Daarna op de afzonderlijke rij:
    Grand-Orgue octave aiguë
    Positif/Grand-Orgue octave aiguë
    Positif/Grand-Orgue octave grave
    Récit/Grand-Orgue octave aiguë
    Récit/Grand-Orgue octave grave
  • Naam 
    Positief
    Omvang 
    61 toetsen C-c''''
    Registers 
    Diapason 8'
    Flûte à cheminée 8'
    Dulciana 8'
    Unda maris 8'
    Cor de nuit 8'
    Tierce 1'3/5
    Carillon 1 à 3 rangs
    Clarinette 8'
    Koppelingen 
    Récit/Positif
    Unisson Positif

    Daarna op de afzonderlijke rij :
    Positif octave aiguë
    Récit/Positif octave aiguë
    Récit/Positif octave grave
    Tremulant 
    Tremulant
  • Naam 
    Reciet
    Omvang 
    61 toetsen C-c''''
    Registers 
    Quintaton 16'
    Flûte octave 8'
    Gamba 8'
    Voix céleste 8'
    Bourdon 8'
    Flûte ouverte 4'
    Gemshorn 4'
    Flûte à fuseau 2'
    Larigot 1'1/3
    Fourniture et Cymbale 3 rangs
    Trompette harmonique 8'
    Basson-Hautbois 8'
    Voix humaine 8'
    Koppelingen 
    Unisson Récit

    Daarna op de afzonderlijke rij :
    Récit octave aiguë
    Tremulant 
    Tremulant
  • Naam 
    Pedaal
    Omvang 
    30 toetsen C-f'
    Registers 
    Contrebasse 16'
    Soubasse 16'
    Quintebasse 10'2/3
    Flûte major 8'
    Violoncelle 8'
    Gedacktbasse 4'
    Bombarde 16'
    Trompette 8'
    Koppelingen 
    Tirasse Grand-Orgue
    Tirasse Positif
    Tirasse RécitPedaalkoppel Hoofdwerk
    Pedaalkoppel Positief
    Pedaalkoppel Reciet

    Op de afzonderlijke rij :
    Pédale octave aiguë (pour seulement 30 tuyaux !)
    Récit/Pédale octave aiguë
    Bijzonderheden 
    Onder de registers van het Hoofdwerk bevinden zich een kleine gele knop en een geel medaillon met het opschrift "Pédale autom."
 
Tractuur
  • Naam 
    Hoofdwerk
    Noten 
    Elektropneumatisch
    Toetsen 
    Staartklavier; een elektrische draad is ingewerkt in het hout, maar het elektrisch contact is niet zichtbaar
    Traject en beschrijving van de mechaniek 
    De tractuur vertrekt van de elektrische contacten van de toetsen naar de contactdozen in de speeltafel. Deze dozen bevatten reeksen koperen staafjes die worden geactiveerd door een kolom die onderaan een elektromagneet heeft. Kabels duiken in de vloer, vertrekken naar de windlades en zijn verbonden met elektromagneten van het type Reisner die geplaatst zijn op stukken gevernist grenen waarin ventielen zitten voor elke noot. Van hieruit vertrekt een loden leiding naar een andere kast in gevernist grenen dat een ventiel bevat voor elke noot en wind binnenlaat in een lat die onder de hele lengte van de speeltafel is geplaatst en over evenveel membranen beschikt als er noten zijn. De manualen die de speeltafels op twee niveaus (Hoofdwerk en Reciet) bedienen, hebben eveneens een stel Reisner-elektromagneten geplaatst onder de bovenste speeltafel maar de loden leidingen lopen vandaar naar de kasten van de twee speeltafels.
    Beschrijving van de registers 
    Voor de registers is er tussen de dubbele speeltafels een kast in gevernist grenen waarop Reisner-elektromagneten zijn geplaatst. In de kasten moet er een ventielsysteem zijn dat de wind opent en sluit voor elk register.
    Op diverse plaatsen van de binnenwand van het meubel bemerkt men zichtbare reeksen elektrische schakelingen.
  • Naam 
    Positief
    Noten 
    Zoals bij het Hoofdwerk
    Zwelkast 
    De zwelkast wordt elektrisch aangedreven vanaf de grote speeltafel over de contactdozen tot aan de openingsmotoren die nabij de luiken geplaatst zijn. Het gaat in feite om vijf kleine, verticaal geplaatste balgen, die in elkaar passen en waarvan de houten zijden gemeenschappelijk zijn. Een kleine windlade met vijf Reisner-elektromagneten en evenveel pneumatische ventielen, identiek aan de toetsen, opent de ene kleine balg na de andere wat voor de geleidelijke opening zorgt van de jaloezieën die onderling verbonden zijn door houten klemmen en stangen.
  • Naam 
    Reciet
    Noten 
    Zoals de andere klavieren
    Zwelkast 
    Zoals bij het Positief en voor de twee verdiepingen tegelijk
  • Naam 
    Positief (secundaire speeltafel)
    Noten 
    Pneumatisch
    Toetsen 
    Staartklavier; de toetsen activeren een ventiel geplaatst in de speeltafel onder de toets.
    Traject en beschrijving van de mechaniek 
    Loden leidingen vertrekken van de speeltafel naar de kasten en de membraanlatten
  • Naam 
    Pedaal
    Noten 
    Elektropneumatisch
    Toetsen 
    Achteraan bevestigd op een metalen blad dat dienst doet als veer
    Traject en beschrijving van de mechaniek 
    Zoals voor de andere manualen
 
Windladen
  • Type 
    Pneumatisch
    Inplanting 
    Over drie verdiepingen. Linker orgelkast : Pedaal en Hoofdwerk over twee verdiepingen. Rechterkast : Positief en daarboven Reciet met twee verdiepingen.
  • Naam van het klavier 
    Hoofdwerk
    Type 
    Windlades met ventielen.
    Elke windlade bestaat uit twee delen en bevat een ventiel per noot opgeheven door een membraan beschreven in de tractuur.
    Aard 
    In gelakte oregon.
    De pijproosters zijn in eik en grenen.
    Voor de frontale pijpen zijn er kleine windlades met ventielen (van 7 à 8 noten) aan de voet van elke toren.
    Opstelling van de pijpen 
    Op twee verdiepingen : chromatisch met C en helemaal rechts, in twee corpussen : 17 pijpen (of noten) rechts en 56 pijpen links, de bassen aan de buitenkant. In het front zijn er 17 pijpen Prestant 16' en 14 pijpen Prestant 8'.
    Beschrijving van de pijpstok 
    1ste verdieping : parallèlement au mur, de l’avant à l’arrière : Trompette 8', Bombarde 16', Viole de Gambe 8', Flûte harmonique 8', Montre 8', Bourdon 16', Montre 16'.
    2de verdieping : Clairon 4', Fourniture 4 rangs, Cornet 3 à 5 rangs, Doublette 2', Quinte 2'2/3, Flûte harmonique 4', Prestant 4', Bourdon 8'.
    Bijzonderheden 
    Zoals bij de andere windlades vermeldt Georges Haupt dat de "pulpeten vervaardigd zullen worden uit prachtig leder van Havana"
  • Naam van het klavier 
    Positief
    Aard 
    Zoals bij het Hoofdwerk
    Opstelling van de pijpen 
    Diatonisch in twee windlades evenwijdig met de muur van het schip. C links (36 noten) en C# rechts (37 noten).
    Beschrijving van de pijpstok 
    Van voor naar achter : Clarinette 8’, Carillon 1 à 3 rangs, Tierce 1'3/5, Cor de nuit 4’, Unda maris 8’, Flûte à cheminée 8', Dulciana 8', Diapason 8'
  • Naam van het klavier 
    Reciet
    Aard 
    Zoals de andere windlades
    Opstelling van de pijpen 
    Over de twee verdiepingen : chromatisch, C uiterst links en in twee corpussen : links 24 lage klanken naar de buitenkant en rechts 49 lage klanken naar de buitenkant
    Beschrijving van de pijpstok 
    Van voor naar achter :
    1ste verdieping : Basson et Hautbois 8', Trompette harmonique 8', Bourdon 8', Voix céleste 8', Flûte ouverte 8', Gamba 8', Quintaton 16'.
    2de verdieping : Voix humaine 8' (tout à l’avant dans une caisse à part avec clapets supérieurs connectés à l’ouverture de la boîte), Fourniture et Cymbale 3 rangs, Larigot 1'1/3, Flageolet 2', Flûte à fuseau 2', Gemshorn 4', Flûte octaviante 4'.
  • Naam van het klavier 
    Pedaal
    Aard 
    Zoals de andere manualen
    Opstelling van de pijpen 
    Chromatisch, de 12 eerste van buiten naar het midden rechts (evenwijdig met de muur van het schip) en de 18 volgende van buiten naar het midden links. De contrebasse bevindt zich voor 22 pijpen in het front.
    Beschrijving van de pijpstok 
    Van voor naar achter : Trompet 8’, Bombarde 16’, Gedacktbasse 4’, Cello 8’, Fluit major 8’, Quintbas 10'2/3, Onderbas 16’.
    De 7 eerste pijpen van de Contrabas 16’ staan op een aparte windlade links van de hoofdwindlade plus 1 pijp alleen idem.
    In het front zijn er acht kleine windlades van 7 à 8 klanken (een toegevoegde pijp juist erachter in het linkermeubel) die alle pijpen van elk torentje doen spreken.
 
Pijpwerk
  • Naam 
    Hoofdwerk
    Bijzonderheden 
    De pijpen zijn verdeeld over de eerste en tweede verdieping in twee delen, de bassen naar de buitenkant en de discante in het midden. Deze schikking is chromatisch, te beginnen met 17 pijpen rechts waaronder de do, gevolgd door 56 links of een totaal van 73 pijpen, behalve voor sommige registers die hierna in detail worden vermeld.
    Het pijpwerk van het orgel in zijn geheel is van een grote homogeniteit en men treft constanten aan in de manier om sommige registers te realiseren zoals de houten pijpen, de pijpen in zink met stemkrul, en desgevallend een zinken hoed, de bekers die voor het merendeel eenvoudig in elkaar passen of nog de tongen die gehamerd zijn of voorzien van een stempel. De pijpen zijn in het algemeen redelijk breed voor de meeste registers behalve voor de discante. Anderzijds hebben de fluitregisters een bovenlip die een neiging tot afronding heeft. Dit alles bevestigt de karaktertrekken en het type harmonisatie van dit orgel en de methodes van die tijd.
    Het bestek vermeldt 75 % legering van Banca-tin gesmolten in het atelier voor de "snaarinstrumenten (genre viool) en voor de andere 50 %". Het zink is "met aluminium gebronst". "De houten pijpen in Carolina of Oregon van eerste kwaliteit, zonder knopen, zullen worden geschilderd aan de buitenkant en aan de binnenkant ingestreken met gekookte lijnzaadolie."
    Beschrijving 
    1ste verdieping :
    TROMPET 8’. 61 pijpen. Rechts : 12 pijpen in zink en 5 in koper. Alle voeten zijn in zink en de kernen in lood.
    Links : 31 pijpen in koper en de rest idem, daarna 8 pijpen met beker van dubbele lengte. Daarna 5 pijpen in tin met mond met stemlap en zijbaarden.
    BOMBARDE 16’. 61 pijpen. Rechts : 17 pijpen in zink waarvan de 5 eerste een rechte beker hebben, de 5 volgende opgerold en de 5 laatste opnieuw recht. De voeten en kernen zijn zoals bij de Trompet.
    Links : 7 bekers in zink en de rest spotted.
    VIOLA DA GAMBA 8’. Rechts : 17 pijpen in zink voorzien van zijbaarden, een kastbaard en een rolbaard. Links : 1 pijp in zink en 12 in tin, alle met zijbaarden, kastbaar en rolbaard. Daarna 18 pijpen in tin met snijbaard, 8 met zijbaarden, 4 zonder iets en 13 pijpen op toonhoogte gesneden.
    OVERBLAZENDE FLUIT 8'. 17 pijpen in Oregonden met bovenaan een stemklep en een kastbaard, beide in lood.
    Links : 19 identieke pijpen, daarin in tin waarvan 30 pijpen met een stemlap en een gat op halve hoogte, daarna 4 pijpen op toonhoogte gesneden met een gat, en ten slotte 3 pijpen op toonhoogte gesneden zonder gat.
    PRESTANT 8’. De 14 eerste pijpen zijn in zink en frontaal geplaatst. Rechts : 3 pijpen in zink met een stemlap in tin en zijbaarden. Links : 7 pijpen in zink, idem daarna 36 pijpen in tin met stemlap, daarna 13 pijpen op toonhoogte gesneden. Deze pijpen hebben zijbaarden behalve de 37 laatste.
    BOURDON 16’. Rechts : 17 houten pijpen zoals hoger, met een stemstop en een loden kastbaard aan de onderste lip.
    Links : 7 pijpen idem, daarna 12 pijpen in zink met hoed in tin en zijbaarden. De rest in tin : 22 pijpen met zijbaarden en 15 konische pijpen op toonhoogte gesneden.
    PRESTANT 16’. 17 pijpen in zink frontaal geïnstalleerd.
    Links : 12 pijpen in zink in het front, daarna, op de hoofdspeeltafel, 7 pijpen in zink met stemlap in tin en zijbaarden, daarna 37 pijpen in tin met stemlap behalve voor de 25 laatste en zijbaarden.

    2de verdieping :
    KLAROEN 4'. 61 pijpen. Rechts : 17 kegels in koper, de rest zoals bij de Trompet.
    Links : 19 idem daarna 8 pijpen met kegel met dubbele lengte. De 17 laatste zijn labiaalpijpen, 4 met stemlap en de rest op toonhoogte gesneden.
    MIXTUUR 4 sterk 2'2/3. 4 x 61 pijpen, repetities in c’ en c’’. Rechts : op de eerste rang zijn er 5 pijpen in zink met stemlap in tijn en zijbaarden. De pijpen hebben geen zijbaarden meer vanaf c’ (rëele hoogte).
    Links : pijpen in tin met stemlap daarna op toonhoogte gesneden vanaf c#’’’ (reële hoogte).
    CORNET 3 tot 5 sterk, 61 klanken. Rechts, van voor naar achter, c tot h : 4’,
    2’2/3, 2’, 1’3/5 en tot c’ : Tierce, 2’, Quint, 4’, Bourdon 8’. 4’(tot c) : 4 pijpen in zink en 1 in tin met stemlap en zijbaarden. 2’2/3 : 17 pijpen in tin avec zijbaarden en hoed met roer 2’ : 4 pijpen in zink daarna 13 in tine, stemlap en zijbaarden. Tierce : 17 open pijpen in tin met stemlap et zijbaarden.
    Links : Tierce, 2’, 2’2/3 et 4’ : open pijpen in tin met stemlap daarna op toonhoogte gesneden vanaf c’’’ (reële hoogte). Op de 5de rij, in tin, 22 pijpen Bourdon 8’ met hoed en zijbaarden daarna 15 konische pijpen op toonhoogte gesneden.
    DOUBLET 2’. 61 pijpen. Rechts : met stemlap, 12 pijpen in tin met zijbaarden daarna 5 zonder.
    Links : pijpen idem daarna op toonhoogte gesneden vanaf c#’’.
    QUINT 2'2/3. 61 pijpen. Rechts : 5 pijpen in zink daarna 12 in tin met zijbaarden en stemlap.
    Links : pijpen in tin zonder zijbaarden maar met stemlap. Op toonhoogte gesneden vanaf f’’ (reële hoogte : c’’’’).
    OVERBLAZENDE FLUIT 4’. Rechts : 17 houten pijpen zoals hoger met stemklep en kastbaard.
    Links : 7 pijpen idem, daarna in tin met harmonisch gat : 30 met stemlap daarna 1 op toonhoogte gesneden. De rest op toonhoogte gesneden en zonder harmonisch gat.
    PRINCIPAAL 4’. Rechts : 12 pijpen in zink met stemlap in tin et zijbaarden daarna 5 pijpen in tin en idem.
    Links : pijpen idem daarna op toonhoogte gesneden vanaf g’’’.
    BOURDON 8’. 12 houten pijpen zoals hoger daarna 5 pijpen in zink met hoed in tin en zijbaarden.
    Links : 7 pijpen in zink idem daarna 22 pijpen in tin met zijbaarden en ten slotte 27 konische pijpen op toonhoogte gesneden.
  • Naam 
    Positief
    Bijzonderheden 
    Elk register bezit 73 pijpen om de koppeling met het octaaf te verzekeren, maar de Terts stopt bij 61 klanken. De Unda maris daarentegen begint bij c.
    Beschrijving 
    KLARINET 8'. Voeten in zink, kernen in lood en gehamerde tongen met priem die de noot aanwijst. De corpussen zijn in zink voor 2 x 6 pijpen daarna in spotted. Ze zijn bovenaan voorzien van een stemring. De 9 (c) en 8 (c#) zijn gedekte pijpen op toonhoogte gesneden en voorzien van zijbaarden.
    CARILLON 1 tot 3 sterk, C tot H : 2'2/3, c tot h : 2'2/3+ 2’ en c’ tot c’’’’’ : 2'2/3 + 2’+ 1'1/3. Principaliserend register. De 2 x 3 eerste pijpen in zink, de rest in tin met stemlap en zijbaarden aan de monden voor de 2 x 8 eerste pijpen. Daarna pijpen met stemlap en een groot aantal pijpen op toonhoogte gesneden.
    TERTS 1'3/5, fluitregister in tin. De 2 x 4 eerste pijpen met roer en zijbaarden daarna 18 (c) en 17 (c#) met stemlap gevolgd door 9 en 8 op toonhoogte gesneden.
    NACHTHOORN 4'. 2 x 6 pijpen in zink voorzien van zijbaarden en een tinnen hoed daarna 12 en 11 identieke pijpen maar in tin en ten slotte 20 en 19 konische pijpen op toonhoogte gesneden.
    UNDA MARIS 8’. 2 x 9 pijpen in zink met monden voorzien van zijbaarden, een harmonische rolbaard en een kastbaard. De stemlappen zijn in tin. Daarna zijn er 28 (c) en 27 (c#) pijpen in tin waarvan 2 x 6 voorzien van zijbaarden, een rolbaard en een kastbaard en 13 en 12 met zijbaarden. De rest is zonder zijbaarden en alle zijn voorzien van een stemlap behalve de 7 en 6 laatste op toonhoogte gesneden.
    ROERFLUIT 8'. 2 x 6 pijpen in gevernist Oregonhout met stemstop en kastbaard in lood voor de onderste lip. Daarna 2 x 6 pijpen in zink met roer in tin en 2 x 11 identieke pijpen maar in tin. De laatste zijn konisch en op toonhoogte gesneden.
    DULCIANA 8’. 2 x 9 pijpen in zink met stemlap en tin en de rest in tin. De 2 x 12 eerste hebben zijbaarden, een rolbaard en een kastbaard, de 2 x 9 volgende hebben een snijbaard die de mond omringt, de 2 x 3 volgende hebben zijbaarden en de volgende niets. De 9 (c) en 8 (c#) laatste zijn op toonhoogte gesneden.
    DIAPASON 8'. 2 x 6 pijpen in gevernist grenen (Oregon?) met een snijbaard voor de mond en een stemlap. Daarna 2 x 6 pijpen in zink met zijbaarden en stemlap in tin, de rest is in tin waarvan 2 x 6 met zijbaarden en de 9 en 8 laatste op toonhoogte gesneden.
  • Naam 
    Reciet
    Bijzonderheden 
    Het pijpwerk is chromatisch geplaatst voor de twee verdiepingen in twee corpussen, het ene van 24 pijpen met grote C links en de discante naar het midden toe, en rechts 49 pijpen eveneens discant naar het centrum. Sommige registers hebben maar 61 pijpen (zie aanduiding).
    De registers worden van voor naar achter opgesomd.
    Beschrijving 
    1ste verdieping :
    FAGOT en HOBO 8’. Links : 12 bekers in zink en 12 in spotted, de voeten in zink, de kernen in lood, de tongen in koper met priem die de noot aangeeft en boven aan de beker die met vier gaten is doorboord is er een kleine ingeschoven kegel eveneens voorzien van vier gaten.
    Rechts : 32 pijpen idem daarna 17 pijpen in tin waarvan de 14 laatste op toonhoogte gesneden.
    OVERBLAZENDE TROMPET 8’. Links : voorzien van een stemlap, 12 bekers in zink en 12 in spotted, voeten en kernen zoals bij de hobo.
    Rechts : 6 pijpen idem daarna 26 bekers met overlengte. 17 pijpen met mond en zijbaarden waarvan 4 met stemlap en 13 op toonhoogte gesneden.
    BOURDON 8’. Links : 12 pijpen in Oregon met stemstop en kastbaard in lood. 12 pijpen in zink met hoed in tin en zijbaarden.
    Rechts : 22 pijpen idem alles in tin daarna 27 konische pijpen en op toonhoogte gesneden.
    VOX CELESTIS 8’ (tot c). Links : 18 pijpen in zink en 6 in tin. Alle voorzien van zijbaarden, een kastbaard en een rolbaard voor de mond.
    Rechts : pijpen in tin waarvan 6 idem, 18 voorzien van een kastbaard, 8 van zijbaarden, en de 17 laatste op toonhoogte gesneden.
    OPEN FLUIT 8’. Links : 24 pijpen in grenen met kastbaard warvan de 6 voorzien van een stemlap met een schuivend plaatje voor de stemming en 16 van een stemklep.
    Rechts : pijpen in tin met een harmonische opening, de laatste zijn op toonhoogte gesneden.
    GAMBA 8’. Zoals de Vox caelestis maar van een iets groter formaat.
    QUINTATON 16’. Links : 6 pijpen in grenen daarna 6 pijpen in zink met hoed in tin en zijbaarden.
    Rechts : 34 pijpen voorzien van een kastbaard daarna 15 pijpen met konisch corpus en op toonhoogte gesneden.

    2de verdieping :
    VOX HUMANA 8’. Geplaatst voor de loopplank in een aparte koffer voorzien van kleppen op de bovenkant. Links : 24 pijpen met voeten en kernen zoals bij de Bas 8’, corpus in spotted gelast met een klep in lood bovenaan.
    Rechts : 32 pijpen idem daarna labiaalpijpen waarvan 4 met stemlap en de rest op toonhoogte gesneden.
    MIXTUUR en CYMBAAL 3 rangen. 1’ (56 noten) daarna 1’1/3 en Tierce (61 noten). Op de 1ste pijp van de Tierce staat gegraveerd : CYMBALE 3R. Register zonder repetities.
    Links : 3 x 24 pijpen met stemlap.
    Rechts : idem daarna talrijke pijpen op toonhoogte gesneden.
    LARIGOT 1'1/3. 61 pijpen. Links : 15 pijpen in tin met hoed en zijbaarden daarna 9 konische pijpen met zijbaarden.
    Rechts : konische pijpen op toonhoogte gesneden.
    FLAGEOLET 2’. 61 pijpen. Op de eerste pijp is gegraveerd FLAGEOLET. Links : in tin, 12 pijpen met roer en zijbaarden daarna 12 licht konische pijpen met stemlap en een harmonische opening.
    Rechts : 20 harmonische pijpen met stemlap en 17 konische zonder harmonische opening en op toonhoogte gesneden.
    KOPPELFLUIT 2’. 61 pijpen van zeer groot formaat en kort corpus. Links : 12 pijpen in zink met stemlap in tin en zijbaarden daarna 12 pijpen in tin op toonhoogte gesneden en voorzien van zijnbaarden.
    Rechts : 12 pijpen idem gevolgd door de rest zonder zijbaarden.
    GEMSHORN 4’. 63 pijpen. Links : 12 pijpen in zink met stemlap in tin, zijbaarden, rolbaard en kastbaard. 6 pijpen idem maar in tin en 6 pijpen in tin met alleen zijbaarden.
    Rechts : konische pijpen, eerst 20 met stemlap, daarna de rest op toonhoogte gesneden.
    DWARSFLUIT 4’. Links : 24 pijpen in gevernist grenen met kastbaard.
    Rechts : 30 pijpen in tin met stemlap en 1 harmonische opening, 4 pijpen met opening en op toonhoogte gesneden daarna 15 pijpen zonder opening en op toonhoogte gesneden.
  • Naam 
    Pedaal
    Bijzonderheden 
    In twee corpussen en chromatisch : rechts 12 pijpen, de kleinste in het midden, en links 18 pijpen, de kleinste in het midden
    Beschrijving 
    TROMPET 8’. Rechts : 12 bekers in zink met stemlap, kernen in lood, in elkaar passende tongen en tongbladen voorzien van een schapenvel, voeten in zink.
    Links : 18 pijpen idem maar kegels in spotted.
    BOMBARDE 16’. Rechts : 12 kegels in zink waarvan 10 opgerold en 2 encoudés. Rechthoekige voeten in den, kernen in lood.
    Links : idem maar rechte kegel. Stemlap op alle kegels.
    GEDACKTBASSE 4’. Rechts, 12 gedekte pijpen in zink daarna links in tin. Met zijbaarden en alle hoeden in tin.
    CELLO 8’. Rechts : 12 pijpen in zink met stemlap, zijbaarden en rolbaard in geschilderd hout (metaalkleur) voor de bek.
    Links : 6 pijpen in zink en 12 in tin met rolbaard en kastbaard.
    FLUIT MAJOR 8’. Rechts : 12 pijpen in den met stemlap en stemschuif en rolbaard in lood. Links : idem maar met platte baard en stemklep in lood.
    QUINTBAS 10’2/3. 12 en 18 pijpen en den met stemstop en kastbaard in lood.
    SUBBAS 16’. Zoals bij de Quintbas.
    CONTRABAS 16’. 8 grote pijpen aan de linkerzijkant van de windlade (aan de voorkant van het orgel) op een kleine aparte windlade waarvan 1 geïsoleerde pijp vooraan met een kleine windlade van één noot. Open houten pijpen met stemlap en stemschuif.
 
Windvoorziening
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Magazijnbalg
    Beschrijving 
    Met parallelle vouwen, één ingaand en één uitgaand.
    Vanuit deze parallelbalg vertrekt een windkanaal dat de vloer doorkruist en uitkomt in de kerk langs het plafond aan de achterkant van de linker hoofdkas. Dit windkanaal meet 44 x 43,5 cm.
    Lengte 
    249,5 cm
    Breedte 
    149,5 cm
    Aantal en type gewichten 
    Nombreuses briques, dalles et grosses pierres
    Aantal en type gewichten 
    Talrijke bakstenen, tegels en grote stenen
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Magazijnbalg
    Beschrijving 
    Voor het Positief, maar gevoed door de voetpomp die eronder is geplaatst, is er een kleine balg. Dit windwerk is juist achter de wand van het meubel naast de speeltafel geplaatst en voedt ze eveneens, aangezien de bediening van de toetsen hier pneumatisch is.
    Lengte 
    119,5 cm
    Breedte 
    69,5 cm
    Aantal en type gewichten 
    Quatorze briques
    Aantal en type gewichten 
    Veertien bakstenen
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Schepbalg
    Beschrijving 
    Voetbediening.
    Deze schepbalg is gereserveerd voor het kleine manuaal van het Positief. Het pedaal van de schepbalg is inklapbaar om de toegangsdeur te openen en af te sluiten.
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Balg
    Beschrijving 
    Onder de windlade van het pedaal is er een balg met parallelle vouwen zoals bij alle andere hulpbalgen
    Lengte 
    120 cm
    Breedte 
    59,5 cm
    Aantal en type gewichten 
    Neuf briques emballées dans du papier journal et deux ressorts (cassés) sur deux des angles opposés
    Aantal en type gewichten 
    Negen bakstenen omwikkeld met krantenpapier en twee (gebroken) veren op twee van de tegenoverliggende hoeken
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Balg
    Beschrijving 
    Onder de windlade van het Positief is er een balg die op twee hoeken voorzien is van een veer en bakstenen op de bovenkant
    Lengte 
    119 cm
    Breedte 
    59 cm
    Aantal en type gewichten 
    Onze briques et deux ressorts
    Aantal en type gewichten 
    Elf bakstenen en twee veren
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Balg
    Beschrijving 
    Naast de balg van het Positief is er nog een tweede, kleinere balg
  • Magazijn- of hulpbalg 
    Balg
    Beschrijving 
    Voor het Reciet is er een balg onder de windlade van de eerste verdieping
    Lengte 
    146 cm
    Breedte 
    74 cm
 
Tremolos
  • Type 
    Met tegengewicht
    Plaats 
    In een kast van grenenhouten planken vastgeschroefd in de muur, tussen de windlade van het Positief en het Reciet, en verbonden met de windlade door een metalen windkanaal
  • Type 
    Zoals bij het Positief
    Plaats 
    Boven de Tremulant van het Positief op dezelfde muur
 
Windkanalen
  • Naam 
    Hoofdwerk
    Beschrijving 
    Van de onderkant van de windlade van het Pedaal gaat een windkanaal omhoog naar de windlades van het Hoofdwerk.
    Voor de kleine windlades aan de voorkant zijn er zwart geschilderde metalen windkanalen die elk van deze windlades voeden en die in verbinding staan met de grote windlades.
    Afmetingen 
    26 x 22 cm op de 2de verdieping
  • Naam 
    Positief
    Afmetingen 
    Het windkanaal van het Positief meet 29 x 25,5 cm. Het windkanaal van het windwerk met schepbalg, meet 30 x 29,5 cm.
  • Naam 
    Reciet
    Afmetingen 
    Het Reciet heeft een verticaal windkanaal van 32 x 31,5 cm voor de 1ste verdieping en van 23 x 22,5 cm voor de 2de verdieping
  • Naam 
    Pedaal
    Beschrijving 
    Elk van de kleine windlades aan de voorkant wordt gevoed door een windkanaal.
    Alle windkanalen monden uit tussen elke dubbele windlade.
    Materialen 
    Metaal
    Afmetingen 
    25 x 25 cm.
    Het kleine windkanaal dat de 7 hoofdpijpen van de Contrabas voedt, meet 13,5 x 13 cm.
 
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET INSTRUMENT
Speeltafel Klavier(en) en voetklavier(en) : 4
Klavier(en) en voetklavier(en) Hoofdwerk, Positief, Reciet, Pedaal
Tractuur
Hoofdwerk Elektropneumatisch
Positief Zoals bij het Hoofdwerk
Reciet Zoals de andere klavieren
Positief (secundaire speeltafel) Pneumatisch
Pedaal Elektropneumatisch
Het gebouw
Collegiale Sint-Pieter-en-Sint-Guido

Collegiale Sint-Pieter-en-Sint-Guido

Adres : Dapperheidsplein
1070 Anderlecht
Bouwstijl : Gotiek
Bouw : 1469
Bouwperiode : 15de
Type : Beschermd bouwwerk bij besluit van 25/10/1938