glossarium


“Middentoonstemming”
Stemming
De middentoonstemming is ongelijk bij uitstek (zie ongelijkzwevende stemming) en is een van de meest typische die door de instrumenten wordt toegepast vanaf de renaissance. Deze stemming telt 8 ‘harmonische’ grote tertsen, die dus rein zijn op de noten do, re, mib, mi, fa, sol, sib; 4 onzuivere verkleinde tersten of kwarten op do#, fa#, sol# en si; 11 verkleinde kwinten (met een kwart komma verkleind); 1 vergrote kwint, de ‘wolfskwint’ – ook diabolus in musica genaamd – sol# - mib. Deze stemming; die vaak voorkwam in de 17e eeuw en zelfs nadien, geeft verschillende gevoelswaarden en uitdrukkingen aan de gebruikte akkoorden en toonaarden, maar sluit er verschillende uit die onbruikbaar zijn omdat ze danig vals klinken – de lab bijvoorbeeld. De opstelling van de stemmingen heeft tot grote discussies geleid en talrijke musici hebben uiteenlopende mogelijkheden uitgeprobeerd, zoals hun stemming aanpassen in functie van de gebruikte toonaard en zelfs van de instrumenten. Zo kan bijvoorbeeld de middentoonstemming enigszins in het voordeel van tertsen of van de kwinten worden gestemd, afhankelijk van het muzikale compromis dat wordt beoogd. (Zie de excellente site van Wikipedia).
Alfabetisch glossarium
Glossarium per categorie