glossarium


“Klavier”
Inwendige opbouw van het orgel
Klavier
 Vergroten
Het woord ‘klavier’ is afkomstig van het Latijn claves. De organist speelt door de toetsen, van het manuele klavier — het manuaal — en/of het voetklavier — het pedaal —, aan te raken. Een klavier is onderverdeeld in octaven, die elk 7 diatonische toetsen tellen en 5 toetsen voor de tussenliggende mollen en kruisen, samen dus 12 halve tonen. Op bepaalde oude en naar oud model gebouwde orgels kunnen, voor de kruisen en mollen, dubbele toetsen voorkomen, om het minieme verschil te laten horen tussen bijvoorbeeld mib en re# of lab en sol#. Het huidige standaard manuaal telt 56 noten en 30 op het pedaal. Vroeger waren het er soms maar 54 of nog minder, afhankelijk van het ontbreken van bepaalde hoge of lage noten, te beginnen bij de eerste do#.
Alfabetisch glossarium
Glossarium per categorie